Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2305

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 10 mei 2011

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Politiediensten - Grensoverschrijdend gedrag - Klachten - Opvolging

politie
psychologische intimidatie
ongewenste intimiteiten
gemeentepolitie

Chronologie

10/5/2011Verzending vraag
19/8/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2305 d.d. 10 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent berichtten de media over een waarnemend diensthoofd van de spoorwegpolitie die op vergaande wijze ondergeschikte pestte. Dit specifieke geval is in onderzoek.

Uiteraard kan dit niet als een uniek geval worden bestempeld, een grote organisatie met een strakke discipline en voor sommigen met een militair verleden, kan niet anders dan met fenomenen van grensoverschrijdend gedrag geconfronteerd worden: pesterijen, mishandelingen, seksuele intimidaties en andere vormen van machtsmisbruik.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel gevallen van grensoverschrijdend gedrag tussen leidinggevenden en ondergeschikten werden er jaarlijks aan de politiehiërarchie gemeld in de periode van 2006 tot 2010? Hoe kan men deze klachten catalogeren? Hoe werden deze meldingen opgevolgd en met welke gevolgen (disciplinair, inschakeling van het parket, ...)?

2) Hoeveel gevallen van pesten tussen collega's werden er jaarlijks aan de politiehiërarchie gemeld in de periode van 2006 tot 2010? Hoe kan men deze klachten catalogeren? Hoe werden deze meldingen opgevolgd en met welke gevolgen (disciplinair, inschakeling van het parket, …)?

3) Welk beleid voert de politie om pesten en grensoverschrijdend gedrag wil voorkomen en counteren? Beoordeelt de geachte minister dit beleid als voldoende slagkrachtig en effectief? Welke sterkte-zwakte analyse maakt zij hierbij? Waar liggen de belangrijkste uitdagingen en hoe worden deze aangepakt, op welke termijn en met welke instrumenten?

Antwoord ontvangen op 19 augustus 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen:

Gegevens betreffende de 195 lokale politiezones zijn niet beschikbaar op het centrale niveau.

Een personeelslid van de federale politie dat meent een psychosociale belasting te ondergaan in gevolge geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op zijn werkplaats kan een beroep doen op een informele procedure of een formele procedure instellen overeenkomstig het koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de voorkoming van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Bij de informele procedure kan het personeelslid zich wenden tot de vertrouwenspersoon die hem binnen een termijn van acht dagen moet horen en informeren over de hem geboden actiemiddelen, meer bepaald een interventie bij een lid van de hiërarchische lijn of een verzoening.

In 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010 werden voor de federale politie respectievelijk 59, 80, 98, 119 en 109 informele procedures opgestart.

Als de informele procedure niet tot een oplossing leidt of onmogelijk lijkt of indien het personeelslid dit wenst, kan onmiddellijk een beroep worden gedaan op de formele procedure. Nadat de met redenen omklede klacht is ingediend, analyseert de psychosociale preventieadviseur de feiten en hun oorzaken en stelt hij maatregelen voor om een einde te stellen aan de feiten, alsook om de preventie te verbeteren. Vervolgens wordt dit advies naar de commissaris-generaal verzonden om hem in te lichten aangaande de situatie en de meest adequate te nemen maatregelen.

In 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010 werden voor de federale politie respectievelijk 9, 9, 8, 3 en 6 formele procedures gevoerd.

In die cijfergegevens wordt evenwel geen onderscheid gemaakt tussen de klachten die hun oorsprong vinden in de relatie tussen de hiërarchische lijn en de medewerkers en de klachten die voortvloeien uit de relaties tussen de medewerkers onderling.

De problematiek van pesterijen en grensoverschrijdende gedragingen op het werk wordt binnen de federale politie behandeld door de psychosociale dienst die deel uitmaakt van de directie van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. Deze dienst omvat enerzijds het stressteam dat instaat voor de opvang en de begeleiding van de medewerkers die bij de uitoefening van hun werk worden geconfronteerd met psychosociale problemen en anderzijds de sectie preventie waarbinnen de preventieadviseurs de klachten inzake grensoverschrijdende gedragingen behandelen.

Er bestaat binnen de federale politie een netwerk van 125 vertrouwenspersonen, verdeeld over het volledige grondgebied, die kunnen optreden in het raam van de informele procedure. Die vertrouwenspersonen worden opgeleid en ondersteund door de bovenvermelde sectie preventie. Dankzij hun laagdrempeligheid en eerstelijnsinterventie spelen zij een belangrijke rol en vormen zij de aanspreekpunten voor wat het thema welzijn op het werk betreft.

De sectie preventie is eveneens belast met het organiseren van preventiecampagnes, informatiesessies, opleidingen betreffende de psychosociale belasting en grensoverschrijdende gedragingen, alsook met analyses van psychosociale risico’s.

Dit alles getuigt, naar mijns inziens, van voldoende aandacht voor de problematiek.