Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2641

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 24 juni 2011

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen

Migratie - Statistieken - Gebruik van de cohortebenadering

Myria
migratie
officiële statistiek
politiek asiel
politieke vluchteling
Dienst Vreemdelingenzaken
Unia
asielzoeker

Chronologie

24/6/2011Verzending vraag
18/10/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2641 d.d. 24 juni 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding (CGKR) beveelt de Belgische overheden aan om bij de voorstelling van migratiestatistieken gebruik te maken van de cohortebenadering. Deze benadering geeft de relatie aan tussen positieve en negatieve beslissingen en het jaar waarin de desbetreffende aanvragen werden ingediend, en dus niet het jaar waarin de beslissingen werden genomen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vraag:

Is de geachte staatssecretaris bereid om het advies van het CGKR op te volgen door bij de voorstelling van migratiestatistieken gebruik te maken van de cohortebenadering? Zo ja, hoe en wanneer zal hij dit advies concretiseren? Zo niet, met welke argumenten wijst hij dit advies af?

Antwoord ontvangen op 18 oktober 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Het voorstel van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding (CGKR) om de voorstelling per cohort voor de statistieken inzake de migratie uit te breiden herneemt een oude aanbeveling van de specialisten van de statistieken inzake de internationale migraties, zowel voor het asiel als voor het verwerven van de nationaliteit, de integratie…

Deze wetenschappelijke aanbeveling werd door de Europese Commissie, het Europees Parlement en de lidstaten van de Europese Unie politiek gezien als voldoende relevant beschouwd, zodat ze besloten hebben om een mogelijkheid om de lidstaten ertoe te verplichten om dit soort gegevens in het kader van het asiel over te leggen te voorzien, en dit door middel van artikel 8 van de verordening 862/2007 betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming, dit wil zeggen in de hoofdtekst die de overlegging van de migratiestatistieken in Europa regelt (artikel 8 heeft echter betrekking op de verdere uitsplitsingen die door de Commissie kunnen worden gevraagd, indien ze dat wenst, maar die niet meteen verplicht zijn).

Zowel vanuit een wetenschappelijk als vanuit een politiek standpunt kan men het dus enkel eens zijn over de wetenschappelijke en politieke relevantie van de overlegging van statistieken per cohort.

De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), die zich bewust is van het belang van dit soort statistieken, heeft verschillende acties gevoerd die erop gericht waren om hun ontwikkeling te bevorderen :

- sinds het rapport van 2008 zijn in alle « Migratierapporten » van het CGKR de overgenomen statistieken inzake het asiel, de verblijfstitels, de terugdrijving, de onderschepping en de verwijdering van illegaal verblijvende vreemdelingen ofwel bijna volledig overgenomen uit statistieken die door de DVZ werden overgemaakt, ofwel overgelegd op basis van gegevens die door de DVZ werden overgemaakt. In het kader van het asiel en van de verblijfstitels maken de buitengewoon gedetailleerde gegevens die overgemaakt worden het perfect mogelijk om statistieken per cohort over deze twee thema’s over te leggen (evenals, op meer anekdotische wijze, voor de onderscheppingen);

- in 2008 heeft de DVZ, in het kader van het « ROUTE »-project van het CGKR, dat erop gericht was om de situatie van de vreemdelingen die in 2005 of 2006 om humanitaire redenen geregulariseerd werden per cohort op te volgen, dankzij een koppeling van de gegevens van de databank van de DVZ en van de Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid, aan het CGKR alle noodzakelijke individuele inlichtingen over de genoemde geregulariseerden bezorgd, om een opvolging per cohort te verzekeren (http://www.diversite.be/?action=artikel_detail&artikel=440). De DVZ heeft ook actief meegewerkt aan de opsporingsploeg ;

- het contactpunt van het Europees Migratienetwerk, dat in het kader van eenzelfde structuur vertegenwoordigers van de DVZ, van het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (CGVS) en van het CGKR omvat, onder leiding van de DVZ, heeft in het kader van het Belgisch voorzitterschap een conferentie over dit thema georganiseerd (http://www.emnbelgium.be/news/tools-following-trajectories-migrants);

