|
|
Belastingvermindering voor de voertuigen met nul uitstoot
elektrisch voertuig
minder vervuilend voertuig
belastingaftrek
| 6/4/2011 | Verzending vraag |
| 28/4/2011 | Antwoord |
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-539
U hebt onlangs voorgesteld het mechanisme van de groene lening uit te breiden tot voertuigen met een geringe CO2-uitstoot en elektrische voertuigen. Ter herinnering, de groene lening is bedoeld als hulp voor de gezinnen die het startkapitaal voor energiebesparende investeringen niet kunnen voorschieten.
Een uitbreiding van de groene lening zou het veel gemakkelijker maken een elektrisch voertuig of een ander voertuig met geringe CO2-uitstoot te verwerven en ik kan dat initiatief alleen maar toejuichen. Die maatregel zou trouwens een aanvulling kunnen zijn van de fiscale voordelen toegekend aan de "schone" voertuigen (korting van 3 tot 15% op factuur bij aankoop van een voertuig met minder dan 115g of minder dan 105g CO2-uitstoot per kilometer).
Ik heb zelf altijd gepleit voor de uitbreiding van de kortingen voor "schone" voertuigen tot elektrische voertuigen en voertuigen "nul uitstoot". Sedert 1 januari 2010 is dat een feit via een federale belastingvermindering van 30% voor de aankoop van een nieuw elektrisch voertuig.
Elektrische wagens genieten echter geen directe korting op de factuur, een stimulans die veel efficiënter is dan de belastingvermindering van 30% bij de aankoop. Zou u bijgevolg niet voorstellen de directe korting van 15% op de factuur opnieuw in te voeren en, als compensatie, de belastingvermindering voor de elektrische wagens op 15% te brengen?
Ik heb er inderdaad voor gezorgd dat we steun aan elektrische voertuigen verlenen door middel van een belastingvermindering van 30 % bij de aankoop van dergelijke voertuigen. Onze maatregelen behoren tot de meest ambitieuze in Europa en hebben veel succes bij het publiek en bij de fabrikanten. De grotere aanwezigheid van deze voertuigen zonder schadelijke uitstoot zal de kwaliteit van de lucht die we allen inademen, fors verbeteren.
Daarnaast heb ik ook de groene lening ingevoerd, waarvan een deel van de interest door de Staat wordt terugbetaald. Ze kan dienen om alle energiebesparende investeringen in een gebouw te financieren die momenteel recht geven op belastingverminderingen.
Om terug te komen op de elektrische voertuigen: natuurlijk had ik gewild dat de aanmoediging de vorm aannam van een korting op factuur. Omdat ze meteen wordt toegekend, is de korting op factuur veel efficiënter dan de belastingvermindering waarvan de voordelen pas meer dan een jaar na de aankoop voelbaar zijn. De Raad van State heeft ons er evenwel op gewezen dat een korting op factuur geen belastingvermindering is en dat belastingverminderingen een federale bevoegdheid zijn, terwijl kortingen onder de exclusieve bevoegdheid van de gewesten vallen.
Het advies van de Raad van State verklaart dus waarom de door mij gewilde steun aan elektrische voertuigen uitsluitend via de belastingen wordt verleend. Het zal aan een volgende regering zijn om de respectieve bevoegdheden van de federale overheid en de gewesten op dit vlak te bevestigen of op te heffen.
Toch denk ik dat we een tariefverschil moeten behouden tussen de elektrische voertuigen (30 %) en de thermische voertuigen die minder dan 105 g CO2 per kilometer uitstoten (15 %). Het is immers onze taak om een drastische emissiereductie aan te moedigen en de aanmoedigingstarieven moeten de verbetering van de evidente prestaties van beide technologieën weerspiegelen.
Om terug te komen op uw vraag om uitleg: ik bevestig graag dat het goed is om energie te willen besparen, maar daarvoor moet men nog altijd de financiële middelen hebben. Hoewel al deze investeringen op termijn rendabel zijn, vragen ze, zoals hun benaming aangeeft, een startkapitaal. Ik maak van de gelegenheid gebruik om te benadrukken hoezeer de groene lening, die de middelen en de organisatie van de financiële sector aan de doelstellingen van de Staat koppelt, doeltreffend is. Er worden veel meer bedragen geleend, terwijl de beheerskosten voor de Staat zeer laag blijven. Dat is hoe een moderne staat zou moeten functioneren. De Staat bepaalt de doelstellingen en geeft de eerste aanzet. De privésector neemt het vervolgens over, onder het wakend oog van de openbare overheden en in een competitieve omgeving die verzekert dat aan de gemeenschap zo goedkoop mogelijke diensten worden verleend.
De financiering van energiebesparende investeringen is dus een cruciaal punt waarover we ons nog zullen moeten buigen. Ik heb verschillende denkpistes voorgesteld om de investeringen die met een groene lening kunnen worden gefinancierd, uit te breiden. Daarbij lijken de elektrische voertuigen mij een evidente kandidaat.
De meerkosten bij de aankoop van dit type voertuig zijn aanzienlijk, hoewel ze vervolgens worden gecompenseerd door lagere energiekosten. Toch blijft het vereiste startkapitaal aanzienlijk en waarschijnlijk nog buiten het bereik van vele portefeuilles. Wie hiervoor de groene lening kan aanwenden, kan de extra kosten bij de aankoop opvangen en in de tijd spreiden, wat het nog attractiever maakt. Denk aan de luchtkwaliteit in onze steden als we erin slagen een groot deel van de vervuilende auto’s te vervangen door voertuigen die niets uitstoten.