Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2207

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 5 mei 2011

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid

Hormonen in de veeteelt - Onderzoek naar forensische monsters - Vergelijking met de Nederlandse aanpak

veeteelt
hormoon
zwarte handel
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
veterinaire inspectie

Chronologie

5/5/2011Verzending vraag
24/6/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1159
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1160
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1161

Vraag nr. 5-2207 d.d. 5 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar het antwoord van de Nederlandse minister van Landbouw, natuur en Voedselkwaliteit van 17 november 2009 op een Kamervraag over de hormonenmaffia. In het antwoord onderkent de desbetreffende minister dat het bijzonder moeilijk is om verboden stoffen met een hormonale werking op te sporen, omdat steeds nieuwe stoffen met een dergelijke werking worden ontwikkeld. De Nederlandse minister heeft daarom het onderzoek naar forensische monsters en de ontwikkeling van analysemethodes voor dit soort monsters geïntensiveerd. Nederland bestrijdt de hormonen in het vlees via het Nationaal Plan Residuen. Onaangekondigde controles gebeuren zowel steekproefsgewijs als via gerichte monsternames.

Ik heb dan ook de volgende vragen.

1. Werd ook bij ons het onderzoek naar forensische monsters geïntensiveerd? Zo ja, kan de minister dit met cijfers concreet toelichten en kan zij aangeven welke bijkomende budgetten hiervoor werden uitgetrokken? Zo neen, waarom niet?

2. Kan de minister toelichten hoe de ontwikkeling van analysemethodes voor dit soort monsters werd geïntensiveerd en kan ze dit concreet toelichten? Volstaat die inspanning?

3. Waarin verschilt onze aanpak van controles op hormonen in het vlees met de Nederlandse methode van onaangekondigde controles en steekproefsgewijze controles? Kan de minister dit stapsgewijs en concreet toelichten en kan ze ook aangeven wat we van elkaar kunnen leren?

4. Kan de minister aangeven, en dit respectievelijk voor 2008, 2009 en 2010, hoeveel maal een onaangekondigde controle plaatsvond in slachthuizen en of in boerderijen en bij vetmesters naar de aanwezigheid van verboden producten in het vlees? Kan de minister die cijfers duiden?

Deelt zij de bezorgdheid van haar Nederlandse collega over het steeds opnieuw opduiken van nieuwe groeibevorderaars en dus nieuwe stoffen met dergelijke werking? Kan ze aangeven waar we nog meer inspanningen kunnen doen om die ongezonde en verboden groeibevorderaars sneller op te sporen?

Antwoord ontvangen op 24 juni 2011 :

1. De analyses van de monsters worden uitgevoerd door het federaal Voedingslaboratorium (FLVVG) van het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV) te Gentbrugge. De kosten ervan zijn opgenomen in de budgetten van het FAVV. Er is regelmatig (naar aanleiding van het indienen van het jaarlijkse budget, maar ook tussentijds) een herziening van de inzet van personen en middelen vereist om met de nodige flexibiliteit tegemoet te kunnen komen aan de opdrachten.

Het aantal analyses van de laatste vijf jaar uitgevoerd in het FLVVG tonen aan dat er zeker geen terugval is in de controles in de strijd tegen hormonale substanties..

Specifiek voor hormonale substanties werden, in 2010, 46 076 analyses uitgevoerd op 10 364 monsters.

2. Het FAVV heeft op dit ogenblik het ISORA project lopen waarbij getracht wordt de detectie van natuurlijke hormonen te kunnen realiseren.

Dit project is een samenwerking tussen het FAVV, LABERCA, Laboratoire d’Etude des Résidus et Contaminants dans les Aliments (Nantes, France) en de Universiteit Gent (Laboratorium Faculteit bio-ingenieurswetenschappen, vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie) met als doel endogene / exogene natuurlijke hormonen te bepalen.

