Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2785

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 18 juli 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Diplomaten - Accreditatie - Voorwaarden - Weigeringen

personeel in diplomatieke dienst
diplomatieke vertegenwoordiging
internationale conventie

Chronologie

18/7/2011Verzending vraag
9/9/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2785 d.d. 18 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het jaar 2009 was in de Italiaanse pers sprake van geruchten over een ambassadeur die door de Verenigde Staten was voorgesteld bij het Vaticaan. Zo werd gemeld dat de voorgestelde Amerikaanse ambassadeur door het Vaticaan zou geweigerd zijn wegens zijn standpunten over ethische en bio-ethische kwesties. Dit werd met klem ontkend door de persverantwoordelijke van het Vaticaan.

Toch zouden er landen zijn die voorwaarden koppelen voor de accreditatie van nieuwe ambassadeurs in hun land.

Zoals de geachte minister weet, bepaalt artikel 4.2 van het Verdrag van Wenen van 18 april 1961 inzake het diplomatiek verkeer dat de ontvangende staat niet gehouden is aan de zendstaat de redenen voor een weigering van het " agrément " op te geven.

Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen:

1) Worden door bepaalde landen officiële en / of officieuze voorwaarden gesteld (bijvoorbeeld ethische, bio-ethische, medische, religieuze, …) voor de accreditatie van nieuwe ambassadeurs in deze landen?

2) Werden de voorbije jaren bepaalde Belgische diplomaten geweigerd door landen waarmee België diplomatieke banden heeft? Zo ja, zijn de redenen van deze weigering bekend?

3) Heeft de geachte minister weet van weigering van vrouwelijke diplomaten uit België in bepaalde ontvangende landen?

Antwoord ontvangen op 9 september 2011 :

1. Neen.

2. Niet naar mijn weten, en zeker niet tijdens mijn mandaat.

3. Niet naar mijn weten, en zeker niet tijdens mijn mandaat.