Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2143

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 20 april 2011

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen

Handel met China - Reciprociteit - Investeringen

China
handelsbetrekking
investering in het buitenland
buitenlandse investering
protectionisme
fabrieksgeheim

Chronologie

20/4/2011Verzending vraag
6/7/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2142

Vraag nr. 5-2143 d.d. 20 april 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

China groeide ongetwijfeld uit tot een grote speler op de kapitaalmarkt. Het land bezit enorme dollarreserves en zoekt actief in het buitenland om dit geld te investeren. Anderzijds streeft de Chinese overheid naar minder afhankelijkheid van de dollar en plant ze de Chinese munt te internationaliseren. De grote Chinese banken worden nu aangemoedigd om hun groei ook in Europa te zoeken. China-expert Jonathan Holslag waarschuwt echter voor een al te grote euforie over dit manna uit China. De Belgische instanties beperken zich blijkbaar vooral tot een chequeboekdiplomatie, teneinde dit Chinese kapitaal binnen te halen. De ene handelsmissie volgt na de andere, zonder een lange termijnvisie. België zou hierover beter de nodige interne afspraken maken en dringend een langetermijnstrategie ontwikkelen. Daarbij moet men de Chinese investeringen zodanig sturen dat ze voldoende banen en fiscale inkomsten aan de overheid opleveren. Volgens Holstag liggen de baten voor ons land momenteel veel te laag.

China beschikt wel over zo'n langetermijnvisie en aandacht voor direct effect in eigen land. Chinese bedrijven krijgen enkel exportkredieten als hun buitenlandse investeringen voldoende banen opleveren in China. Peking voert al jaren een protectionistisch beleid dat er alles aan doet om de productie in eigen land te houden. Zo bestaan er nog altijd 80 sectoren waarin Europese bedrijven niet mogen investeren.

Het zou passen moesten we dezelfde rechten eisen voor onze bedrijven in China als de rechten die we aan de Chinese bedrijven in ons land geven. Kortom, de relatie met China vraagt om een beleid dat veel meer steunt op reciprociteit. Verder stelt Holslag dat we niet naïef mogen zijn en onze knowhow beter moeten beschermen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen

1. Deelt de minister de analyse van Jonathan Holslag dat er te weinig reciprociteit bestaat in onze handelsrelatie met China? Met welk argumenten weerlegt/aanvaart de minister deze stelling?

2. Kan de minister een indicatie geven van de jaarlijkse investeringen vanuit China in België voor de periode 2005-2010? Kan de minister mij voor dezelfde periode een indicatie geven van hoeveel jobs en overheidsinkomsten dit heeft opgeleverd? Hoe duidt en evalueert de minister deze cijfers?

3. Kan de minister een indicatie geven de jaarlijkse investeringen vanuit België in China België voor de periode 2005-2010? Kan de minister mij voor dezelfde periode een indicatie geven van hoeveel jobs en overheidsinkomsten dit heeft opgeleverd? Hoe duidt en evalueert de minister deze cijfers?

4. Bestaan er in België sectoren met een verbod voor buitenlandse (niet-Europese) bedrijven om te investeren? Bestaan er sectoren waar het specifiek voor Chinese bedrijven verboden is om te investeren? Kan de minister deze benoemen?

5. Is de minister zich bewust van het potentiële economische gevaar bij het openstellen van onze kennisbedrijven voor Chinese investeringen? Op welke wijze treedt de Belgische overheid hier op om te verzekeren dat industriële en bedrijfsgeheimen in Belgische handen blijven?

6. Hoe staat de minister tegenover het idee om op Europees niveau een commissie op te richten die grote buitenlandse investeringen in Europa vooraf grondig moet screenen? Europa zou het enige handelsblok zijn die dat vandaag niet doet. Is de minister bereid om dit aan te kaarten op Europees niveau?

7. Welke overleg en samenwerkingsinitiatieven met de gewesten bestaan er hieromtrent? Bestaat er een gedeelde langetermijnstrategie over het handelsbeleid met China? Beaamt de minister de noodzaak voor zo een gezamenlijke strategische visie?

Antwoord ontvangen op 6 juli 2011 :

1. De vaststelling van Jonathan Holslag dient mijn inziens ietwat genuanceerd te worden door een onderscheid te maken tussen de goederen- en dienstenhandel. Er dient evenwel rekening gehouden te worden met de relatieve beperkte waarde van de dienstenhandel. Voor wat de goederenhandel betreft, vertoont de handelsbalans een structureel tekort, zoals het geachte lid kan afleiden uit onderstaande tabel.

Jaar

De Belgische goederenuitvoer naar China, waarde in miljoen euro

De Belgische goedereninvoer vanuit China, waarde in miljoen euro

Handelsbalans (goederen), saldo in miljoen euro

1999

887,85

2.952,29

-2.064,44

2000

1.339,96

4.010,63

-2.670,67

2001

1.691,01

4.315,67

-2.624,66

2002

2.009,63

4.746,62

-2.736,99

2003

2.273,80

5.480,81

-3.207,01

2004

2.362,62

6.851,23

-4.488,61

2005

2.703,78

8.722,00

-6.018,21

2006

2.930,80

10.307,86

-7.377,06

2007

3.340,56

12.622,74

-9.282,18

2008

3.424,21

13.401,58

-9.977,38

2009

4.351,88

10.528,96

-6.177,09

2010 (*)

5.417,98

12.009,55

-6.591,57

Bron: Nationale Bank van België

Uitvoer en invoer gemeten volgens de communautaire definitie.

