Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2531

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 16 juni 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Verzorgenden - Bijscholing - Conflict met de gemeenschappen - Compromis

verplegend personeel
verpleegkundige verzorging
zorg voor ouderen
praktijkopleiding
gemeenschappen van België

Chronologie

16/6/2011Verzending vraag
7/11/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2531 d.d. 16 juni 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op het terrein van de verzorging maakt men momenteel een onderscheid tussen enerzijds " verzorgende " en anderzijds " zorgkundige ". De verzorgenden vallen onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap. Het gaat hier over de vroegere gezins- en bejaardenhelpers. De zorgkundige, een nieuwe term, behoort tot de bevoegdheid van de federale overheid. Het is niet zo duidelijk waar het verschil tussen beide ligt. Beide categorieën zijn opgeleid voor personenzorg. De zorgkundige mag deze zorg enkel toedienen onder supervisie van een verpleegkundige.

Toch woekert er blijkbaar een koppig conflict tussen de federale en de Vlaamse overheid. De geachte minister oordeelde dat de verzorgenden bijscholing nodig hebben, maar er groeit geen consensus met de gemeenschappen hoe dit moet worden geconcretiseerd. Deze onenigheid blokkeert een vlotte inzet van deze beroepskrachten en bedreigt de kwaliteit van onder andere de ouderenzorg.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Waarom oordeelde de geachte minister dat de verzorgenden nood hebben aan bijscholing?

2) Waarom slaagt zij er niet in om in verband met de invulling van deze bijscholing een compromis met de gemeenschappen te sluiten? Waar liggen de tegenstellingen? Op welke voorstellen reageren de gemeenschappen afwijzend? Welke argumenten worden in deze discussie gebruikt?

3) Kan zij voorspellen wanneer er hieromtrent een werkzaam compromis wordt afgesloten?

Antwoord ontvangen op 7 november 2011 :

1) Het beroep van zorgkundige is een nieuw gezondheidszorgberoep dat bij de wet van 10 augustus 2001 werd ingevoegd in het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de gezondheidszorgberoepen, meer bepaald in artikel 21quinquiesdecies. Er is dus een duidelijk verschil met het beroep van verzorgende dat in het licht van het koninklijk besluit nr. 78 niet tot de gezondheidszorgberoepen wordt gerekend.

Zorgkundigen mogen, via delegatie door een verpleegkundige, bepaalde activiteiten verrichten die andere personen zonder deze beroepsbekwaamheid niet mogen uitvoeren.

In samenwerking met de Gemeenschappen heb ik de bijkomende nodige opleiding(en) vastgelegd zodat bepaalde categorieën verzorgenden de beroepsbekwaamheid van zorgkundige kunnen krijgen.

2) Op 14 december 2009 sloot ik met de Gemeenschappen een protocolakkoord betreffende de relatie tussen zorg- en bijstandsverleners van erkende diensten voor thuishulp en beoefenaars van gezondheidszorgberoepen die werkzaam zijn in de thuiszorg (Belgisch Staatsblad van 20 januari 2010). De Interkabinettenwerkgroep buigt zich momenteel over de toegang tot de registratie als zorgkundige voor personen die in deze erkende diensten voor thuishulp werken.

3) Het protocolakkoord en de Interkabinettenwerkgroep zijn het bewijs dat er reeds werkzame compromissen zijn bereikt, waarbij het onderling overleg centraal staat.