Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1767

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 17 maart 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Voedingswaren - Aanwezigheid van het norovirus - Gevolgen voor de volksgezondheid - Controles door het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV)

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
voedselvergiftiging
verontreiniging van voedingsmiddelen
Keuringsdienst van waren

Chronologie

17/3/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1768

Vraag nr. 5-1767 d.d. 17 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In opdracht van de consumentenvereniging Test-Aankoop verrichtte de universiteit van Gent, vakgroep Voedselveiligheid en -kwaliteit, een onderzoek naar het voorkomen van het norovirus in voedingswaren. Vier van de zesendertig stalen bevatten dit virus, dus bijna 10 %. Dit norovirus is, na salmonella, de belangrijkste veroorzaker van voedselvergiftiging. Het slaat vooral toe bij een hoge concentratie van mensen. Het veroorzaakt buikgriep bij mensen in goede conditie, maar is vooral gevaarlijk bij mensen met een verzwakt immuunsysteem. Vooral voorverpakte voedingswaren, schaal- en zeevruchten, maar ook groenten en fruit bevatten dit virus. Groenten en fruit worden niet gecontroleerd door het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) omdat de meeste groenten worden gekookt vooraleer men ze opeet. Dat geldt natuurlijk niet voor trendy groenten en/of kruiden, zoals notensla, basilicum en uiteraard ook vers fruit.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoe evalueert de geachte minister het onderzoek van de Universiteit Gent waaruit blijkt dat onder andere heel wat verse groenten en fruit in onze supermarkten het norovirus dragen, met de daarbij horende gevaren voor de volksgezondheid?

2) Beschikt zij over cijfers met betrekking tot de impact van het norovirus op onze volksgezondheid? Nemen de risico's en de incidentie toe?

3) Bevestigt zij dat het FAVV verse groenten en fruit niet systematisch controleert op de aanwezigheid van dit norovirus? Vindt zij het nodig om de opdrachten aan het FAVV in die zin uit te breiden? Zo ja, volgens welke modaliteiten en timing? Zo niet, op basis van welke argumenten besluit zij op te treden?