Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2057

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 8 april 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid

Pestgedrag op de werkvloer - Aantal meldingen - Gevolgen - Maatregelen

werkplek
psychologische intimidatie
officiële statistiek

Chronologie

8/4/2011Verzending vraag
17/11/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2057 d.d. 8 april 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Er komt geen einde aan de schrijnende verhalen over verregaand pestgedrag op de werkvloer. Wellicht halen enkel de meest tragische gevallen de media, maar blijft een overgrote meerderheid verstoken van media-aandacht.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel gevallen van pestgedrag op de werkvloer werden er jaarlijks geregistreerd in de periode van 2006 tot 2010? Op welke wijze werd aan deze meldingen gevolg gegeven? Hoeveel van deze gevallen kenden een dodelijke afloop? Hoeveel van deze gevallen werden aan het parket gemeld? Welke opvolging werd daaraan gegeven? Hoe evalueert en duidt de geachte minister deze ontwikkelingen?

2) Ontwikkelde zij ondertussen een actieplan of samenhangende strategie die het fenomeen pestgedrag op de werkvloer bestrijdt? Welke maatregelen werden en worden hieromtrent getroffen? Welke prioriteit geeft zij aan dit fenomeen?

3) Pleegde zij hieromtrent overleg met de sociale partners of binnen de Nationale Arbeidsraad? Zo ja, met welke gevolgen? Zo niet, waarom blijft dit fenomeen zo onbesproken?

Antwoord ontvangen op 17 november 2011 :

1a) Het totaal aantal dossiers en aantal formele dossiers geregistreerd en behandeld door de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk in de periode 2005-2009 is weergegeven in grafiek 1.

©CO-PREV vzw

Het aantal klachten met betrekking tot de regelgeving inzake geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk die werden ingediend bij de diensten van de arbeidsinspectie (Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk) is voor de periode 2004-2010 weergegeven in grafiek 2.

b) Een werknemer die meent het slachtoffer te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, kan opteren voor drie actiemogelijkheden. Hij kan de voorrang geven aan de interne weg, hij kan zich wenden tot de inspectie, of hij kan een procedure voor de bevoegde rechtbank instellen.

Indien hij de interne procedure verkiest, wendt hij zich ofwel tot de vertrouwenspersoon ofwel tot de psychosociale preventieadviseur.

Een werknemer die meent het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk kan er voor kiezen een informele oplossing te zoeken hetzij door de interventie te vragen van de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur bij een lid van de hiërarchische lijn, hetzij door aan de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur te vragen een verzoeningsprocedure op te starten met de aangeklaagde (en dit zelfs zonder dat er informatie wordt gegeven aan de werkgever of de hiërarchische meerdere).

Indien de informele weg niet tot resultaten leidt of wanneer de werknemer hieraan een einde wil stellen, kan hij een met redenen omklede klacht indienen bij de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur, nadat hij een persoonlijk onderhoud heeft gehad met één van deze personen. Dit onderhoud is verplicht.

De met redenen omklede klacht is een door de werknemer ondertekend en gedateerd document dat de volgende elementen omvat: het verzoek aan de werkgever om maatregelen te treffen om een einde te stellen aan de feiten, de nauwkeurige beschrijving van de feiten die volgens de werkgever constitutief zijn voor geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, het ogenblik en de plaats waarop elk van die feiten zich heeft voorgedaan en de identiteit van de aangeklaagde.

De werknemer kan er voor kiezen om onmiddellijk een met redenen omklede klacht in te dienen zonder op informele wijze een oplossing te zoeken. In dat geval, zal hij eveneens vooraleer deze klacht in te dienen, een persoonlijk onderhoud moeten hebben met de vertrouwenspersoon of de psychosociale preventieadviseur.

Indien de met redenen omklede klacht in ontvangst werd genomen door een vertrouwenspersoon, maakt hij deze over aan de bevoegde preventieadviseur. Vanaf het ogenblik dat deze gemotiveerde klacht werd ingediend geniet de werknemer specifieke rechtsbescherming. De preventieadviseur brengt de werkgever op de hoogte van de gemotiveerde klacht, van de identiteit van de klager en van het feit dat hij beschermd is. De preventieadviseur onderzoekt de gemotiveerde klacht binnen een termijn van drie maanden (hij zal de personen horen die hij nuttig acht voor de analyse van de situatie. De aangeklaagde moet zo snel mogelijk gehoord worden) en stelt in een verslag aan de werkgever maatregelen voor.

