Wereldwijde ontbossing - REDD-programma - Participatie van België
ontbossing
tropisch regenwoud
broeikasgas
milieubescherming
6/5/2011 | Verzending vraag |
4/7/2011 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2273
In veel arme landen van Afrika, Azië en Zuid-Amerika wordt het tropisch regenwoud in een ontstellend hoog tempo gekapt. In sommige Afrikaanse landen vormt het kappen van bossen voor maar liefst 70 % van de bevolking een dagelijkse bezigheid en meteen de belangrijkste bron van inkomsten. 60 % van de gekapte bomen dient als brandstof en ook het winnen van nieuwe landbouw- en weidegronden blijft een belangrijk doel. In de strijd tegen de opwarming van de aarde zijn bomen belangrijke " bondgenoten ". Zij absorberen de koolstofdioxide die ontstond door menselijke activiteiten. Het verbranden van hout zorgt voor zeker 20 % van de jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen in de atmosfeer. Dat is meer dan de hoeveelheid koolstofdioxide geproduceerd door de mondiale transportindustrie.
De Verenigde Naties (VN) zette een speciaal programma op voor de strijd tegen de ontbossing, het zogenaamde REDD-programma (Reducing Emissions from Deforestation and Forest Degradation). Dit programma beoogt de financiële stimulans van de ontwikkelingslanden, teneinde af te zien van ontbossing, waardoor de beperking van de uitstoot van broeikasgassen. Op de VN-top rond biodiversiteit in het Japanse Nagoya in oktober 2010 beloofde België om 10 miljoen euro extra te voorzien voor de strijd tegen de ontbossing.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:
1) Welke inspanningen levert België momenteel om wereldwijde ontbossing tegen te gaan? Wat is het totale budget hiervoor?
2) Kan de geachte minister mij een globale stand van zaken geven over de wereldwijde ontbossing? Welke evoluties kan men daarbij vaststellen? Wordt dit door de diensten van de geachte minister nauwkeurig mee opgevolgd?
3) Op welke wijze participeert België aan het REDD-programma? Wat is daarbij de financiële bijdrage van België aan het REDD-programma? Houdt België vast aan zijn belofte om 10 miljoen extra te voorzien voor dit programma? Wanneer werd dit bedrag overgemaakt? Gaat het hier om een eenmalig of om een recurrente inspanning?
Ik verwijs het geachte lid naar het gedetailleerde antwoord van mijn collega, de minister van Ontwikkelingsamenwerking, aan wie hij dezelfde vraag stelde.