Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2429

van Christine Defraigne (MR) d.d. 31 mei 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Dierenmishandeling - Strijd - Wetgeving - Gevoel van straffeloosheid - Maatregelen - Betrokkenheid van beroepsmensen en verenigingen

dierenbescherming
straffeloosheid

Chronologie

31/5/2011Verzending vraag
8/11/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2429 d.d. 31 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Frans)

In de pers werden nieuwe feiten inzake dierenmishandeling aangeklaagd, die de bevolking terecht aangrijpen.

Zo is er het recente voorbeeld van maandag 2 mei 2011, toen onbekenden, die in een kajak de Lesse afvoeren, op een bijzonder wrede manier paarden hebben mishandeld in een weide in Pont-à-Lesse (Dinant). De foto's die in de pers verschenen zijn maken elke commentaar overbodig en zijn op zich al getuige van het wrede karakter van de actie.

We kunnen ook verwijzen naar wat gebeurt in de omgeving van Ogy, een pittoresk dorp in de Région des Collines, waar paarden die voor het slachthuis bestemd zijn, zo goed en zo kwaad als het gaat overleven. Ze zijn vel over been en hebben geen enkele beschutting, voedsel noch water. Sommige paarden zijn gestorven en ter plaatse begraven.

Het gaat niet alleen over barbaarsheid en wreedheid, maar vooral over grove nalatigheid.

De daders van die omstreden feiten werden al vaak gewaarschuwd, ze werden ondervraagd..., maar er is nog altijd niets gebeurd.

Er ontstaat een gevoel van straffeloosheid of van niet-efficiëntie van de overheid, wat de openbare orde in gevaar brengt.

1) Bent u van mening dat de huidige wetgeving ter zake toereikend en aangepast is?

2) Welke maatregelen zou u willen nemen om aan iedereen duidelijk te maken dat die wetgeving correct en consequent wordt toegepast?

3) Kan niet worden gedacht aan een informatiecampagne waarin wordt meegedeeld wie verantwoordelijk is voor deze problematiek en die duidelijk maakt welke mogelijkheden er zijn om die instanties in te lichten over de feiten die dagelijks worden vastgesteld?

4) Is het voldoende de behandeling van dit probleem toe te vertrouwen aan de lokale politie en het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV)? Hoe wordt dat toezicht georganiseerd?

5) Bent u van plan om de mensen die professioneel bezig zijn met de gezondheid van dieren, namelijk de dierenartsen, bij dat toezicht te betrekken?

6) Moet er een beroep worden gedaan op de vrijwilligersverenigingen, bijvoorbeeld de Société protectrice des animaux (SPA), de Stichting Prins Laurent of Veeweyde?

Antwoord ontvangen op 8 november 2011 :

1) De wet betreffende de bescherming en het welzijn der dieren vormt al een heel arsenaal aan wetgeving. De strafrechtelijke sancties, bepaald in de artikelen 35 tot 43, werden overigens in 2007 en 2009 herzien en verzwaard. Bij recidive kan de overtreder een gevangenisstraf krijgen tot 1 jaar en een boete van 1 1000 euro. Artikel 40 bepaalt ook dat de rechtbank het recht kan ontzeggen om definitief of voor een bepaalde termijn dieren van één of meer soorten te houden. 

Bovendien schrikt het systeem van administratieve boetes af. Dat systeem is sinds 2005 operationeel en maakt het mogelijk snel en efficiënt te sanctioneren. 

2) Het belangrijkste punt volgens mij is dat het dierenwelzijn wordt gerespecteerd. De Raad voor Dierenwelzijn speelt hierin een belangrijke rol door mij adviezen te verstrekken over de actuele problemen van onze samenleving op het vlak van dierenwelzijn. Er worden sensibiliseringscampagnes gevoerd voor het grote publiek die ondersteund worden door de verspreiding van brochures. Zo werden er bijvoorbeeld brochures verspreid over weidedieren en de sterilisatie van katten. Momenteel wordt er een nieuwe brochure voorbereid om paardenhouders te sensibiliseren om hun dieren in goede omstandigheden te houden. Er werden ook studiedagen georganiseerd over het welzijn van dieren op de weide, het welzijn van vleeskonijnen, opvoeding rond dierenwelzijn (in het kader van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie). 