Op dit project zijn vijf personen tewerkgesteld, waarvan een doctorandus. Bedoeling is om vanaf september 2011 ook voor deze natuurlijke hormonen stalen in routine te analyseren. In 2008, 2009 en 2010 werd voor de sectie Residu’s en Contaminanten en Natuurlijke Hormonen respectievelijk een bedrag van 65 526 euro; 406 012 euro en 228 777 euro geïnvesteerd (totaal aankoopbudget van 700 315 euro voor de laatste drie jaren).

Via leasingcontracten wordt in de periode 2008 tot 2014 nog eens een bedrag van 1 509 331 euro geïnvesteerd.

Een investeringsbudget van 520 185 euro in de sectie Natuurlijke Hormonen toont aan dat het FAVV het streven naar innovatie en nieuwe technieken hoog in het vaandel draagt. Daarnaast wordt ook continu gewerkt om de bestaande methoden up-to-date te houden met nieuwe moleculen en wordt onderzoek verricht op nieuwe matrices bv. haar, die de opsporingtermijn van illegale producten verlengen.

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste apparatuur waarin werd geïnvesteerd in de strijd tegen de hormonenmaffia gedurende de laatste drie jaar.

Tabel . Belangrijkste investeringen voor apparatuur in de strijd tegen de hormonenmaffia gedurende de laatste drie jaar

Type toestel

Kostprijs (€)

Aankoop-

jaar

Vloeistofchromatograaf Massaspectrometer type triple quadrupool

466.600

2008

Vloeistofchromatograaf Massaspectrometer type ion trap

477.908

2008

Vloeistofchromatograaf diode arary detector

82.185

2008

Vloeistofchromatograaf Massaspectrometer type triple quadrupool

482.639

2009

Gaschromatograaf combustion isotoop ratio massaspectrometer

411.400

2009

3. Er is geen verschil in de aanpak; Richtlijn 96/23 EG bepaalt hoe de lidstaten de controlemaatregelen dienen uit te voeren. deze controlemaatregelen situeren zich op twee niveaus : screening en verdachte monsternames in de slachthuizen en de veehouderijen. In België worden deze controles gecoördineerd door de Nationale opsporingsEenheid (NOE) van het FAVV. een lid van de NOE maakt tevens als liaison officier deel uit van de HormonenCel van de federale Politie. Wij kunnen U melden dat de indertijd opgerichte “Task Force Hormonen” in Nederland werd opgedoekt wegens besparingsmatregelen.

Tevens is kan ik U mede delen dat in Nederland bij de zogenaamde verdachte monsternames de karkassen (slachthuis) of de dieren (vetmesterijen) niet geblokkeerd worden tot het resultaat van de analyse bekend is dit in tegenstelling met ons land waar of het karkas geblokkeerd wordt of de dieren (21 dagen).

Op gebied van de opsporingsmethoden toegepast in de laboratoria dient er hier speciaal de samenwerking en het overleg vermeld te worden tussen de Nederlandse laboratoria (meer specifiek het RIKILT, het communautair referentielaboratorium) en het laboratorium van het FAVV te Gentbrugge. Dit resulteert o.a. in het uitwisselen en vergelijken van analysemethodes en het uitwisselen van kennis en vaardigheden van de medewerkers.

De samenwerking met het Franse labo te Nantes en de faculteit bio-ingenieurswetenschappen van de universiteit Gent in het ISORA project zal het FAVV laboratorium te Gentbrugge o.a. in staat stellen om het ongeoorloofd gebruik van natuurlijke hormonrn op te sporen en aldus beschikken over één van de meest geavanceerde analysetechnieken in dit domein.

Onaangekondigde controles

2008

2009

2010

verdachte onderzoeken

 

 

 

aantal bemonsterde dieren slachthuis

1203

609

899

aantal landbouwbedrijven

35

23

31

screening

 

 

 

aantal bemonsterde dieren slachthuis

2728

2721

2803

aantal landbouwbedrijven

1180

1193

1280

5. Ik deel de bezorgdheid van mijn Nederlandse collega en ik ben voor een reactivering van de “Task force hormonen” van Nederland.