Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2276

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 6 mei 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid

Jongeren - Specifieke maatregelen - Budgetten - Onderzoek - Overleg op federaal niveau en met de gemeenschappen en gewesten

jeugdbeleid
opneming in het beroepsleven
eerste betrekking
jeugdige werknemer
jeugdwerkloosheid
sociale integratie
armoede

Chronologie

6/5/2011Verzending vraag
20/7/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2275
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2277
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2278
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2279

Vraag nr. 5-2276 d.d. 6 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het kader van een onderzoek naar het jeugdbeleid in België kreeg ik graag antwoorden op de volgende vragen:

1) Kan u een overzicht geven van alle bijzondere en expliciet op de jongeren (jonger dan zesentwintig jaar) gerichte maatregelen, campagnes, enz., binnen uw bevoegdheidsdomein, dit per jaar en voor de periode 2006-2010? Hoe worden deze geëvalueerd?

2) Bestaan er aparte wetten of koninklijk besluiten expliciet op de jongeren jonger dan zesentwintig jaar) gericht? Zo ja, welke en hoe worden deze geëvalueerd?

3) Welke budget werd er jaarlijks, in de periode 2004-2010, besteed aan expliciet op de jongeren (jonger dan zesentwintig jaar) gerichte maatregelen, campagnes, enz.?

4) Welke visie op de jongeren (jonger dan zesentwintig jaar) ligt aan de basis van deze bijzondere en expliciete maatregelen, campagnes, enz.?

5) Wie adviseert het beleid ter zake, op welke informatie, ervaringen, inzichten, onderzoeken, enz., baseert men deze bijzondere en expliciete maatregelen, campagnes, enz.?

6) Pleegt u overleg met uw collega's over wat een federaal jeugdbeleid zou kunnen worden genoemd?

7) Pleegt u overleg met uw collega's van de gewesten en gemeenschappen over wat een gezamenlijk jeugdbeleid zou kunnen worden genoemd?

Antwoord ontvangen op 20 juli 2011 :

1. De volgende werkgelegenheidsmaatregelen beogen specifiek jongeren (periode 2006-2010):

- startbanenstelsel: ingevoerd in 2000; aanpassingen in 2006 en 2010:

- uitbreiding van de “globale projecten” (gesubsidieerde startbanen in de publieke sector) (2006);

- vereenvoudiging van de instap: geen inschrijving als werkzoekende en geen “startbaankaart” meer vereist (2010);

- gedeeltelijke vrijstelling van de normale aanwervingsverplichting voor werkgevers die stageplaatsen aanbieden (2010);

- verminderingen van socialezekerheidsbijdragen voor de werkgevers die bepaalde categorieën van jongeren aanwerven:

- versterkte verminderingen voor erg laag geschoolde jongeren (2006);

- vermindering voor jonge werknemers met een laag loon (2006);

- gesubsidieerde jobcreatie voor jongeren in de non-profitsector (“project Generatiepact”) (2006);

- activering van werkloosheidsuitkeringen:

- Activa Start voor erg laag geschoolde schoolverlaters (2006);

- Activa Win-win voor bepaalde werkzoekende jongeren (2010);

- verminderingen van socialezekerheidsbijdragen voor de werkgevers die jongeren opleiden op de werkvloer en daartoe specifieke begeleiders inzetten (“doelgroepvermindering voor mentors”) (2010);

- start- en stagebonus: premies voor jongeren en hun werkgevers in een stelsel van alternerend leren (2007).

De opvolging van de meeste van deze maatregelen gebeurt op basis van cijfergegevens die door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVAZ) en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) ter beschikking gesteld worden via hun website.

Voor het startbanenstelsel zijn ook evaluaties voorzien door de Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (samen).

Gedetailleerde informatie over bovenvermelde maatregelen vindt u via http://www.werk. belgie.be/defaultTab.aspx?id=673 . De RVA-statistieken zijn te vinden via http://rva.be/frames/frameset.aspx?Path=D_stat/&Items=1 &Language=NL . De RSZ-gegevens over de doelgroepverminderingen zijn beschikbaar op http://rsz.fgov.be/nl/content/statistics/webstatistics/webstats-reductions.html .

De evaluaties van het startbanenstelsel door de Nationale Arbeidsraad (NAR) en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) (2004 en 2008) staan op hun websites (http://www.cnt-nar.be/Nadviezen+rap.htm en http://www.ccecrb.fgov.be/avis.asp ).

2. Alle bovengenoemde maatregelen worden geregeld door wetten en uitvoeringsbesluiten. Deze zijn te vinden in de module “Regelgeving” bij voornoemde webpagina http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=673.

Daarnaast zijn er binnen het arbeidsrecht nog specifieke regelingen voor jeugdige werknemers (-18-jarigen en jongeren in opleiding) inzake arbeidsduur, nacht- en zondagarbeid (in uitvoering van de arbeidswet van 16 maart 1971) en inzake bijzondere bescherming op het stuk van gezondheid en veiligheid op het werk (in uitvoering van de welzijnswet van 4 augustus 1996).

