Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2260

van Olga Zrihen (PS) d.d. 6 mei 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Dierenmishandeling - Wetgeving - Toepassing - De paarden van Ogy

dierenbescherming
welzijn van dieren
paardachtige

Chronologie

6/5/2011Verzending vraag
12/7/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2261

Vraag nr. 5-2260 d.d. 6 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Frans)

Velen zagen op de televisie de ontluisterende beelden van de mishandelde paarden die eigendom zijn van een handelaar in het Waalse dorp Ogy.

Er rijzen verschillende vragen over de aanwezigheid van die paarden in dat dorp en over de erbarmelijke situatie waarin ze zich bevinden.

Volgens sommige bronnen zouden deze paardachtigen van Oost-Europa naar België zijn gebracht en zouden ze op geen enkele manier in de voedselketen terecht kunnen komen omdat men totaal geen idee heeft van hun precieze herkomst.

Anderzijds zou dit geval van paardenmishandeling ook kunnen worden gekoppeld aan de praktijk van het clandestiene slachten.

Hoe dan ook, op zaterdag 30 april 2011 is een groep van ongeveer zestigtal actievoerders naar het betrokken dorp getrokken om er hun verontwaardiging en hun vastberadenheid te uiten ten opzichte van dierenmishandeling. Het was de bedoeling deze onaanvaardbare praktijken aan de kaak te stellen en de publieke opinie op een algemene manier bewust te maken van dergelijke toestanden. Ze wilden ook een oproep doen voor een betere toepassing van de bestaande wetten en een strengere maatregel ter zake. In dat opzicht werd ook voorgesteld dat in geval van recidive onmiddellijk beslag zou worden gelegd op de mishandelde dieren, zonder de resultaten van het onderzoek af te wachten omdat dit laatste de eigenaars in de meeste gevallen de gelegenheid geeft de dieren nog met een zekere winst van de hand te doen.

Hoe ver staat het met de huidige toepassing van de wetgeving met betrekking op de dierenmishandeling en wat zijn de verdere stappen in het geval van “de paarden van Ogy”?

Antwoord ontvangen op 12 juli 2011 :

1) De wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren biedt een waaier aan mogelijke maatregelen die in geval van overtreding moeten worden genomen.

De minst repressieve maatregel is de waarschuwing, gevolgd door het proces-verbaal al dan niet gepaard met een administratieve maatregel tot inbeslagneming afhankelijk van de levensverwachting van het betrokken dier.

Het proces-verbaal wordt aan de juridische dienst van de Federale overheidsdienst bezorgd die een administratieve boete van 143 euro tot 5 500 euro kan opleggen. Dit op basis van de ernst van de vastgestelde feiten en de antecedenten van de betrokkene.

In sommige gevallen wordt er geen administratieve boete voorgesteld en wordt het proces-verbaal rechtstreeks aan het parket bezorgd.

De rechtbank kan, boven op de veroordeling voor een overtreding bepaald in voormelde wet, het recht ontzeggen definitief of voor een termijn van één maand tot drie jaar dieren van één of meer soorten te houden.

Als een persoon die aan dergelijk verbod is onderworpen toch opnieuw dieren houdt, kunnen deze sinds 2009 onmiddellijk in beslag worden genomen zonder dat er een nieuwe overtreding is vastgesteld.

Voor zover ik weet spreken de rechtbanken zelden een dergelijk verbod uit.