Version à imprimer bilingue Version à imprimer unilingue

Question écrite n° 5-2302

de Bert Anciaux (sp.a) du 9 mai 2011

au ministre pour l'Entreprise et la Simplification

Rémunération équitable - Perception par des contrôleurs non agréés - Contrôle

droit d'auteur
droit de suite

Chronologie

9/5/2011Envoi question
5/7/2011Réponse

Question n° 5-2302 du 9 mai 2011 : (Question posée en néerlandais)

Dans sa réponse à ma question écrite n° 5-1067 sur la rémunération équitable, le ministre m'a donné des informations qui nécessitent de plus amples explications, notamment sur le mode de perception et les contrôles. Je souhaiterais dès lors une réponse aux questions suivantes.

1) Combien de contrôleurs non agréés étaient-ils actifs au cours de la période 2001-2010 ? De quelle manière ces contrôleurs ont-ils été recrutés et sélectionnés ? À quels critères suspensifs ces agents doivent-ils satisfaire et sur la base de quels critères délibératifs sont-ils évalués avant d'être agréés ? Quelle est la répartition de ces agents entre les régions ?

2) Quels éléments probants complémentaires le contrôleur non agréé doit-il apporter pour appuyer ses constats ?

3) Quelle est la différence concrète entre un contrôle ou constat fait par un agent agréé et ceux faits par un contrôleur non agréé ?

4) Avec quel contrat de travail ces contrôleurs travaillent-ils, de quelle convention collective de travail (CCT) relèvent-ils et quels sont les barèmes qui leur sont appliqués ?

5) Combien de contrôles et perceptions ces contrôleurs ont-ils réalisés annuellement au cours de la période 2001-2010 ?

Réponse reçue le 5 juillet 2011 :

1. SIMIM en URADEX werden verzocht om deze gegevens mee te delen. Gelet op de korte termijn van antwoord welke SIMIM en URADEX kregen, beschik ik momenteel nog niet over deze gegevens. Van zodra ik over deze gegevens beschik, zal ik deze aan het geachte lid meedelen.

De controleurs van de billijke vergoeding (zowel de erkend als de niet-erkende agenten) krijgen een opleiding binnen de beheersvennootschap om hun de nodige expertise te verlenen voor het voeren van de controles. Eveneens wordt er specifiek aandacht besteed aan het onderrichten van de regels van de billijke vergoeding. Daarnaast is er ook een interne deontologische code opgesteld door SIMIM en URADEX waaraan de controleurs zich dienen te houden bij het voeren van hun controles.

2. en 3. Ik verwijs hiervoor naar de schriftelijke vraag nr. 5-1067 waarin ik reeds uitvoerig het verschil tussen een erkend agent en een niet-erkend agent aangaf.

De vaststellingen die een erkend agent doet, gelden tot het bewijs van tegendeel. De gebruiker is dan tot het bewijs gehouden om de vaststellingen van de erkend agent te weerleggen. Dit bewijs kan hij met alle middelen leveren.

In het geval de vaststellingen door een niet-erkend agent gebeuren, zullen zijn vaststellingen strikt genomen niet volstaan bij betwisting van de gebruiker. Zodoende dienen er bijkomende bewijzen door de beheersvennootschap te worden aangereikt waarbij wordt aangetoond dat de gebruiker daadwerkelijk een billijke vergoeding verschuldigd is.

De aanvullende bewijselementen die door SIMIM/URADEX dienen te worden aangevoerd, zullen aan de appreciatiebevoegdheid van de rechter worden voorgelegd. De rechter zal hierbij in concreto dienen te oordelen of een betalingsverzoek voor de billijke vergoeding gegrond is. Deze bijkomende bewijselementen kunnen geleverd worden door alle middelen van gemeen recht.

4. en 5. SIMIM en URADEX werden verzocht om deze gegevens mee te delen. Gelet op de korte termijn van antwoord welke SIMIM en URADEX kregen, beschik ik momenteel nog niet over deze gegevens. Van zodra ik over deze gegevens beschik, zal ik deze meedelen.