Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2013

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 6 april 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Verkeersbelasting - Belasting op inverkeerstelling - Invordering - Respect van de taalwetgeving

voertuigenbelasting
belastingadministratie
taalgebruik

Chronologie

6/4/2011Verzending vraag
4/5/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2013 d.d. 6 april 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën zorgt voor het invorderen van de verkeersbelasting en de belasting op inverkeerstelling in Brussel. Deze dienst vordert eveneens bij ondernemingen die een of meer wagens bezitten. De FOD Financiën is ertoe gehouden de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken hierbij te respecteren.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel personeelsleden zijn er tewerkgesteld op de bevoegde dienst voor deze invorderingen, gehuisvest op de Koning Albert II laan 33? Hoeveel van deze personeelsleden zijn Nederlandstalig? Hoeveel zijn er Franstalig?

2) Welke criteria worden gehanteerd voor het gebruik van de juiste taal bij het verzenden van de invorderingen? Welke criteria gelden er voor rechtspersonen? Is de taal van inschrijving van deze rechtspersonen bindend?

3) Hoeveel Nederlandstalige formulieren werden door deze dienst verzonden in 2007, 2008, 2009 en 2010? Hoeveel Franstalige?

4) Waarom wordt de taalwetgeving systematisch geschonden door deze dienst? Waarom moeten Nederlandstalige firma's steeds opnieuw verzoeken om een Nederlandstalig aanslagbiljet te bekomen?

5) Is de geachte minister het met me eens dat een invordering in een foutieve taal ongeldig is? Hoeveel klachten werden hierover reeds genoteerd en met welke gevolgen?

6) Wat ondernam of plant hij om dit probleem te verhelpen?

Antwoord ontvangen op 4 mei 2011 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vragen:

1. Momenteel staat de dienst Belastingen Auto’s Brussel in voor de inning van de verkeersbelasting en van de belasting op de inverkeerstelling voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en voor het Waalse Gewest.

Het aantal personeelsleden tewerkgesteld op de dienst Belastingen Auto’s Brussel bedraagt (toestand op 12 april 2011) :

Agenten

Totaal

Nederlandstalige taalrol

23 (45 %)

Franse taalrol

28 (55 %)

Totaal

51

2. Voor de rechtspersonen wordt de taalcode gebruikt die door de Dienst Inschrijving Voertuigen (DIV) wordt medegedeeld aan de dienst Belastingen Auto’s Brussel (Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën). De DIV baseert zich op zijn beurt op de taal waaronder de rechtspersoon bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) is opgenomen. Er wordt geen rechtstreekse '”‘taalaangifte” gedaan bij de FOD Financiën.

3. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn slechts voor volgende periodes cijfers beschikbaar:

  1. 2009: 9 maanden van april 2009 tot en met december 2009. De gegevens van de vooraf-gaande periode zijn gearchiveerd.

  2. 2010: volledig jaar;

  3. 2011: 2 maanden van januari 2011 tot en met februari 2011.

De cijfers:


Jaar

Nederlands

Frans

9 Maanden

2009

36.989

399.067

12 Maanden

2010

58.263

555.346

2 Maanden

2011

10.650

95.681

4 en 6. De FOD Financiën heeft geen kennis van een systematische schending van de taalwetgeving door deze dienst. Het aantal klachten omtrent het niet respecteren van de taalwetgeving zijn gering.

De dienst Belastingen Auto’s Brussel kan bij klacht van een betrokkene wel een rechtzetting uitvoeren in haar gegevensbestand, maar indien het taalprobleem niet aan de bron wordt geregeld, dit wil zeggen bij de DIV, dan blijft de eventuele fout terugkeren.

5. Overeenkomstig art. 58, lid 1, van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, zijn alle administratieve handelingen en verordeningen die naar vorm of naar inhoud, strijdig zijn met de bepalingen van de gecoördineerde wetten, nietig.

Art. 58, lid 3, stelt overigens dat wanneer vastgesteld wordt dat handelingen of reglementen nietig zijn wegens hun vorm, zij door de overheden waarvan zij uitgaan, vervangen worden door bescheiden die naar de vorm regelmatig zijn.