Een aantal gewelddaden worden soms uit kwaadwilligheid maar vaak ook uit onwetendheid en onkunde gepleegd. Ik hecht dan ook het allergrootste belang aan al die sensibiliseringscampagnes die ze vóór alles kunnen voorkomen en vermijden. 

Wanneer er zich toch nog spijtige voorvallen voordoen, wordt het publiek er via de pers overvloedig aan herinnerd dat een dier houden verzorging en kennis vereist, en dat wanneer men gevallen van verwaarlozing of mishandeling ontdekt, de bevoegde veterinaire diensten maatregelen nemen. 

3) Voor wat de Federale Overheidsdienst (FOD) betreft, worden klachten in verband met dierenwelzijn op dit ogenblik behandeld door 8 Nederlandstalige en 7 Franstalige inspecteur-dierenartsen. De klachtenbehandeling komt bovenop hun gewone taak, met name de controle van erkende inrichtingen. Om te vermijden dat sommige klachten door tijdsgebrek niet kunnen worden behandeld, loopt op dit ogenblik een project “Een strategische bewustmakings- en informatiecampagne voor de regelgeving en inspectie dierenwelzijn”. De bedoeling van dit project is de samenwerking met de politiediensten te verbeteren door hen tools aan te reiken, met name checklists, opleidingen, gezamenlijke controles, telefonische begeleiding, een klachtenformulier. Eens deze samenwerking op punt staat, heeft de Inspectiedienst Dierenwelzijn en Convention on International Trade Endangered Species of Flora and Fauna (CITES) van de FOD Volksgezondheid de intentie een informatiecampagne op te starten voor het grote publiek, waarbij uiteraard zal worden verwezen naar de te volgen procedure, de te contacteren overheden en ons klachtenformulier.  Dit klachtenformulier staat trouwens al op de website van de FOD en hiervan wordt geregeld gebruik gemaakt. Klachten over nutsdieren worden naar de inspectiediensten van het FAVV doorgespeeld die voor die dieren bevoegd zijn. 

4) De wet wijst de politie, de ambtenaren van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en de ambtenaren van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) aan als bevoegde autoriteiten om inbreuken op het dierenwelzijn vast te stellen. Een protocolakkoord tussen de FOD en het FAVV bepaalt dat het FAVV instaat voor de controles op het dierenwelzijn op die plaatsen waar het gewoonlijk controleert. Aangezien het FAVV regelmatig gezondheidscontroles moet uitvoeren in de bedrijven waar nutsdieren worden gehouden, is de opdracht die aan het agentschap is toevertrouwd dan ook een garantie dat het dierenwelzijn in die bedrijven regelmatig wordt gecontroleerd. 

5) De dierenartsen zijn in het bijzonder betrokken bij het toezicht op asielen, kwekerijen, handelszaken, dierenpensions en dierentuinen. Zij moeten die inrichtingen regelmatig bezoeken, hierover verslag uitbrengen en hun aanbevelingen aan de verantwoordelijke van de inrichting meedelen. 

6) De vrijwilligersverenigingen spelen een essentiële eerstelijnsrol. Dat kan didactisch zijn als het erom gaat het publiek te informeren en bewust te maken van de noodzaak om het dierenwelzijn te respecteren. Voormelde organisaties, evenals de beroepsverenigingen van dierenhouders worden bovendien ruim betrokken bij de hierboven vermelde procedures wanneer het erom gaat adviezen en aanbevelingen op te stellen. Bovendien zijn zij vertegenwoordigd binnen de Raad voor Dierenwelzijn. Daar ze op de eerste lijn staan wat de situaties op het terrein betreft, spelen ze ook een belangrijke rol om gevallen van nalatigheid of mishandeling aan de bevoegde autoriteiten mee te delen, die dan de gepaste maatregelen kunnen nemen. Ook in het kader van die maatregelen wordt er regelmatig een beroep gedaan op de diensten van die organisaties, in het bijzonder bij de inbeslagname en het plaatsen van dieren in structuren die wel het welzijn van de dieren respecteren.