Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2617

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 juni 2011

aan de minister van Pensioenen en Grote Steden

Vervroegd pensioen om medische redenen - Pensioencommissie - Aantal vervroegde pensioenen per leeftijdsgroep - Opvolging

vervroegd pensioen
arbeidsongeschiktheid
Sociaal-Medische Rijksdienst
officiële statistiek

Chronologie

23/6/2011Verzending vraag
10/8/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2617 d.d. 23 juni 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Onze sociale wetgeving voorziet de mogelijkheid van een vervroegd pensioen om medische redenen. Een Pensioencommissie beoordeelt deze aanvragen en dossiers. In sommige gevallen worden nog erg jonge mensen definitief arbeidsongeschikt verklaard en dus op pensioen gestuurd.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Op welke wijze is deze Pensioencommissie samengesteld?

2) Hoeveel dossiers behandelde deze Commissie jaarlijks sinds 2007? Hoeveel mensen werden er jaarlijks sinds 2007 vroegtijdig definitief arbeidsongeschikt verklaard om medische redenen?

3) Hoeveel mensen zijn er op pensioen gesteld binnen volgende leeftijdscategorieën: 20 tot 30 jaar; 30 tot 40 jaar; 40 tot 50 jaar, 50 tot 60 jaar en 60 tot 65 jaar? Worden er na de definitieve arbeidsongeschiktheid en oppensioenstelling nog onderzoeken uitgevoerd om te zien of de medische reden en de arbeidsongeschiktheid nog gerechtvaardigd zijn?

4) Bestaan er andere redenen om vroegtijdig op pensioen gesteld te worden dan omwille van medische redenen? Zo ja, welke en over hoeveel personen gaat het hier jaarlijks sinds 2007?

Antwoord ontvangen op 10 augustus 2011 :

In antwoord op zijn vragen kan ik het geachte lid het volgende antwoorden.

  1. Wanneer een statutair ambtenaar ter beschikking wordt gesteld na uitputting van zijn ziektedagen, kan zijn werkgever een aanvraag voor medisch onderzoek richten aan de cel pensioenen van de bevoegde dienst medische expertise.

Het komt aan de overheid waartoe de ambtenaar behoort toe om de dienst aan te wijzen die voor de medische expertise bevoegd is. Voor de ambtenaren van de federale overheid is de bevoegde dienst medische expertise Medex.

De betrokken ambtenaren worden onderzocht door een pensioencommissie.

Deze commissie bestaat uit :

De beslissing tot vervroegde oppensioenstelling wordt genomen door de hoofdgeneesheer van de bevoegde dienst medische expertise.

  1. Deze commissie ressorteert niet onder mijn bevoegdheid als minister van Pensioenen, maar wel onder die van mijn collega van Volksgezondheid zodat ik het geachte lid de gevraagde cijfers betreffende het aantal behandelde dossiers niet kan verstrekken.

  2. Onderstaande tabel toont het totaal aantal op 1 juli 2010 lopende tijdelijke en definitieve rustpensioenen wegens lichamelijke ongeschiktheid volgens de leeftijd van de opruststelling ( door de Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS) beheerde pensioenen) :

Leeftijd van de

oppensioenstelling

Aantal

<20 jaar

171

[ 20 - 29 ]

1 219

[ 30 - 39 ]

4 544

[ 40 - 49 ]

15 238

[ 50 - 59 ]

38 680

[ 60 - 64 ]

4 878

Totaal

64 730

Hieronder een tabel met de evolutie van het aantal nieuwe tijdelijke en definitieve rustpensioenen wegens lichamelijke ongeschiktheid volgens de leeftijd van de opruststelling voor de periode 2007 – 2010 (door de PDOS beheerde pensioenen) :

Leeftijd van de

oppensioenstelling

2007

2008

2009

2010

<20 jaar

 

 

 

1

[ 20 - 29 ]

21

25

19

11

[ 30 - 39 ]

122

110

125

111

[ 40 - 49 ]

594

578

526

486

[ 50 - 59 ]

2 047

2 096

1 977

2 026

[ 60 - 64 ]

185

195

211

327

Totaal

2 969

3 004

2 858

2 962

Indien aan een ambtenaar een definitief rustpensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid wordt toegekend, wordt na zijn oppensioenstelling niet meer onderzocht of de arbeidsongeschiktheid nog gerechtvaardigd is.

Nochtans, in de gevallen waarin een tijdelijk pensioen toegekend wordt (voor een maximum duur van twee jaar), kan de bevoegde dienst medische expertise op elk tijdstip beslissen de ambtenaar aan een nieuw onderzoek te onderwerpen en moet de ambtenaar ten minste eenmaal opnieuw onderzocht worden tussen de derde en de zesde maand vóór de datum van het verstrijken van de periode van het tijdelijk pensioen.

  1. Ambtshalve pensionering vóór de leeftijd van 60 jaar om andere redenen dan om medische redenen, bestaat binnen de overheidssector enkel nog voor militairen.

Sinds 1 januari 2009 werd de leeftijdsgrens waarop officieren, militaire experts en alle militairen beneden de rang van officier ambtshalve op pensioen gesteld worden – behalve uitzonderingen en overgangsmaatregelen – vastgelegd op de leeftijd van 56 jaar.

Voor de personeelsleden van de politiediensten is pensionering vóór de leeftijd van 60 jaar niet meer mogelijk. Aan personeelsleden van bepaalde personeelscategorieën kan, op verzoek, evenwel een pensioen worden toegekend vanaf de leeftijd van 58 jaar (zie 54 jaar of 56 jaar aan sommige gewezen rijkswachters). Dit is nochtans slechts mogelijk als hun loopbaan ten minste 20 pensioenaanspraakverlenende dienstjaren telt.

Onderstaande tabel geeft voor de periode 2007 – 2010, de evolutie van het aantal nieuwe rustpensioenen voor de militairen en de geïntegreerde politie weer, volgens de leeftijd van de opruststelling, zonder rekening te houden met de pensioenen wegens lichamelijke ongeschiktheid:

Leeftijd van de

oppensioenstelling

2007

2008

2009

2010

[ 40 - 49 ]

10

7

6

4

[ 50 - 59 ]

1 457

1 454

1 311

1 380

[ 60 - 64 ]

244

280

282

268

65 jaar en meer

19

39

49

57

Totaal

1 730

1 780

1 648

1 709