Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2326

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 12 mei 2011

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Slimme camera's - Bescherming van de persoonlijke levenssfeer - Hiaat in de wetgeving

gemeentepolitie
politiecontrole
videobewaking
wegverkeer
eerbiediging van het privé-leven
verkeerscontrole
opnameapparaat
misdaadbestrijding
registratie van een voertuig

Chronologie

12/5/2011Verzending vraag
25/7/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2325
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2327

Vraag nr. 5-2326 d.d. 12 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In Dendermonde plaatste men " slimme " camera's. Ze detecteren de nummerplaten van auto's en worden gekoppeld aan de nationale databank van de politie. Als een geseinde nummerplaat wordt gelezen, volgt er een automatisch alarm. Het Dendermondse stadsbestuur legt eveneens een databank aan met bestuurders (en hun nummerplaten) die positieve bliezen. Bij een controle worden die prioritair aan de kant gezet. De korpschef, Paul Putteman, stelt hieromtrent erg lapidair " Wie niets te verbergen heeft, hoeft niets te vrezen ". Een slogan die perfect verwoordt wat Orwell projecteerde in zijn roman 1984.

Privacyexperts duiden in dit verband op een lacune in de huidige wetgeving, die het gebruik van slimme camera's niet voorzag. Ook de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ervaart een probleem en benoemt deze situatie als een grijze zone in de wetgeving.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Beaamt u dat de huidige wetgeving een hiaat vertoont met betrekking tot de inzet van de zogenaamde slimme camera's?

2) Voorziet u in aanpassingen van de wet? Zo ja, wanneer en met welke inhoud? Zo niet, waarom laat u deze onduidelijkheid bestaan?

Antwoord ontvangen op 25 juli 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1. Het klopt dat de huidige wetgeving algemeen is en betrekking heeft op alle bewakingscamera’s die aan de wettelijke definitie voldoen («elk vast of mobiel observatiesysteem dat tot doel heeft misdrijven tegen personen of goederen of overlast in de zin van artikel 135 van de nieuwe gemeentewet te voorkomen, vast te stellen of op te sporen, of de orde te handhaven en dat hiervoor beelden verzamelt, verwerkt of bewaart; (…)»). De slimme camera’s passen over het algemeen in dit kader en moeten dus zowel de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s (of een andere specifieke wet als zij nog bij een andere wet worden bedoeld), als de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer, in acht nemen. We merken evenwel dat de wettelijke bepalingen immers niet altijd worden aangepast aan het gebruik van dit soort van dispositief en dat er in de praktijk vragen rijzen met betrekking tot de toe te passen regels.

2. De camerawet van 21 maart 2007 bepaalt in artikel 11 dat «Een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de ministerraad, waarvan het ontwerp voor advies is voorgelegd aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, kan het gebruik van bepaalde toepassingen van camerabewaking verbieden of aan bijkomende voorwaarden onderwerpen». Die bepaling laat de Koning toe bepaalde slimme camera’s te verbieden of bijkomende voorwaarden op te leggen voor het gebruik ervan.

Aangezien er voor het gebruik van bepaalde mobiele slimme bewakingscamera’s (zoals die voorzien van de ANPR-technologie voor nummerplaatherkenning) een wetswijziging vereist is, is het opportuun om die kwestie eerst ter discussie voor te leggen aan het parlement. Ik wil erop wijzen dat de camerawetgeving ook een parlementair initiatief is. Als men immers regels zou moeten opstellen met betrekking tot slimme camera’s, dienen zowel de vaste als de mobiele slimme camera’s in aanmerking te worden genomen.

Eens de kwestie van het gebruik van die nieuwe technologieën besproken is in het parlement, zou men kunnen overwegen om een koninklijk besluit hieromtrent aan te nemen, zonder evenwel uit het oog te verliezen dat het, gezien de snelle technologische evolutie, utopisch zou zijn om die materie definitief te willen reglementeren.