Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2683

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 8 juli 2011

aan de staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie

Namaak en piraterij - Bestrijding - Stichting "Neen aan namaak en piraterij" - Samenwerking met de overheid

namaak
zwarte handel
fraude
stichting

Chronologie

8/7/2011Verzending vraag
22/11/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2683 d.d. 8 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Frans)

Om een einde te stellen aan de handel in namaakartikelen is een betere samenwerking tussen de douane, de politie, de economische inspectie, het Geneesmiddelenagentschap en de houders van intellectuele eigendomsrechten nodig. Daarom hebben de Belgische douane en de Belgische tak van de International Chamber of Commerce (ICC) de stichting "Neen aan namaak en piraterij" in het leven geroepen om het publiek te sensibiliseren voor de risico's en schade van namaak.

De stichting gaat dus informatie- en preventiecampagnes organiseren teneinde de aandacht van het publiek en van de economische actoren te vestigen op het belang van de strijd tegen namaak en piraterij. De organisatie treedt bovendien op als tussenpersoon van verschillende openbare instellingen en ondernemingen.

Het eerste werkingsjaar, gepland in 2012, zou worden gewijd aan thema's als namaakgeneesmiddelen en de namaak tijdens de Olympische Spelen te Londen in 2012.

Wat zal de meerwaarde zijn van die stichting ten opzichte van andere diensten die fraude bestrijden? Hoe zal de samenwerking tussen de stichting en de overheden concreet worden georganiseerd? Zal de stichting toegang hebben tot de gegevensbestanden van de overheid en van de houders van intellectuele eigendomsrechten? Welk budget zal de stichting krijgen? Zal er een specifieke dienst komen waarop de consumenten een beroep kunnen doen wanneer zij vermoeden dat een product dat hun werd geleverd, nagemaakt is?

Antwoord ontvangen op 22 november 2011 :

Namaak en piraterij - Bestrijding - Stichting "Neen aan namaak en piraterij" - Samenwerking met de overheid.

Om een einde te stellen aan de handel in namaakartikelen is een betere samenwerking tussen de douane, de politie, de economische inspectie, het Geneesmiddelenagentschap en de houders van intellectuele eigendomsrechten nodig. Daarom hebben de Belgische douane en de Belgische tak van de International Chamber of Commerce (ICC) de stichting "Neen aan namaak en piraterij" in het leven geroepen om het publiek te sensibiliseren voor de risico's en schade van namaak.

De stichting gaat dus informatie- en preventiecampagnes organiseren teneinde de aandacht van het publiek en van de economische actoren te vestigen op het belang van de strijd tegen namaak en piraterij. De organisatie treedt bovendien op als tussenpersoon van verschillende openbare instellingen en ondernemingen.

Het eerste werkingsjaar, gepland in 2012, zou worden gewijd aan thema's als namaakgeneesmiddelen en de namaak tijdens de Olympische Spelen te Londen in 2012.

1) Wat zal de meerwaarde zijn van die stichting ten opzichte van andere diensten die fraude bestrijden?

2) Hoe zal de samenwerking tussen de stichting en de overheden concreet worden georganiseerd?

3) Zal de stichting toegang hebben tot de gegevensbestanden van de overheid en van de houders van intellectuele eigendomsrechten?

4) Welk budget zal de stichting krijgen?

5) Zal er een specifieke dienst komen waarop de consumenten een beroep kunnen doen wanneer zij vermoeden dat een product dat hun werd geleverd, nagemaakt is?

Antwoord vraag 1:

De strijd tegen de namaak is een blijvend aandachtspunt voor de regering. Deze regering heeft inzake de fraudebestrijding gekozen voor een doorgedreven samenwerking tussen de betrokken administraties. Daartoe is onder mijn voorzitterschap een College voor de strijd tegen de fiscale en sociale fraude opgericht. In dit college zetelen de topambtenaren van de administraties die werken aan de fraudebestrijding. Voor de strijd tegen de namaak zijn dit de Algemene Administratie der Douane en Accijnzen van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën, de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de FOD Economie, de Directie Economische en Financiële Criminaliteit (DJF) van de Federale Politie en het College van Procureurs-generaal. 

Het College voor de strijd tegen de fiscale en sociale fraude heeft in haar actieplan 2008-2009 de samenwerking tussen deze administraties geconcretiseerd in het actiepunt 45 “Verhoogde aandacht van de opsporingsdiensten van de douane, de federale politie en de FOD Economie voor namaak”.

Dit actiepunt heeft op verschillende vlakken tot resultaat geleid. Zo is het koninklijk besluit ter uitvoering van de wet van 15 mei 2007 betreffende de opsporing en bestraffing van namaak en piraterij van intellectuele eigendomsrechten opgesteld en ligt dit ter ondertekening bij de Koning. Tevens is er ook een transversaal sharepoint opgericht. Dit is een informatiesysteem dat toelaat malafide praktijken, zoals namaak, op te sporen en te delen met de andere betrokken administraties in het kader van een betere samenwerking. De werking van en de meldingen op dit sharepoint gedaan, worden geëvalueerd als vast agendapunt van de vergadering van de ‘Interdepartementale Commissie voor de Coördinatie van de strijd tegen de economische fraude’(ICCF).

Het mag duidelijk zijn dat de strijd tegen de namaak belangrijk blijft. Dit blijkt ook uit het laatste rapport voor het jaar 2010 van de Europese commissie inzake het aantal vaststellingen. Daaruit blijkt dat België behoort tot de groep van lidstaten waar het aantal vaststellingen door de Douane gestegen is. In 2010 waren er 4.978 vaststellingen wat een stijging betekent met 35 % ten opzicht van 2009 met 3 696 vaststellingen.

