Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2113

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 13 april 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Dierenasielen - Aantallen - Controles

welzijn van dieren
dierenbescherming
huisdier
veterinaire inspectie

Chronologie

13/4/2011Verzending vraag
25/5/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2113 d.d. 13 april 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dierenasielen zijn bijzondere instellingen. Ze bekommeren zich om dieren die omwille van heel diverse redenen aan hun lot worden overgelaten. Ze vervullen daarmee een combinatie van zeer belangrijke opdrachten, zowel in het voordeel van de samenleving als met betrekking tot het welzijn van de betrokken dieren. Lokale politiediensten worden vaak geconfronteerd met rondlopende dieren allerlei; voor hen is het dierenasiel de enige oplossing, zowel voor het vangen als het huisvesten, verzorgen en behandelen van deze dieren. Voor vele baasjes die om tal van oorzaken afscheid moeten nemen van hun huisdieren, vormt het dierenasiel meestal de enige valabele oplossing.

In optimale maar gewenste omstandigheden koppelt een dierenasiel de maatschappelijke functie aan een fundamenteel respect voor dierenrechten. Erkenning, toezicht en controle op de dierenasielen berusten bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding. De dienst Inspectie Consumptieproducten, Dierenwelzijn en CITES voor niet-nutsdieren staat in voor de inspectie ervan. Dit alles wordt geregeld door de wet betreffende de bescherming en het welzijn der dieren van 14 augustus 1986 en het koninklijk besluit houdende de erkenningvoorwaarden voor hondenkwekerijen, kattenkwekerijen, dierenasielen, dierenpensions en handelszaken voor dieren, en de voorwaarden inzake de verhandeling van dierenvan 17 februari 1997.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Komt het huidige aantal dierenasielen in België tegemoet aan de noden voor plaatsing, verzorging en behandeling? Heeft de geachte minister kennis van de mate waarop vraag en aanbod zich in deze zaak tot elkaar verhouden?

2) Hoeveel inspecteurs van de dienst Inspectie Consumptieproducten, Dierenwelzijn en CITES voor niet-nutsdieren zijn specifiek belast met de controle op de kwaliteiten van de dierenasielen? Hoeveel controles ter plaatse werden er jaarlijks uitgevoerd, dit in de periode van 2006 tot 2010? Tot welke conclusies leidden deze controles? Beoordeelt zij de aard en het aantal van deze inspectiebezoeken als voldoende? Kan zij verzekeren dat de algemene en gemiddelde toestand van de dierenasielen beantwoordt aan de gestelde kwaliteitseisen?

3) In hoeveel gevallen stelde de inspectiedienst jaarlijks in de periode van 2006 tot 2010 zware kwaliteitsproblemen vast? Welke kwaliteitsproblemen komen het meeste voor? Tot welke gevolgen leidde deze inspecties? Werden er dierenasielen gesloten? Werden er dossiers aan het parket bezorgd?

4) Wat ondernam of plant zij met betrekking tot een actief en proactief beleid voor dierenasielen? Waar ziet zij de belangrijkste uitdagingen, bedreigingen en kansen in de nabije toekomst?

Antwoord ontvangen op 25 mei 2011 :

1. Mijn diensten verzamelen reeds meer dan vijftien jaren statistische gegevens over de aantallen dieren die in de Belgische asielen opgevangen worden. Het aantal opgevangen dieren is gedurende die tijd ongeveer constant gebleven, met een lichte daling bij de honden en een stijging bij de katten. Het spreekt vanzelf dat de meeste asielen hun capaciteit graag vergroot zouden zien om zodoende nog meer dieren te kunnen opvangen, maar dikwijls doorkruist een tekort aan middelen of aan plaats de realisatie van deze plannen.

2. & 3. De Inspectiedienst Dierenwelzijn van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid beschikt heden over dertien inspecteur-dierenartsen.

In onderstaande tabel zijn voor de periode 2006 tot 2010 het aantal controles van asielen weergegeven en het aantal, dat niet voldoet aan de eisen van de wetgeving op het dierenwelzijn (kwaliteitsproblemen).


Aantal controles in asielen

Aantal asielen met kwaliteitsproblemen

Aantal PV’s

Sluiting asielen

2006

22

7

3

-

2007

33

14

8

1 intrekking erkenning

2008

51

10

5

1 intrekking erkenning

2009

66

10

2

-

2010

75

17

2

1 stopzetting na PV

De vastgestelde overtredingen zijn divers en hebben betrekking op de niet-naleving van zowel administratieve eisen als van de voorwaarden voor huisvesting. De meeste inbreuken worden vastgesteld in kleine asielen in familieverband gerund, en zijn te wijten aan een tekort en/of een slecht beheer van financiële middelen als aan een onvermogen tot het besturen van een asiel.

4. In het verleden werden reeds verschillende directe en indirecte maatregelen genomen om het aantal dieren dat in asielen terechtkomt te verminderen en het aantal dieren dat kan herenigd worden met zijn eigenaar te verhogen. Zo werd de verhandeling van honden en katten op markten en het houden van deze dieren in dierenwinkels verboden, moeten erkende kwekers een vragenlijst overlopen met toekomstige eigenaars, werd de publiciteit voor het verhandelen van honden en katten aan banden gelegd, en werd de registratie van honden verplicht

Vorig jaar nog werd het meerjarenplan katten bekendgemaakt. Dit plan omvat een reeks maatregelen om het aantal zwerfkatten en het aantal katten dat in een asiel terechtkomt, terug te dringen. Momenteel vindt overleg over deze problematiek plaats met de verschillende betrokken sectoren (asielen, kwekers, ...). Bovendien loopt momenteel in opdracht van de Federale overheidsdienst Volksgezondheid Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu een onderzoek naar de mogelijkheid om kittens op jonge leeftijd te steriliseren.

De belangrijkste uitdagingen in dit kader zullen ongetwijfeld ook in de toekomst het beperken van de instroom van dieren in asielen zijn en het optimaliseren van de uitstroom.

Een betere samenwerking tussen de verschillende asielen en een uitwisseling van informatie om de werking te verbeteren zou eveneens een grote bijdrage kunnen leveren tot de optimalisatie van de opvang van dieren. Jammer genoeg ontbreekt een dynamische overkoepelende vereniging om deze taak op zich te nemen. Tot slot heb ik ook de intentie om na te gaan of de lokale besturen aangezet kunnen worden om de asielen financieel te vergoeden voor de taken die ze door deze besturen toevertrouwd krijgen.