Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2675

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 4 juli 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Het visserijakkoord van de Europese commissie met Marokko

Marokko
visserijovereenkomst
West-Sahara
Europese Commissie

Chronologie

4/7/2011Verzending vraag
8/8/2011Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1095

Vraag nr. 5-2675 d.d. 4 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 25 februari werd het visserijakkoord tussen de Europese Commissie en Marokko met een jaar verlengd. Aangezien de visvoorraden voor de Marokkaanse kust bijzonder schaars zijn geworden zal de visvangst vooral plaats vinden voor de kusten van het door Marokko bezette gebied van de Westelijke-Sahara.

Dat de Europese Commissie een oogje dicht doet voor de Marokkaanse politiek in dit gebied in ruil voor dit visserijakkoord is duidelijk. Gevolg is dat het volk van Sahrawi's amper mogen delen in de opbrengsten van dit akkoord met de Europese Unie. Rabat ontzegt de lokale vissers regelmatig de broodnodige visvergunningen.

Nu blijkt uit een officieel document dat de EU zelf ook verlies lijdt met dit akkoord. Een vertrouwelijke studie in opdracht van de Commissie gedaan door de Franse consultancyfirma Oceanic Développement uit december 2010 stelt dat voor elke Euro die de EU investeert, zij slechts 83 Eurocent terugkrijgt. In het visserijakkoord wordt gesproken van een jaarlijkse investering van 36miljoen Euro, wat neerkomt op een verlies van 6,12 miljoen Euro, zijnde 17%.

Het rapport concludeert dat het akkoord met Marokko "de minst voordelige return voor de Europese belastingbetaler voorziet in alle visserijakkoorden die de EU ooit getekend heeft met derde landen" en dat hetzelfde akkoord gesloten kon worden aan een lagere kost. Oceanic Développement zegt ook dat de Europese visvangst voor de kusten van Marokko en Westelijke Sahara met zijn 44,000 ton een marginaal aandeel uitmaakt van de Europese behoefte aan vis die 13 miljoen ton bedraagt.

Europese Commissaris voor Visserij Maria Damanaki stelde reeds vorig jaar in een interview dat ze "niet overtuigd was van de voordelen die uit het akkoord vloeien voor Sahrawi's". Desalniettemin werd het negatief advies genegeerd door de collega's in de Europese Commissie die niet volledig ontdaan waren van nationale belangen, met name voorzitter Barroso en de Spaanse vice-voorzitter Almunia.

Het akkoord op de Europese top van visserijministers goedgekeurd, dankzij een stevige alliantie onder leiding van Spanje, Frankrijk en Portugal. Er waren vijf tegenstemmen van Zweden, Denemarken, Finland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Door de verlenging van het akkoord zullen opnieuw 115 Europese vissersschepen - waarvan 95 Spaanse - opnieuw aan de Atlantische kusten kunnen vissen.

Eerder verklaarde U op 21 december 2010 in deze commissie dat:

"Inzake de visserijakkoorden steunt België het principe van het sluiten van visserijakkoorden met derde landen en vooral met landen in ontwikkeling. Dat geldt ook voor akkoorden waarbij de Belgische visserijvloot niet betrokken is, zoals het geval is met het akkoord met Marokko. Tegelijk houdt België vast aan het standpunt dat het sluiten van een visserijakkoord niet in strijd mag zijn met het internationaal recht. Wat Marokko betreft is het standpunt van de VN duidelijk: de Westelijke Sahara is een niet-zelfbesturende territorium, bestuurd door de Marokkaanse overheid, die als dusdanig bij economische beslissingen de belangen van de lokale bevolking steeds voor ogen moet houden. Die moet dus ook voordeel halen uit het visserijakkoord tussen Marokko en de EU."

Mijn vragen aan de minister zijn:

" Waarom heeft België dit visserijakkoord gesteund ondanks het negatief advies in het rapport van Oceanic Déveleoppement en de tegenkanting van verschillende landen?

" Hoe verklaart u de ambigue houding van Europees Commissaris voor Visserij Damanaki tegenover de verlenging van het verdrag?

" Welke invloed hebben de Spaanse en Portugese lidstaten in de Europese Unie gebruikt om de verlenging van dit verdrag alsnog door te drukken ondanks het negatief advies van de consultancyfirma en verschillende NGO's?

Antwoord ontvangen op 8 augustus 2011 :

1. U stelt terecht dat België het principe van het sluiten van visserijakkoorden met derde landen ondersteunt, maar dat dit uiteraard in lijn moet zijn met het internationaal recht. Het is correct dat de bevolking van de Westelijke Sahara voordeel moet halen uit dit akkoord, wil dit conform het internationaal recht zijn. In de aanloop naar de onderhandelingen over het mandaat, liet de Commissaris de Lidstaten weten dat er tekenen waren dat de Sahrawi voordeel haalden uit dit akkoord, maar dat verdere informatie nodig was. Marokko had informatie verschaft aan de Commissie, en deze heeft deze informatie overgemaakt aan de lidstaten. België stemde toen in met de verlenging met één jaar, waarbij Marokko de verplichting krijgt om voor het einde van dit akkoord informatie over de socio-economische impact van dit akkoord over te maken. Deze informatie moet ook de geografische verdeling van deze impact aangeven. België zal, indien de Commissie een nieuw akkoord voorstelt, alle informatie die het voorhanden heeft analyseren en een uitspraak ten gronde doen.

Het rapport van Océanic Développement maakt enkel een balans op van dit akkoord en doet geen aanbevelingen over de al dan niet verlenging van dit akkoord.

2. Met betrekking tot de houding van Commissaris Damanaki kan ik enkel vaststellen dat de Commissie collegiaal werkt. Elk voorstel wordt door het College aangenomen en niet door een individuele Commissaris. Wat dat betreft hebben wij geen zicht op wat er zich binnen het College afspeelt.

3. Ik heb geen verdere informatie over de mogelijke invloed van Spanje of Portugal in dit dossier.