Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2766

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 15 juli 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Missie "Welcome to Palestine" - Israël - Vredesactie - Wijgering toegang grondgebied - Oplsuiting - Bijstand - Contacten

Palestina
Palestijnse kwestie
Israël
Cis-Jordaanse kwestie
Belgen in het buitenland

Chronologie

15/7/2011Verzending vraag
26/9/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2766 d.d. 15 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op de ochtend van vrijdag 8 juli 2011 vertrok een vijftigtal Belgen vanuit de luchthaven van Zaventem naar Tel-Aviv (Israël) om deel te nemen aan de internationale missie "Welcome to Palestine". Deze missie kwam er op initiatief van een vijftiental Palestijnse civil rights organisaties uit de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem en beoogt om op een geweldloze manier de Israëlische bezetting aan te klagen.

De internationale deelnemers weigeren bij aankomst in Tel-Aviv (om zoals gebruikelijk) te verzwijgen dat ze naar de bezette Westelijke Jordaanoever gaan. Een week lang willen ze bij Palestijnse families wonen om te ervaren wat het is om onder een militaire bezetting te leven. De meeste van hen hebben geen toegang gekregen tot het Israëlische grondgebied en werden in afwachting van hun uitwijzing opgesloten in de gevangenis. Sommigen van hen weigeren terug te keren en proberen hun uitzetting aan te vechten.

Hierover de volgende vragen:

1) Waren de minister en zijn administratie op de hoogte van deze actie? Werden er hiervoor de nodige voorbereidingen getroffen en op welke wijze gebeurde dat? Op welke wijze verleende de Belgische ambassade haar bijstand aan de geweigerde landgenoten?

2) Heeft België tekst en uitleg gevraagd bij de Israëlische overheden over de weigering tot toegang en de opsluiting van onze landgenoten? Heeft Israël hierover officiële verklaringen gegeven aan de Belgische overheden? Zo ja, beoordeelt de minister deze verklaringen als voldoende gegrond om de toegang tot het Israëlische en Palestijnse grondgebied te weigeren? Zo neen, zal België dit alsnog vragen? Wat is het officiële standpunt van België in deze?

3) Welke contacten vonden er plaats tussen België en Israël voor, na en tijdens deze actie? Wat werd er daarbij precies besproken?

Antwoord ontvangen op 26 september 2011 :

1. Noch mijn administratie, noch ikzelf, werden door de organisatoren van “Welcome to Palestine” voorafgaandelijk ingelicht over deze actie. Nochtans maakt ons reisadvies duidelijk melding van een mogelijke weigering tot het grondgebied, al dan niet met opsluiting tot gevolg. Bovendien moet worden vastgesteld dat de actievoerders de Belgische ambassade in Tel Aviv ook geen lijst wilden overmaken van personen die zouden deelnemen, wederom ondanks duidelijke vermelding in het reisadvies van Buitenlandse Zaken. Daardoor konden mijn diensten pas na het beëindigen van de consulaire bezoeken over een volledige lijst beschikken van de personen die waren opgesloten in een van de detentiecentra.

De medewerkers van onze ambassade in Tel Aviv hebben de situatie van de Belgische onderdanen op de voet gevolgd en brachten hen, van zodra mogelijk, iedere dag een bezoek in de detentiecentra, om er zich van te vergewissen dat de Belgische actievoerders correct behandeld werden. Daar waar er tekortkomingen waren zorgde de Ambassade ervoor dat deze verholpen werden.

Bij het bezoek aan het detentiecentrum in Be'er Sheeva, waar de vijf Belgische minderjarigen vastgehouden werden, vestigde de Ambassade onmiddellijk de aandacht van de directie op hun aanwezigheid.

Onze Ambassade heeft ook proactief bijstand verleend om de Belgen die wensten terug te keren zo snel mogelijk aan een plaats op een vliegtuig te helpen. Zo konden de laatste 2 van de 40 Belgische actievoerders op 12 juli 2011, 4 dagen na hun aankomst in Israël, terugvliegen naar België.

2-3. In totaal werden 40 Belgen die deelnamen aan de actie “Welcome to Palestine” tegengehouden in de luchthaven van Tel Aviv. Er dient vastgesteld te worden dat Israël het soevereine recht heeft om de toegang tot zijn grondgebied te controleren en in sommige gevallen te ontzeggen.

Onze Ambassade werd door het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken geïnformeerd over de specifieke maatregelen die Israël zou treffen naar aanleiding van dergelijke actie. Daarop verzocht onze Ambassade de Israëlische autoriteiten meermaals om de reden van aanhouding en uitwijzing van de Belgen mee te delen. Tot op heden werd op deze vraag niet geantwoord.

De medewerker van de Ambassade heeft dan ook, nadat alle Belgische landgenoten teruggekeerd zijn, het initiatief genomen om samen met een medewerker van de juridische dienst van het Israëlische Ministerie van Binnenlandse Zaken een vergadering te houden om een correct inzicht te krijgen in de wetgeving mbt deEntry into Israel Law”. Met dit overzicht kunnen gestrande Belgen in de toekomst correcter geïnformeerd worden.

De Israëlische autoriteiten hebben ons op geen enkel moment gevraagd deze actie te verhinderen.

Tijdens zijn bezoek aan Israël begin september heeft premier Leterme deze zaak ook aangekaart bij de Israëlische autoriteiten.

De Belgische overheid benadrukt nogmaals de ze de blokkade contraproductief vindt en deze zou opgeheven moeten worden.