Schriftelijke vraag nr. 5-2762

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 15 juli 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Zorgkundigen - Volledige registratie

verplegend personeel
verpleegkundige verzorging
toegang tot het beroepsleven
administratieve formaliteit
officiële statistiek

Chronologie

Vraag nr. 5-2762 d.d. 15 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 2006 werd via een koninklijk besluit (KB) "de zorgkundige" gecreëerd (het "KB zorgkundigen", cf. het koninklijk besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen). Tot op dat moment oefenden verzorgenden bepaalde taken uit die door het zogenaamde "KB 78" (cf. het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen) als een verpleegkundige taak werden gekwalificeerd. Daardoor liepen zij het risico om te worden veroordeeld tot het "onwettig uitoefenen van een gezondheidsberoep". Het "KB zorgkundigen" van 12 januari 2006 beoogde juridische zekerheid voor de betrokkenen.

Het KB voerde in dat de verzorgenden die in een woonzorgcentrum werken, geregistreerd worden als zorgkundigen, op voorwaarde dat ze bewijs van voldoende opleiding konden voorleggen of mits een gelijkstelling op basis van beroepservaring.

Voor een volledige registratie betekende dit concreet dat men op 13 februari 2006 tewerkgesteld moest zijn als verzorgingspersoneel in een verzorgingsinstelling en tevens, ofwel in het bezit zijn van een bepaald diploma/getuigenschrift in verzorging, ofwel een attest van ten minste vijf jaar tewerkstelling voorleggen (voltijds equivalent) in het domein van de zorgen aan de persoon.

Hierover de volgende vragen:

1) Hoeveel volledige registraties werden er afgeleverd gebaseerd op het bezit van de vereiste diploma's of getuigenschriften? Kan de geachte minister deze cijfers tevens uitsplitsen per gemeenschap?

2) Hoeveel volledige registraties werden er afgeleverd gebaseerd op de vijf jaar werkervaring en dus zonder enig getuigschrift? Kunnen deze cijfers tevens uitgesplitst worden per gemeenschap?

3) Werd er naar behoeven gecontroleerd of de vijf jaar tewerkstelling wel degelijk werd voltrokken en of het daarbij wel degelijk om verzorgende taken ging? Op welke wijze gebeurde deze controles? Hoeveel aanvragen werden er geweigerd bij deze vorm van registratie en basis van welke gronden?

Antwoord ontvangen op 11 oktober 2011 :

1. In de huidige statistieken worden de registraties per taalgroep en niet per gemeenschap uitgesplitst.

Definitieve registraties op 1 september 2011 :

De federale gegevensbank van de beroepsbeoefenaars van de gezondheidszorg kan ons geen bijkomende statistische onderverdeling geven op basis van de verworven diploma's en getuigschriften, aangezien deze bijkomende parameters niet in die gegevensbank steken. Maar de dossierbeheerders gebruiken deze parameters wel om de individuele dossiers te analyseren.

Bovendien moet men ook rekening houden met de voorlopige registraties die definitief worden wanneer men het bewijs levert dat men voor een bijkomende opleiding van 120 uren is geslaagd.

Op 1 september 2011 :

2. De cijfers op basis van de 5 jaar beroepservaring zijn evenmin beschikbaar.

3. Bij het onderzoeken van de dossiers heeft men, via een werkattest dat al deze gegevens vermeldt, gekeken of de voorwaarde met betrekking tot de vijf jaar beroepservaring was nageleefd en of de persoon die de aanvraag tot registratie als zorgkundige deed inderdaad zorgtaken had uitgevoerd. De dossierbeheerders kijken deze parameters in elk dossier na. Daarna worden de dossiers aan de leden van de Erkenningscommissie van de beoefenaars van de verpleegkunde voor advies voorgelegd.

Rekening houdende met alle criteria en met een uitsplitsing per taalgroep werden er 1 017 Franstalige en 2 598 Nederlandstalige dossiers geweigerd, of een totaal van 3 615 dossier (toestand op 11 juli 2011).

De boordtabellen werden opgemaakt op basis van de registraties in de federale gegevensbank van de beroepsbeoefenaars van de gezondheidszorg en bevatten geen statistische uitsplitsing volgens het criterium van vijf jaar beroepservaring en of men al of niet zorgtaken heeft uitgevoerd.