Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2137

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 20 april 2011

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

Overheidsdiensten - Gebruik van de prikklok

publieke dienst
werktijden
arbeidsduur
overheidsapparaat

Chronologie

20/4/2011Verzending vraag
23/8/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2137 d.d. 20 april 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het gebruik van een prikklok bij ambtenaren staat garant voor grote discussies. De tegenstanders beschouwen dit instrument als volledig achterhaald, het zegt niets over de kwaliteit van het geleverde werk en staat symbool voor het wantrouwen in het personeel. De afschaffing van de prikklok zorgt daarentegen voor meer flexibiliteit en creativiteit, wat ten goede komst aan de productiviteit. Afschaffing geeft volgens ook meer mogelijkheden om gezin en job optimaal te combineren. De voorstanders van de prikklok stellen daarentegen dat dit systeem de werknemers juist al jaren de mogelijkheid geeft om het werk beter af te stemmen op het gezinsleven. Dankzij het systeem van de glij- en stamtijden, maken werknemers zelf hun dagindeling. Het systeem geeft houvast. Bovendien registreert het prikkloksysteem alle extra gepresteerde uren, waardoor de recuperatie van overuren doorzichtbaar en dus zonder discussie is. Door het afschaffen van de prikklok, worden wellicht massaal overuren gepresteerd, zonder enige vorm van controle of beperking.

Ik heb hierover de volgende vragen:

1. Hoe beoordeelt en evalueert de geachte minister het prikkloksysteem? Sluit zij zich eerder aan bij de voor- of bij de tegenstanders?

2. Heeft de minister het gebruik van de prikkloksysteem reeds geëvalueerd? Zo ja, welke conclusies kan men hieruit trekken en gaven deze aanleiding tot een aanpassing van het beleid ter zake? Zo nee, plant de minister in de toekomst een evaluatie?

3. Wie beslist er over het invoeren of afvoeren van dit systeem? Wie draagt er daarbij de eindverantwoordelijkheid?

4. Hoeveel en welke overheidsdiensten maken er nog gebruik van het prikkloksysteem? Hoeveel ambtenaren vallen er in globo en per overheidsdienst onder dit systeem? Hoe zijn deze cijfers geëvolueerd in de periode 2006-2010? Hoe evalueert en duidt de minister deze cijfers en ontwikkelingen?

Antwoord ontvangen op 23 augustus 2011 :

1. Het lijkt me al te eenvoudig om me in een van de twee kampen die u beschrijft onder te brengen, namelijk dat van de tegenstanders of dat van de voorstanders van de prikklok. Elk systeem houdt voordelen en risico's in. Wat zeker is, is dat het niet echt interessant is om zich te vergewissen van de aanwezigheid van de medewerkers. Wat wel van belang is, is hun activiteit, hun beschikbaarheid voor de gebruikers en hun resultaten.

2. Er is geen evaluatie geweest van de prikkloksystemen. Het leek ons dat een dergelijke enquête meer de opinies dan de feiten zou meten. Er is evenmin een enquête gepland in de onmiddellijke toekomst.

3. Het zijn de leidinggevenden van de verschillende federale organisaties die beslissen op dit vlak. Het is mijns inziens niet aangewezen dat er een algemeen beleid gevoerd zou worden in verband met de prikklok . Mijn houding met betrekking tot dit onderwerp was steeds om vertrouwen te hebben in de voorzitters van de directiecomités in deze materie.

4. Op dit moment zijn er naar mijn weten slechts vier Federale Overheidsdiensten (FOD's) die van het prikkloksysteem zijn afgestapt, namelijk de Kanselarij, Fedict, Sociale Zekerheid en Personeel en Organisatie.

Bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Personeel en Organisatie blijven 39 personeelsleden gebruik maken van het prikkloksysteem. Dit komt neer op 7,3 %.

Bij de FOD Sociale Zekerheid blijven 173 personeelsleden het prikkloksysteem gebruiken. Dit komt neer op 16,6 %.