Meer informatie hierover is beschikbaar op, respectievelijk, http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=398 en http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=638.

Voor de evaluatie van de wetgeving betreffende de op jongeren gerichte werkgelegenheidsmaatregelen verwijs ik naar punt 1.

De specifieke regelingen voor jeugdige werknemers binnen het arbeidsrecht zijn niet zozeer het voorwerp van evaluaties, dan wel van controles door de bevoegde inspectiediensten, omdat het om dwingende normen gaat.

3. De uitgaven voor de RSZ-verminderingen, genoemd in punt 1, kunt u terugvinden op de reeds eerder genoemde webpagina van de RSZ, http://rsz.fgov.be/nl/content/statistics/webstatistics/webstats-reductions.html, meer bepaald in de aldaar beschikbare tijdreeksen.

Voor het jongerenproject “Generatiepact” in de non-profitsector wordt een jaarlijkse enveloppe van 45 miljoen euro voorzien, te verdelen over een aantal federale en communautaire subsectoren (zie koninklijk besluit van 30 april 2007 houdende vaststelling van de enveloppen bestemd voor de tewerkstelling van jongeren in de sociale profitsector en de verdeling ervan).

De uitgaven voor Activa Start vindt u via de reeds eerder genoemde webpagina van de RVA, via http://rva.be/frames/frameset.aspx?Path=D_stat/&Items=1&Language=NL > Interactieve statistieken > type output = tabel, periode = januairi 2007 tot december 2010, detailniveau = jaar, groep = Werknemers die door de RVA worden ondersteund, statuut = Activeringsmaatregelen gericht op jongere werklozen.

In het kader van het Activa-Win-winplan werd in 2010 voor de tewerkstelling van jonge werkzoekenden 110,5 miljoen euro uitgegeven. Dit plan was begin 2010 ook het voorwerp van een specifieke publiciteitscampagne, waaraan om en bij de 280 000 euro werd besteed.

De uitgaven voor de start- en stagebonus vindt u hieronder:


Startbonus

Stagebonus

2007

1.868.750

2.067.500

2008

4.194.000

4.654.250

2009

5.177.000

5.900.750

2010

5.027.500

5.775.250

4. Specifieke tewerkstellingsmaatregelen, gericht op jongeren, zijn ingegeven door het feit dat de inschakeling van jongeren op de arbeidsmarkt en de jeugdwerkloosheid een heel aparte problematiek vormen. Als doelgroep vertonen jongeren heel eigen kenmerken en onderscheiden zij zich duidelijk van andere categorieën van werkzoekenden. Dit gegeven wordt trouwens internationaal erkend: de bestrijding van de jeugdwerkloosheid en de verbetering van de situatie van de jongeren op de arbeidsmarkt is het voorwerp van specifieke beleidsmaatregelen en aanbevelingen vanuit diverse internationale instanties (EU, OESO,...).

5. Het globaal federaal werkgelegenheidsbeleid wordt mede ondersteund door de adviezen van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid, die daarin uiteraard ook observaties en aanbevelingen omtrent jongerentewerkstelling doet. Het rapport van deze Raad voor het jaar 2009 stond volledig in het teken van de inschakeling van jongeren op de arbeidsmarkt (http://www.werk.belgie.be/WorkArea/Down-loadAsset.aspx?id=24804). Ook de Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven worden geconsulteerd in deze materie: op 7 oktober 2009 hebben zij op mijn verzoek een specifiek advies uitgebracht over de inschakeling van schoolverlaters (http://www.cnt-nar.be/ADVIES/advies-1702.pdf). Daarnaast worden ook de deskundigen van de Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg geregeld geconsulteerd over geplande initiatieven of te ondernemen acties. Tenslotte liggen ook aanbevelingen of onderzoeken van internationale instanties aan de oorsprong van bepaalde maatregelen; zo bijvoorbeeld heeft de OESO in 2007 een thematisch rapport over de jongerentewerkstelling in België gepubliceerd, dat nuttige aanbevelingen bevat (http://www.oecd.org/document/54/0,3746,fr_2649_33927_38026742_1_1_1_1,00.html ). Sommige elementen hieruit werden hernomen en verder aangevuld, geactualiseerd en becommentarieerd in een rapport van 2010 over de jongerentewerkstelling in alle OESO-lidstaten (http://www.oecd-ilibrary.org/employment/prendre-un-bon-depart-des-emplois-pour-les-jeunes_9789264096110-fr). Last but not least zijn er ook de voorstellen die de Europese Commissie in het kader van de Europa 2020-strategie heeft geformuleerd ter verbetering van de inschakeling van jongeren (initiatief “Youth on the move”).

6. Het aannemen van nieuwe tewerkstellingsmaaregelen gericht op jongeren in het kader van de anti-crisis maatregelen werd binnen de regering uitvoerig besproken.

7. Er heeft overleg plaatsgevonden met de Regionale ministers van Werk voor het instellen van gerichte tewerkstellingsmaatregelen voor jongeren in het kader van de anti-crisis maatregelen.