Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2403

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 26 mei 2011

aan de staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie

Frauduleuze handel op het web - Belgisch Internet Service Center (BISC) - Werking - Evaluatie

internet
elektronische handel
computercriminaliteit
fraude
belastingfraude
Bijzondere Belastinginspectie

Chronologie

26/5/2011Verzending vraag
13/10/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2403 d.d. 26 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds kort werkt het Belgisch Internet Service Center (BISC), belast met het onderzoeken, in kaart brengen en analyseren van frauduleuze handel op het web.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Welke opdracht werd aan het BISC toevertrouwd? Welke zijn de concrete doelstellingen? Hoe, wanneer en door wie zal het BISC worden geëvalueerd?

2) Hoe is het BISC gestructureerd, wie stuurt het aan, waar is het gesitueerd, wie draagt de politieke verantwoordelijkheid?

3) Hoe groot is het BISC, uitgedrukt in voltijds equivalenten en jaarlijkse begroting?

4) Kan de geachte staatssecretaris al een tussentijdse evaluatie of appreciatie over het BISC maken?

Antwoord ontvangen op 13 oktober 2011 :

  1. In de schoot van het College voor de strijd tegen de fiscale en sociale fraude is binnen het actiepunt 42 “Strijd tegen internetfraude” de nieuwe dienst “Belgian Internet Service Center” (BISC) ontstaan bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën. Het actiepunt is ontstaan vanuit de vaststelling dat webwinkels als paddestoelen uit de internetgrond schieten en dat met het groeien van deze internethandel ook de zwarte handel exponentieel toeneemt. De internethandel gebeurt, op de levering van de goederen na, volledig via de digitale weg waardoor de noodzaak naar een digitaal hulpmiddel ter ondersteuning van de controletaak van de verschillende inspectiediensten naar voor kwam.

    De inspectiediensten delen de internethandel op in drie categorieën, met name:

    De opdracht van de dienst BISC bestaat er dus in om op het internet te zoeken naar internethandel met als doel de hiervoor vernoemde elektronisch verrichte handelingen eenzelfde fiscale behandeling te laten ondergaan als de verkopen die via de traditionele kanalen worden verricht. Aangezien verwacht wordt dat de Belgische onlinehandel de kaap van 1 miljard euro zal overschrijden is de inzet van middelen en mensen verantwoord.

    De dienst BISC is organisatorisch opgenomen in de structuur van de administratie van de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) en dus is het logisch dat het binnen die structuur is dat de werking wordt geëvalueerd. Daarbuiten zal er automatisch een evaluatie gebeuren als gevolg van de samenwerking met andere departementen die een beroep doen op het BISC. In de vergadering van 6 april 2011 van het College voor de strijd tegen de fiscale en sociale fraude heeft de administrateur-generaal dd. van de BBI het BISC voorgesteld. Daarbij is de al bestaande samenwerking met de FOD Economie toegelicht als voorbeeld hoe andere geïnteresseerde departementen beroep kunnen doen op het BISC in de fraudebestrijding. In die optiek wordt bijvoorbeeld concreet aandacht besteed aan de identificatie van webshops en het veiliger maken van het top level domain “.BE” (TLD).

  1. Zoals gezegd is de dienst BISC een onderdeel van de administratie BBI. Het is binnen die administratie dat ambtenaren de verantwoordelijkheid voor de goede werking van het BISC hebben gekregen. Binnen de FOD Financiën werd hiertoe specifiek een beveiligd labo met een server en PC’s geïnstalleerd.

    De eindverantwoordelijkheid ligt natuurlijk bij de administrateur-generaal van de Administratie van de strijd tegen de fiscale fraude (BBI) en de bevoegde minister van Financiën.

  2. Binnen het BISC werken er naast een projectverantwoordelijke twee vaste en acht “freelance-medewerkers” van de vroegere informaticacellen binnen de BBI.

  3. Het BISC is gebaseerd op een transversale werking waarbij iedere geïnteresseerde stakeholder kan samenwerken met de dienst. Opgericht vanuit het College voor de strijd tegen de fiscale en sociale fraude zijn de FOD Financiën, de FOD Economie en de Sociale Inlichtingen- en OpsporingsDienst (SIOD) de bevoorrechte partners, maar ook met de Federale Computer Crime Unit (FCCU) binnen de federale politie, de kansspelcommissie, de hormonencel, het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV), het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) en het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT), wordt samengewerkt door het afsluiten van Service Level Agreements (SLA’s) en protocollen. U begrijpt dat ik als staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding zeer positief sta tegenover zo een project.

    De samenwerking beperkt zich niet alleen binnen België maar ook op internationaal vlak is er samenwerking met onder andere de Europese Unie onder de vorm van een deelname door het BISC aan een “Fiscalis Working Visit” in Polen betreffende “E-commerce monitoring”. Hierbij zal onder de hoede van het Europees Fiscalis programma door het BISC een multilaterale controle voorgesteld worden betreffende de specifieke internetproblematiek inzake fiscaliteit.

    Tevens werd binnen het kader van de Intra-European Organisation of Tax Administrations (IOTA) eind mei onder het voorzitterschap van het BISC een E-commerce workshop georganiseerd waarbij tussen de 41 deelnemers uit 25 landen de “Best practices” werden uitgewisseld. Een volgende workshop zal onder Belgische en Nederlandse impuls gericht zijn op het oprichten van gelijkaardige Internet Service Centers in alle betrokken Europese landen.

    Ook de voorlopige cijfers zijn indrukwekkend. Zo waren er in april reeds meer dan 400 000 gebruikers en meer dan 28 miljoen artikelen gemonitord. Binnen die groep was de grootste speler goed voor een omzet op internet van bijna 30 miljoen euro.

    Als gevolg van die monitoring zijn 2 067 niet gekende belastingplichtigen overgemaakt aan de fiscale inspectiediensten. Daarbuiten wordt voor gekende belastingplichtigen ook de internetomzet vergeleken met de fiscaal aangegeven omzet. Zonder dat dit veralgemeend kan worden, bleek uit verder fiscaal onderzoek van een dossier dat van de internetomzet voor een bedrag van 3 miljoen euro er slechts 2 miljoen euro was aangegeven.

    Dit zijn resultaten die op een relatief korte termijn zijn gerealiseerd en moeten verwerkt worden. De evaluatie van de resultaten zal de dienst in staat stellen om haar werking te verfijnen.

    Uit een recent rapport over het onderzoek van het internet blijkt dat van de 669 252 Belgische websites er 497 091 een professioneel doeleinde hebben. Daarom ben ik er ook van overtuigd dat de snelle evolutie van de E-commerce en de verwante fraudemechanismen een verdere samenwerking van het BISC met andere departementen verantwoordt.

    Op die manier zullen de gebruikte criteria om te bepalen of een handel op het internet al dan niet zijn fiscale en andere verplichtingen naleeft, verder verfijnd kunnen worden en zal de strijd tegen internetfraude efficiënter kunnen gebeuren.

    Die groei van e-commerce zal de dienst ook verplichten om niet alleen mogelijke fraude te detecteren, maar ook proactief samenwerkingen op te starten met marktspelers.

    De ervaring die bij de opstart van deze dienst wordt opgedaan, verantwoordt een positieve verwachting over de toekomstige resultaten en sterkt mijn overtuiging dat inzake fraudebestrijding, specialisatie en samenwerking tussen gespecialiseerde diensten, een cruciale voorwaarde is om tot resultaat te komen.