Deze cijfers houden geen rekening met de handel met Hong Kong.

(*) voorlopige cijfers voor het jaar 2010.

Dit tekort was in 2009 vooral merkbaar bij de handel in elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen en toebehoren (tekort van 1,5 miljard euro) en in machines, toestellen en mechanische werktuigen (480 miljoen euro). Ook de handel in kleding en schoenen vertoonde een aanzienlijk tekort, en dan in het bijzonder bij de posten kleding en kledingtoebehoren andere dan van brei- of haakwerk (724 miljoen euro), kleding en kledingtoebehoren van brei- of haakwerk (654 miljoen euro) en schoenen (550 miljoen euro).

Ook bij de handel in meubelen, artikelen voor bedden en verlichtingstoestellen (530 miljoen euro) en speelgoed en sportartikelen (525 miljoen euro) waren er aanzienlijke tekorten in 2009.

De Belgische uitvoer naar China heeft in de jaren 2009 en 2010 een redelijke groei gekend, maar al bij al moet toch gesteld worden dat onze export nog beter zou kunnen presteren, gezien de zeer sterke economische groei in China tijdens de voorbije jaren.

Dit geldt trouwens niet enkel voor onze export naar China, maar ook in het algemeen voor onze uitvoer naar de opkomende economieën in Azië en elders in de wereld.

Dit bewijst dat er wel degelijk nood is aan een globale strategie ten aanzien van o.a. China, om van de mogelijkheden en uitdagingen maximaal te kunnen genieten.

Studies wijzen er op dat de exportprestaties van de Belgische economie van de voorbije jaren te lijden hebben aan een aantal zwakke punten wat betreft onze concurrentiepositie. Economisch onderzoek dat vrij recent werd verricht door de Europese Commissie, het Federaal Planbureau en de Nationale Bank van België bevestigt dat zich een structureel probleem stelt met het concurrentievermogen van onze economie. De Belgische uitvoer blijft te zeer gericht op exportmarkten met een lage groei, en dan voornamelijk de lidstaten van de "oude" Europese Unie (EU15), met een overwicht van drie landen, namelijk Duitsland, Frankrijk en Nederland. Onze export is te weinig gericht op de nieuwe dynamische markten, zoals de opkomende landen in Azië. De Belgische export naar deze laatste groep landen steeg weliswaar tijdens de periode 1995-2008, maar trager dan de totale invoer van deze landen.

Bovendien is de samenstelling van de Belgische uitvoer allesbehalve optimaal, met een groot aandeel goederen waarnaar de buitenlandse vraag in 1995-2006 is gedaald. Daarentegen exporteert België in vergelijking met de andere Europese landen weinig hoogtechnologische goederen. De samenstelling van onze uitvoer weerspiegelt de structuur van de Belgische economie. In vergelijking met de andere landen van de EU15, is de Belgische economie eerder gespecialiseerd in traditionele activiteiten die de voorbije jaren weinig groei hebben gekend. Daarentegen zijn nieuwe bedrijfstakken, en dan met name de activiteiten rond informatie- en communicatietechnologie (ICT), ondervertegenwoordigd, en dit zowel binnen de industrie als binnen de dienstensector.

Volgens ramingen door de Nationale Bank van België leverde België in het jaar 2010 voor 861 miljoen euro diensten aan China, een toename met 49 procent in vergelijking met 2009. De invoer van diensten vanuit China bedroeg 484 miljoen euro, wat 49 procent meer was dan in 2009.

De dienstenbalans vertoonde in tegenstelling tot de goederenbalans een positief saldo, ten belope van 377 miljoen euro.

Jaar

Inkomsten van diensten (uitvoer van diensten naar China), waarde in miljoen euro

Uitgaven voor diensten (invoer van diensten uit China), waarde in miljoen euro

Dienstenbalans, saldo in miljoen euro

2008

785

382

403

2009

583

326

257

2010

861

484

377

Bron: Nationale Bank van België; berekeningen door de Dienst Handelsbeleid

De Belgische dienstenuitvoer naar China bestond vooral uit vervoersdiensten. De uitvoer van vervoersdiensten kende een gevoelige daling in 2009. In 2010 steeg de uitvoer, zonder echter het niveau van 2008 te bereiken.

Opmerkelijk is voorts de snelle toename van de uitvoer van de andere commerciële diensten naar China.

