Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2213

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 5 mei 2011

aan de minister van Landsverdediging

Strijdkrachten - Gebruik van shareware - Tegenindicaties - Plannen inzake veralgemeende invoering

krijgsmacht
gegevensverwerkende installatie
kantoorautomatisering
computerprogramma
vrije software

Chronologie

5/5/2011Verzending vraag
22/6/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2213 d.d. 5 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het lijkt en is vanzelfsprekend dat het Belgisch leger is uitgerust met optimale informatica, zowel qua soft- als hardware. De snelle evoluties in deze sector, noodzaken voortdurend nieuwe investeringen. Daarbij valt op hoe er een de facto monopolie van Microsoft ontstond met betrekking tot de meeste courante software voor het dagelijkse gebruik. De voortdurende evolutie van deze van bijvoorbeeld Windows of Office vereist steeds weer om een nieuwe aankoop - erg duur, zelfs met kortingen, maar effectueert ook de hardware die eveneens meer snelheid, geheugen vereist. Men mag en moet zich hierbij de vraag stellen waarom overheidsinstellingen steeds weer kiezen voor Microsoft, terwijl er kwalitatief vergelijkbare - soms superieure - software zonder kostprijs beschikbaar is. Het gaat hier over de zogenaamde shareware, met Linux veruit als bekendste. Deze software, zowel voor de besturing als alle andere functies (Linux, Open Office), biedt dus gratis mogelijkheden en presteert minstens even goed. Een introductie van deze shareware leidt zeker naar grote besparingen maar draagt ook bij tot de bestrijding van een ongewenst en te duur monopolie.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) In welke onderdelen van het leger gebruikt men applicaties van: (1) Windows, (2) MS-office of onderdelen? Hoeveel kostte de aankoop of verlenging van licenties voor deze commerciële software per jaar en per onderdeel, dit in de periode 2006-2010?

2) In hoeveel onderdelen van het leger gebruikt men: (1) Linux, (2) Open Office? Gebruikt men ook ander vormen van shareware? Hoe evalueert men dit gebruik?

3) Met welke motivering en omwille welke argumenten ziet men af van het gebruik van open software (zoals Linux en Open Office)?

4) Zijn er plannen om systematisch en veralgemeend het gebruik van open software te introduceren? Zo ja welke en wanneer?

Antwoord ontvangen op 22 juni 2011 :

Het geachte lid wordt verzocht hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. a. Het PC-besturingssysteem MS Windows en het kantoorsoftwarepakket MS Office worden gebruikt op de werkstations van alle staven, eenheden en diensten van Defensie.

b. Buiten de Original Equipment Manufacturer (OEM) licenties van MS Windows die samen met de PC’s werden verworven, waren er geen kosten voor MS Windows in de periode 2006-2010.

c. Tijdens de periode 2006-2010 bedroegen de kosten voor de aankoop van licenties van MS Office producten 64 154,51 euro:

2. a. Linux wordt slechts in enkele zeer specifieke gevallen als PC-besturingssysteem gebruikt.

b. Het kantoorsoftwarepakket Open Office wordt niet standaard gebruikt binnen Defensie.

c. Defensie gebruikt wel zoveel mogelijk “free” of “open source” software: PC-applicaties die geen ontwikkeling vergen (Open Workbench, CDBurner XP Pro,…), producten voor de eigen ontwikkeling van nieuwe software (Java, Netbeans, Eclips, Subversion, Ant, Maven, Hudson, Sonar, Talend,…) en bepaalde server software binnen de productieomgeving van het centrale rekencentrum (Red Hat Enterprise Linux, Jboss application server, Pound,…).

d. De ervaringen met deze “free” of “open source” software zijn, voor zover de soms beperkte set aan functionaliteiten de behoefte volledig dekten, over het algemeen voldoend. Er wordt echter soms wel een gebrek aan professionele ondersteuning vastgesteld. Bovendien zijn deze “gratis” versies dikwijls afgeslankte versies van eenzelfde product dat als betalende en goed ondersteunde versie bestaat. Ze worden dan ook vaak gebruikt als lokmiddel voor het aankopen van de volwaardige licentie of een groot dienstenpakket om een ondersteuning op langere termijn te waarborgen.

3. De volgende redenen hebben er in het verleden toe geleid dat Defensie geen “free” of “open source” software gebruikte:

a. te beperkte set van functionaliteiten: de fabrikanten van “free” of “open sourcesoftware proberen alle functionaliteiten van de commerciële varianten over te nemen, doch slagen hier niet altijd in.

b. geen of te weinig professionele ondersteuning: “open sourcesoftware wordt dikwijls enkel door een vrij-blijvende “community” ontwikkeld en ondersteund, zodat de ondersteuning op langere termijn zeker niet kan worden gegarandeerd, iets wat het gebruik in een productieomgeving met een noodzaak aan een hoge beschikbaarheid onmogelijk maakt.

c. te grote transitiekost: een bestaande, volledig geïntegreerde omgeving om-zetten naar een nieuwe omgeving brengt bepaalde risico’s en kosten met zich mee, waarvoor er niet altijd een voldoende grote “Return on Investment” (ROI) kan worden gevonden.

d. veiligheid: fabrikanten van “free” of “open source” software hebben niet altijd de middelen om hun software aan de veiligheidsnoden van militaire netwerken aan te passen of ze hiervoor te laten homologeren.

e. kostprijs: terwijl bedrijven als Microsoft hun winst voornamelijk uit de verkoop van licenties halen, vragen bepaalde bedrijven die “open source” software ondersteunen soms exuberante prijzen voor hun professionele diensten.

4. Er zijn geen plannen om systematisch en veralgemeend het gebruik van “free” of “open source” software te gebruiken. Iedere behoefte wordt echter wel stelselmatig in vraag gesteld en/of permanent geëvalueerd. De commerciële software wordt steeds afgewogen t.o.v. de “gratis” alternatieven. Hierbij worden steeds de “Total Cost of Ownership” (TCO) en de eventuele transitiekosten bekeken, zodat niet alleen de pure licentiekost, maar ook de kosten voor ondersteuning en bijvoorbeeld het eventueel verlies aan rendement in rekening worden gebracht. Voor bepaalde soorten software is de balans positief en hiervoor wordt dan ook het gebruik van de “free” en “open source” alternatieven opgelegd.