Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2271

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 6 mei 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Europees Geneesmiddelenagentschap - Alternatieve geneesmiddelen - Controle - Standpunt van de regering

Europees Geneesmiddelenbureau
inspectie van geneesmiddelen
geneeskrachtige plant
voedingssupplement
vitamine

Chronologie

6/5/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4528

Vraag nr. 5-2271 d.d. 6 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 2004 besliste de Europese Commissie dat alternatieve geneesmiddelen op basis van planten hun efficiëntie moeten kunnen bewijzen alvorens ze op de markt worden gebracht. Sinds deze week wordt de maatregel van kracht, via een goedkeuring door het Europees Geneesmiddelenagentschap. Vitaminepreparaten, voedingssupplementen of andere medicijnen, ontwikkeld buiten de traditionele farmaceutische industrie, moeten zich aan een controle van dit Agentschap onderwerpen alvorens ze publiek kunnen worden aangeboden. In elke Lidstaat meldden producenten zich met meer dan honderd vitaminepreparaten, voedingssupplementen of andere medicijnen bij het Agentschap. Aan hen om te bewijzen dat hun producten, meestal gebaseerd op traditionele verzorgingsmethodes, minstens vijftien jaar in alle veiligheid gebruikt worden in de Europese Unie, of meer dan dertig jaar erbuiten. Deze maatregel veroorzaakt veel protest bij voorstanders van de alternatieve en de kruidengeneeskunde, die vooral de farmaceutische industrie beschuldigen om deze drempel te hebben veroorzaakt. De Commissie ontkent. Frederic Vincent, woordvoerder van de Europese Commissie zegt " Alternatieve geneeswijzen behoren vaak tot de volkscultuur. Daarom kunnen ze genieten van een veel eenvoudigere erkenningsprocedure dan geneesmiddelen van de farma-industrie. Zo moeten de vitaminepreparaten en plantaardige medicijnen bijvoorbeeld geen peperdure en tijdverslindende klinische tests doorlopen. "

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Deelt de geachte minister de stelling van de Europese Commissie en verdedigt zij de regeling met betrekking tot de alternatieve geneesmiddelen op basis van planten?

2) Heeft zij begrip voor de argumenten van de verdedigers van deze geneesmiddelen die deze Europese maatregel als " disproportioneel, discriminatoir en weinig transparant " veroordelen en de farmaceutische industrie beschuldigen van corporatisme en eigenbelang en daarom sterk lobbyden ten voordele van deze maatregel?

3) Deelt zij de analyse van de voorstanders van dit soort medicamenten die stellen dat België deze maatregel veel stringenter toepast dan bijvoorbeeld Nederland of Tjechië, kortom dat in ons land deze medicamenten veel sneller worden afgekeurd dan in andere leden van de Europese Unie (EU)? Met welke argumenten verdedigt zij de Belgische interpretatie en implementatie van deze regel?