Indien de feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk doorgaan na het nemen van de maatregelen of indien de werkgever nalaat de nodige maatregelen te treffen, wendt de preventieadviseur zich, na akkoord van het slachtoffer, tot de arbeidsinspectie (Toezicht welzijn op het werk). De werknemer zelf kan zich ook rechtstreeks tot de inspectie richten. De inspectie zal eveneens trachten de situatie te normaliseren door de maatregelen die door de preventieadviseur werden gesuggereerd of andere maatregelen op te leggen.

Indien de werknemer zich rechtstreeks wenst te wenden tot de inspectie zonder een beroep te doen op de interne procedure van de onderneming, zal de inspectie deze werknemer doorverwijzen naar deze interne procedure indien zij kan toegepast worden. Indien er evenwel geen psychosociale preventieadviseur werd aangeduid en de veiligheid en de gezondheid van de werknemer het vereisen, zal de inspectie de werkgever in gebreke stellen om er één aan te duiden binnen de termijn die zij bepaalt of zal zij individuele of organisatorische maatregelen opleggen om een einde te stellen aan de feiten.

c) Men beschikt niet over gegevens betreffende het aantal pestgevallen met dodelijke afloop.

d) De evolutie van het aantal pestdossiers per jaar voor het geheel van de arbeidsauditoraten is weergegeven in onderstaande tabel.

e) De gevolgen die gegeven werden aan de pestdossiers door de arbeidsauditoraten voor de periode 2003-2009 is weergegeven in onderstaande grafiek.

Toelichting van de rubrieken

• “geseponeerd”: geklasseerd zonder gevolg

• “gerechtelijk onderzoek”: onderzocht dossier (overgemaakt aan de onderzoeksrechter)

• “opsporingsonderzoek”: dossier nog steeds in informatiefase – niet afgesloten dossier

• “terbeschikkingstelling”: het dossier wordt aan een ander parket of arbeidsauditoraat overgemaakt omwille van een bevoegdheidskwestie

• “samengevoegd dossier”: een dossier wordt met een ander dossier samengevoegd

• “dading”: verval van de strafvordering door het betalen van een geldsom

• “beslissing tot buitenvervolgingstelling door de raadkamer”: de raadkamer is het rechtscollege dat in de onderzochte dossiers tussenkomt en dat beslist of het dossier al dan niet naar de correctionele rechtbank wordt verwezen. De beslissing tot buitenvervolgingstelling betekent dat er geen reden is tot vervolging voor de correctionele rechtbank.

Zoals men kan vaststellen, is het “seponeren” van het dossier het gevolg dat in veruit het grootst aantal gevallen aan een dossier wordt gegeven. Het is daarbij zeer belangrijk te onderstrepen dat de redenen voor het seponeren zeer verschillend zijn: regularisatie (de situatie is genormaliseerd tijdens het onderzoek), onvoldoende bezwarende feiten, overtreding kan niet worden vastgesteld (ondanks de verdenkingen slaagt het openbaar ministerie er niet in om de overtreding vast te stellen), geen overtreding (het dossier brengt geen overtredingen aan het licht), aanwezigheid van antecedenten, vervolging niet opportuun. Een auditeur deed opmerken dat bij veel personen het gevoel van onbehagen eerder subjectief is dan dat er zich precieze feiten en pesterijen hebben voorgedaan.

f) Een onderzoek met betrekking tot de evaluatie van de wijzigingen die in 2007 werden aangebracht in de wetgeving inzake de preventie van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk werd uitgevoerd.

Heel concreet wenste ik een zicht te krijgen op de stand van zaken wat betreft de ontwikkeling van het preventiebeleid inzake psychosociale belasting veroorzaakt door het werk in de ondernemingen en de verbetering van de preventie en bestrijding van grensoverschrijdend gedrag op het werk. Ik nodig u uit om de eindverslagen van deze evaluatie te consulteren op de website van de Federale Overheidsdienst FOD werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (http://www.werk.belgie.be ,)

2) Op basis van de hoorzittingen die de commissie Sociale Zaken van de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft gehouden en het hierboven vernoemde evaluatierapport, heeft de Kamer op 20 juli 2011aanbevelingen goedgekeurd om de nodige maatregelen te treffen op het vlak van de wetgeving, de sensibilisatie en het toezicht op de naleving van de wetgeving om de preventie van psychosociale risico's te bevorderen en de bestrijding van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk te verbeteren (document 53 1671/003).

Verschillende initiatieven werden vooralsnog genomen:

Een vraag aan de arbeidsinspectie om haar controles ter zake te versterken;

Een vraag aan de FOD Werk om sensibilisatiecampagnes te voeren ter attentie van onder andere het management van de ondernemingen.

3) De Kamer heeft de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk verzocht advies uit te brengen over de tenuitvoerlegging van de voorliggende aanbevelingen.

De Kamer heeft ze eveneens medegedeeld aan de Nationale Arbeidsraad.