Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2642

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 24 juni 2011

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen

Strafrechtelijke veroordeelden - Inreisverbod - Behouden als uitzonderingsmaatregel

strafsanctie
toelating van vreemdelingen
Myria
Unia
nationale uitvoeringsmaatregel

Chronologie

24/6/2011Verzending vraag
18/10/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2642 d.d. 24 juni 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het inreisverbod is een administratieve beslissing waarbij de vreemdeling in kwestie de toegang tot de Schengenzone voor een bepaalde termijn wordt ontzegd. België hanteert dit middel nu alleen voor mensen die strafrechtelijk zijn veroordeeld.

In het jaarverslag 2010, blz.185, van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding, vraagt het Centrum bij de omzetting van de richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven, het gebruik van de mogelijkheid voor een inreisverbod omwille bepaalde strafrechtelijke veroordelingen als een uitzonderingsbepaling te behouden.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Wat is de stand van zaken van de omzetting van de richtlijn 2008/115/EG ,meer bepaald met betrekking tot de bepalingen rond het inreisverbod? Plant de geachte staatssecretaris een uitbreiding van het gebruik van deze maatregel?

2) Zal hij de vraag van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding in acht nemen, om bij de omzetting van de richtlijn 2008/115/EG, gebruik te maken van de mogelijkheid voor een inreisverbod omwille bepaalde strafrechtelijke veroordelingen als een uitzonderingsbepaling te behouden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord ontvangen op 18 oktober 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Ik heb het genoegen u mee te delen dat het voorontwerp van wet tot omzetting van de richtlijn 2008/115 op 1 juli 2011 goedgekeurd werd door de ministerraad. Dit voorontwerp wordt voor een advies voorgelegd aan de afdeling wetgeving van de Raad van State.

Overeenkomstig artikel 11 van de richtlijn voorziet het voorontwerp van wet dat de verwijderingsbeslissing in de volgende twee gevallen systematisch gepaard gaat met een inreisverbod:

  1. Aan de onderdaan van een derde land werd geen enkele termijn toegekend om het grondgebied te verlaten;

  2. De onderdaan van een derde land heeft niet aan de terugkeerverplichting voldaan.

In het geval waarin de onderdaan van een derde land bedrog heeft gepleegd of onwettige middelen heeft gebruikt om een machtiging tot verblijf te bekomen of zijn recht op verblijf te behouden voorziet het voorontwerp van wet dat de verwijderingsbeslissing gepaard zal gaan met een inreisverbod van maximum vijf jaar.

Het inreisverbod voorzien door de richtlijn is niet enkel gericht op strafrechtelijke veroordelingen. Voor deze categorie van personen kan overigens artikel 26 van de wet van 15 december 1980 toegepast worden.