Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2295

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 9 mei 2011

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Global Positioning System (GPS)-toestellen - Locatiegegevens - Doorgeven aan de politie - Privacy

satellietnavigatie
datatransmissie
teledetectie
politie

Chronologie

9/5/2011Verzending vraag
20/6/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2295 d.d. 9 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In Nederland heerst er heel wat controverse sinds bekend raakte dat een grote Nederlandse Global Positioning System (GPS)-producent gebruikersinformatie deelde met de politie. Momenteel deed de politie hier nog niets mee maar het hoeft geen betoog dat dit een verregaande inbreuk op de privacy kan inhouden.

Graag had ik hieromtrent dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Wordt er in ons land reeds informatie vanwege de GPS-producenten ter beschikking gesteld van de politie op systematische en of occasionele basis? Zo ja, waarom?

2) Is de politie zinnens naar de toekomst toe deze informatie vanwege de GPS-producenten aan te wenden? Zo ja, kan dit uitvoerig worden toegelicht?

3) Welke informatiebronnen van welke commerciële bedrijven gebruikt de politie voor haar werkzaamheden? Kunnen deze gedetailleerd worden opgelijst? Voor welke concrete doeleinden wordt die informatie gebruikt?

4) Maakt de politie zelf ook gebruik van TomTom of soortgelijke apparaat of dienstverlening? Welke risico's brengt het delen van locatiedata met zich mee voor de politie, andere justitiële instellingen en defensie?

Antwoord ontvangen op 20 juni 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1.-2. Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen GPS-systemen die vanop afstand kunnen worden bevraagd en systemen die enkel een positie kunnen geven aan degene die het toestel zelf gebruikt.

Bepaalde voertuigen en voorwerpen worden door de producent uitgerust met een lokalisatiesysteem dat gebaseerd is op GPS-technologie, waarbij de lokalisatie vanop afstand kan worden opgevraagd.

Het gaat vooral om duurdere voertuigen, dan wel om voertuigen uit een bedrijfsvloot, vrachtwagens met levensmiddelen, stroomgeneratoren, …

Deze systemen zijn vooral gericht naar lokalisatie in geval van panne of andere problemen. In een dergelijk geval kan een hulp- of takeldienst automatisch worden gewaarschuwd van de aard van de panne of het probleem, alsook van de locatie van het voorwerp. Het gebruik van deze systemen in bedrijfsvloten en in de vervoerswereld is eerder gericht op personeelscontrole, dan wel naar product – en kwaliteitscontrole en het verbeteren van de bedrijfsmatige efficiëntie.

In geval het GPS-systeem vanop afstand kan worden bevraagd en een lokalisatie kan genereren, kunnen zich twee situaties voordoen.

Ofwel worden private personen/bedrijven gevraagd om de lokalisatiegegevens waarover zij beschikken (in real time) aan de politiediensten over te maken, zonder de rechthebbende van het voorwerp waarin het GPS-systeem vervat zit op de hoogte te stellen. Dit betreft een bijzondere opsporingsmethode en kan dus enkel worden toegepast binnen een lopend opsporings- of gerechtelijk onderzoek. De magistraat dient een machtiging tot (technische) observatie af te leveren.

Wanneer dit niet discreet gebeurt, met andere woorden met medeweten van de rechthebbende van het goed waarin het GPS-systeem geplaatst is, betreft dit geen technische observatie. Bijvoorbeeld: een luxevoertuig dat met dergelijk systeem uitgerust is, kan, op melding van de rechthebbende, door de GPS-producent worden gelokaliseerd. In geval van diefstal kan dit de politiediensten helpen bij het vatten van de daders en het terugvinden van het voertuig.

Er is dus geen sprake van het spontaan en/of systematisch ter beschikking stellen van informatie vanwege GPS-producenten of GPS-gegevenbeheerders. Wel kunnen zij punctueel worden aangezocht, op vraag van de rechthebbende van het voorwerp waarin het GPS-systeem is vervat, of op vraag van de politiediensten, binnen het kader van een onderzoek.

Naast de GPS-systemen die op afstand kunnen worden bevraagd, bestaan er systemen die enkel een positie kunnen geven aan degene die het toestel zelf gebruikt.

In dergelijk geval kan het voertuig of het voorwerp waarin het GPS-systeem vervat is, in beslag genomen worden. Naar aanleiding van die inbeslagname kan het GPS-systeem worden geëxploiteerd. De GPS-producent zou, in het kader van die verdere exploitatie, kunnen gevraagd worden om zijn medewerking te verlenen.

3. De politiediensten kunnen, zoals iedere burger, gebruik maken van de informatiebronnen van commerciële bedrijven die vrij beschikbaar zijn (publicaties Belgisch Staatsblad, raadpleging stukken Kamer Koophandel en Nijverheid, raadpleging betalende databanken bedrijven, websites allerhande, waaronder bijvoorbeeld sites die live camera-beelden uit hotels, toeristische centra uitzenden, enz.).

4. De politiediensten gebruiken, in het kader van hun verplaatsingen, zoals vele burgers en bedrijven, klassieke GPS-systemen zoals TomTom. Daarnaast gebruiken de politiediensten GPS-systemen die toelaten politievoertuigen te lokaliseren. Dit moet toelaten een goede coördinatie van de interventies op het terrein te realiseren.

Het risico dat aan dergelijk systeem verbonden is, is dat een particulier met slechte bedoelingen zich toegang zou kunnen verschaffen tot het systeem, waardoor hij zicht krijgt op de posities van politiediensten. Om dit tegen te gaan, werd het systeem technisch voldoende afgeschermd.

Voor wat de risico’s bij andere justitiële instellingen en bij Defensie betreft, verwijs ik u naar mijn collega’s van Justitie en van Defensie.