Ook eind september 2011 werd een internationaal gecoördineerde actie gevoerd. De operatie 'Pangea IV' richtte wereldwijd haar pijlen op de online verkoop van namaakgeneesmiddelen en op onwettige geneesmiddelen. De actie vormde een samenwerking tussen Interpol, de WCO (‘World Customs Organisation’ of Wereld Douane Organisatie), het PFIPC (Permanent Forum tegen de Internationale Farmaceutische Criminaliteit), de HMA WGEO (Heads of Medicines Agencies Working Group of Enforcement Officers), de farmaceutische industrie en de elektronische betaaldienstproviders.

België werkt mee aan deze operatie onder het voogdijschap van de FOD Financiën, Algemene Directie Douane en Accijnzen en het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG). Er werken nog 80 andere landen aan de operatie mee, die gesteund wordt door de IMPACT (International Medicinal Products Anti-Counterfeiting Taskforce).

Pangea IV heeft wereldwijd zeer goede resultaten opgeleverd, aangezien er in totaal bijna 13 500 onwettige websites gesloten werden, 45 500 pakketten werden gecontroleerd en daarvan werden bijna 8 000 in beslag genomen. Er werd beslag gelegd op iets meer dan 2,4 miljoen onwettige en vervalste tabletten, afkomstig uit 48 landen.

Hieruit blijkt dat een gecoördineerde samenwerking tot resultaat leidt. De betrokken administraties zijn er zich van bewust dat in de strijd tegen de namaak, de samenwerking ook moet gebeuren met het bedrijfsleven om onder andere te kunnen nagaan of een product al dan niet namaak is.

De International Chamber of Commerce van België (ICC België) is een onderdeel van de wereldorganisatie ‘World Business Organization’ van de ondernemingen. Zij formuleert concrete voorstellen in dossiers die het ondernemingsgebeuren beïnvloeden. De strijd tegen namaak is voor ICC een belangrijk dossier wegens de belangrijke gevolgen op het vlak van concurrentievervalsing.

In het kader daarvan heeft de ICC reeds in november 2007 een convenant afgesloten met de Belgische administratie der douane en accijnzen in verband met de strijd tegen de illegale handel in goederen die een intellectueel eigendomsrecht schenden. Die overeenkomst had onder andere tot doel om samen de middelen tot samenwerking en tot overleg te bestuderen en uit te werken.

Eén van de vaststellingen bestond erin dat, om efficiënt te kunnen optreden tegen namaak, er tussen de betrokken partijen een goede vertrouwensrelatie moet zijn. Er was echter geen kader voorhanden waarbinnen een objectief en open overleg kan gebeuren.

Om daaraan te verhelpen bundelden de Algemene Administratie der Douane en Accijnzen en de International Chamber of Commerce (ICC) Belgium hun krachten door de oprichting van de Stichting “Neen aan namaak en piraterij”.

Met deze stichting willen douane en ICC-België het publiek eens te meer bewustmaken van de risico’s en de nadelen van namaak. De stichting zal daarvoor inderdaad informatie- en voorlichtingscampagnes organiseren die de aandacht van het publiek en het bedrijfsleven vestigen op het belang van de strijd tegen namaak en piraterij. Deze campagnes kunnen gebeuren aan de hand van opleidings- en voorlichtingsactiviteiten of van meer specifieke mediacampagnes aan de hand van radio- en TV spots, affichecampagnes en advertenties in de media.

Verder wil de organisatie zich profileren als intermediair forum tussen de diverse overheidsinstanties en het bedrijfsleven. Voor 2011, het eerste werkingsjaar van de stichting, wordt gewerkt rond de thema’s namaakgeneesmiddelen en namaak tijdens de Olympische Spelen van volgend jaar in Londen. 

Antwoord vraag 2 : 

De samenwerking tussen de stichting en de autoriteiten bevindt zich voornamelijk op het vlak van kennisdeling. De expertise van de openbare diensten gekoppeld aan die van de private sector, moet de stichting toelaten haar middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten en een programma dat in het teken staat van preventie en voorlichting op te stellen. 

Antwoord vraag 3 : 

De stichting is een autonome juridische entiteit onder de vorm van een private stichting en moet in die zin als zodanig beschouwd worden wanneer het toegang betreft tot de databanken van openbare diensten. Zo zal het bijvoorbeeld geen toegang krijgen tot de databank van de vaststellingen door de administratie maar kan het wel een overeenkomst maken met merkenhouders om toegang te krijgen tot hun databanken. De meerwaarde van de stichting zal meer bestaan uit het uitwisselen van inlichtingen zoals tendensen in de namaak, op basis waarvan een preventiecampagne kan opgebouwd worden. 

Antwoord vraag 4 : 

De stichting heeft geen startkapitaal. In overeenstemming met de mogelijkheden voorzien in haar statuten zullen fondsen geworven worden die activiteiten toelaten. In het bijzonder wordt er momenteel voornamelijk gewerkt via sponsoring. Deze formule laat zowel private als publieke inbreng toe. 

Antwoord vraag 5 : 

Het is de intentie van de stichting om op haar website een meldingsformulier te publiceren. Naar gelang de aard van de meldingen zal de stichting proberen in een oplossing te voorzien of optreden als doorgeefluik. Dit laatste zal voornamelijk het geval zijn bij klachten waarvoor onderzoek ervan tot de bevoegdheid van openbare of politiediensten behoort.