|
|
Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid - Bewakingsagenten - Verbod op directe doorstroming vanuit politiediensten - Evaluatie
beveiliging en bewaking
politie
statuut van de ambtenaar
| 30/9/2010 | Verzending vraag |
| 22/12/2010 | Antwoord |
Eén van de voorwaarden die de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid (Wet Tobback) aan bewakingsagenten oplegt, is dat zij sinds vijf jaar geen lid mogen zijn geweest van een politiedienst. Deze beperkte overstapmogelijkheid werd in de wet ingeschreven omdat het niet opgaat dat de overheid privébedrijven van geschoold personeel voorziet (de zogenaamde blue drain) of dat er ongewenste netwerken en doorstromingskanalen tussen de publieke en de particuliere sector zouden ontstaan. In heel wat gevallen is deze voorwaarde verantwoord.
Toch kan de vraag gesteld worden of een dergelijke beperking wel noodzakelijk is voor een aantal nieuwe bewakingsfuncties, bijvoorbeeld voor ziekenhuisstewards.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vraag:
Kan de minister mij meedelen of deze voorwaarde, zoals bepaald in artikel 6, 6°, van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, reeds geëvalueerd werd? Acht zij het wenselijk deze voorwaarde aan te passen aan de zachtere functies in de bewakingssector?
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.
Er dient opgemerkt te worden dat een ziekenhuissteward bewakingsactiviteiten uitvoert en dus volgens de bepalingen van de wet als bewakingsagent dient aanzien te worden. Bijgevolg is de reglementering van de private en bijzondere veiligheid van toepassing.
De toegekende vergunning is immers niet verbonden aan een specifieke functie of plaats van uitvoering maar verleent de bevoegdheid om activiteiten van bewaking uit te voeren binnen de voorwaarden van de wet. Een bewakingsagent kan dus binnen zijn carrière met zijn vergunning op verschillende plaatsen werken en verschillende functies uitoefenen.