- in de loop van het jaar 2011 heeft het CGKR het advies van de DVZ gevraagd in verband met de mogelijkheid om in de toekomst de methodologie van opvolging per cohort, die in het kader van het « ROUTE »-project werd uitgewerkt, opnieuw toe te passen op de asielzoekers die als vluchteling of als begunstigde van een subsidiaire bescherming erkend worden. De DVZ heeft een positief antwoord gegeven.

De DVZ heeft dus duidelijk gemaakt dat hij geïnteresseerd is in dit soort gegevens. Hij heeft gevolg gegeven aan verschillende aanvragen die erop gericht zijn om gegevens te bekomen die het mogelijk maken om indicatoren per cohort te berekenen. Hij publiceert dit soort statistieken echter nog niet rechtstreeks, omdat er twee prioriteiten zijn in verband met de statistieken. Ten eerste moet er nu voorrang verleend worden aan de overlegging van de statistieken die als gevolg van de goedkeuring van de verordening 862/2007 vereist zijn. Deze verordening verplicht alleen al de DVZ ertoe om elk jaar een honderdtal nieuwe en bijzonder gedetailleerde statistische tabellen over te maken aan de Europese Commissie, wat tot een aanzienlijke werklast geleid heeft, wat voor het komende jaar ook nog het geval zal zijn. Wat dat betreft, volgt de DVZ het standpunt van Eurostat (het statistisch bureau van de Europese Unie). Alhoewel Eurostat een tijdlang overwogen heeft om statistieken per cohort te ontwikkelen voor het asiel (artikel 8 van de verordening 862/2007) en het verwerven van de nationaliteit (zie voorbereidende werken van de verordening 862/2007) werd er uiteindelijk besloten om de overlegging van dit soort statistieken per cohort niet op te leggen aan de lidstaten. Enerzijds bleek het voor de Commissie noodzakelijk te zijn om de voorrang te geven aan de overlegging van andere statistieken die vermeld worden in de verordening 862/2007, wat een aanzienlijke uitdaging vormt voor de lidstaten. Anderzijds is Eurostat, na de onderzoeken die gevoerd werden door de diensten, tot de conclusie gekomen dat de overgrote meerderheid van de Europese Staten niet in staat is om dit soort statistieken over te leggen. Omwille van de vooruitgang en de ontwikkelingen in het kader van de overlegging van de gegevens inzake het asiel, de terugdrijving, de onderschepping en de verwijdering van illegaal verblijvende vreemdelingen zou de DVZ in 2012 volledig moeten voldoen aan de vereisten die voortvloeien uit de verordening 862/2007. Ten tweede heeft de DVZ, algemeen gezien, verschillende andere projecten ingevoerd die erop gericht zijn om zijn statistische productie te ontwikkelen, om enerzijds de aanvragen die ontvangen werden door zijn diensten, de behandeling van de aanvragen die door zijn diensten genomen werden, en met name de behandelingstermijnen, beter op te kunnen volgen, evenals de productiviteit van zijn diensten (dit project wordt in het jaarverslag van de DVZ beschreven).

Alhoewel de overlegging van gegevens per cohort momenteel niet uitdrukkelijk een statistische prioriteit van de DVZ is zou het statistisch werk dat momenteel geleverd wordt het mogelijk moeten maken om dit soort statistieken in de toekomst gemakkelijker over te kunnen leggen.

Uit al het voorgaande blijkt dat de DVZ al lang samenwerkt met het CGKR in verband met deze kwestie, dat hij te dien einde al verschillende reeksen gegevens geleverd heeft, dat hij actief heeft meegewerkt aan alle activiteiten van het CGKR die erop gericht zijn om de voorstelling per cohort van de statistieken inzake de migratie uit te breiden en dat hij bereid is om op deze weg voort te gaan.