Belgische uitvoer van diensten naar China, waarde in miljoen euro

2008

2009

2010

Alle diensten

785

583

861

a/ Vervoer

619

383

548

b/ Reizen

25

26

28

c/ Communicatie

15

13

14

d/ Bouw

0

6

5

e/ Verzekeringen

0

2

5

f/ Financiële diensten

20

16

21

g/ Informatica- en informatiediensten

6

4

9

h/ Auteursrechten, royalties, licenties

18

18

40

i/ Andere commerciële diensten

67

112

159

j/ Persoonlijke, culturele en vrijetijdsdiensten

10

1

0

k/ Niet elders vermelde overheidsdiensten

0

0

0

l/ Overige diensten

3

3

32

2. De cijfers van de jaarlijkse investeringenstromen vanuit China in België vindt het geachte lid hierna. Deze cijfers komen van de NBB, waarbij de cijfers met de nodige voorzichtigheid dienen behandeld, gezien er ook een deel overig kapitaal in zit, dat niet altijd investeringscijfers in die zin betekenen, maar ook leningen etc. Er zitten ook geen geherinvesteerde bedragen in.

2005: 8 miljoen euro

2006: Niet beschikbaar gezien vertrouwelijk karakter van de gegevens.

2007: 39 miljoen euro

2008: - 3 miljoen euro

2009: - 71 miljoen euro

2010: 22 miljoen euro

Een negatief cijfer betekent een desinvestering van China in België.

Het is evenwel niet mogelijk een indicatie te geven van hoeveel jobs en overheidsinkomsten hiermee gegenereerd werden.

3. Ook hier worden de cijfers van de Nationale Bank van België gegeven met dezelfde voorzichtigheidsclausule inzake het deel overig kapitaal dat in deze cijfers zit, en de geherinvesteerde winsten die er niet in zitten. De cijfers van de jaarlijkse investeringsstromen van België in China

2005: 22 miljoen euro

2006: 15 miljoen euro

2007: 166 miljoen euro

2008: - 294 miljoen euro

2009: - 90 miljoen euro

2010: - 1 miljoen euro

Een negatief cijfer betekent een desinvestering van België in China.

Het is evenwel niet mogelijk een indicatie te geven van hoeveel jobs en overheidsinkomsten hiermee gegenereerd werden.

4. België is een open land en heeft, zoals sommige andere landen, geen specifieke sectoren die verboden zijn voor niet-Europese bedrijven om te investeren. Er zijn wel regels voor bepaalde activiteiten die uitgevoerd worden, maar dit heeft niets te maken met protectionisme. België, als lid van de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO) heeft de “Investment declaration” van de OESO onderschreven alsmede de “Codes of Liberalisation of capital movements and current invisible operations”. Deze laatste dwingende code verplicht de lidstaten om afwijkingen te motiveren, en ze gaat uit dat er geen nieuwe uitzonderingen bij kunnen tenzij deze aangemeld en gemotiveerd worden, en niet discriminatoir zijn.

5. België is altijd voorstander van een open politiek geweest en ik zie momenteel geen moeilijkheden voor onze kennisbedrijven. De Veiligheid van de Staat heeft de expliciete opdracht om het wetenschappelijk en economisch potentieel in ons land te beschermen tegen mogelijke externe bedreigingen. Inzake industriële en bedrijfsgeheimen is het natuurlijk ook aan de bedrijven om hun vertrouwelijke informatie zo goed mogelijk te beschermen. België zorgt daarnaast voor een efficiënt financieel weefsel dat het moet mogelijk maken voor bedrijven om bij liquiditeitsproblemen voldoende gelden te mobiliseren om niet te verkopen omwille van de financiële tekorten.

6. De Europese Commissie (College van Commissarissen) delibereert nog over de opportuniteit om een toezichtsmechanisme op Europees niveau te creëren dat moet toezien op mogelijke buitenlandse investeringen in gevoelige of strategische sectoren. Deze idee werd gesuggereerd door Europees commissaris Tajani naar aanleiding van een bilateraal bezoek aan Frankrijk. Hij heeft hiervoor de steun van zijn collega Michel Barnier.

Op dit moment is er geen concreet voorstel van de Europese Commissie. Dergelijk toezichtsmechanisme moet uiteraard volledig compatibel zijn met de geldende regels inzake internationale investeringen (onder andere WTO, OESO) en mag geen aanleiding geven tot ongeoorloofd economisch protectionisme. Ook de praktische uitwerking geeft aanleiding tot heel wat vragen.

Ik ben voorstander van een evenwichtige ontwikkeling van de wederzijdse economische relaties tussen de Europa en China (en andere opkomende economieën). Europa is bij uitstek een open markteconomie, die een groot deel van haar welvaart, groei en jobs te danken heeft aan duurzame buitenlandse investeringen van buiten de Europese Unie. Europa voert ook een rationele en assertieve handels- en investeringsstrategie die de markttoegang voor onze bedrijven wereldwijd maximaal wil garanderen.

7. Zoals voor internationale besluitvorming is er een constante samenwerking met de gewesten, informatie-uitwisseling etc. en dit via de geëigende kanalen. Deze zijn voor wat betreft:

Een gezamenlijke strategische visie en gecoördineerde acties zou zeker een grote troef zijn om onze handelsrelaties met China te bevorderen. Ik wens het geachte lid er op te wijzen dat handelspolitiek volledig aan de Europese Commissie toevertrouwd is, waardoor zij het initiatiefrecht ter zake heeft. Binnen dit kader zijn de acties van de lidstaten eerder beperkt.