|
|
Federale politie - Gewezen commissaris-generaal - Tuchtonderzoek - Gevolgen
politie
tuchtprocedure
Vaste Comités van Toezicht op de politie- en inlichtingendiensten
| 16/3/2011 | Verzending vraag |
| 5/4/2011 | Antwoord |
Recent nam de commissaris-generaal van de federale politie ontslag wegens vermoedelijke onregelmatigheden en misbruiken, onder meer gekoppeld aan een dienstreis naar Qatar. Inmiddels lopen de onderzoeken van het Vast Comité P en van de Algemene Inspectie van de federale politie verder. Tijdens deze tuchtonderzoeken wordt de gewezen politiebaas niet geschorst of op non-actief geplaatst.
Volgens verklaringen van de minister verliest de gewezen politiebaas zijn auto, chauffeur en representatiekosten.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:
1) Wat zijn de concrete gevolgen van het lopende tuchtonderzoek op het functioneren van de gewezen commissaris-generaal? Waarom werd deze politieofficier tijdens het onderzoek niet op non-actief geplaatst? Welke taken neemt hij inmiddels waar? Wordt zijn wedde ondertussen geschorst? Wordt tijdens een tuchtprocedure een deel van het loon ingehouden? Heeft hij in zijn huidige functie of non-functie een onkostenvergoeding? Welke vergoeding ontvangt de gewezen politiebaas vandaag?
2) Wat gebeurt er tijdens het onderzoek met de medewerkster van de gewezen politiebaas? Werd zij op non-actief geplaatst? Loopt er ook een tuchtonderzoek naar deze gewezen secretaresse van de commissaris-generaal?
3) Hoe lang zal het tuchtonderzoek nog lopen? Indien er inmiddels reeds een uitspraak is, welke maatregelen worden tegen de betrokkenen genomen? Zal de Belgische Staat zich burgerlijke partij stellen tegen de gewezen commissaris-generaal?
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
1, 2 en 3. De stand van zaken is de volgende: momenteel lopen er twee onderzoeken: een bijkomend onderzoek van het Comité P en een audit van het beheer van de budgettaire middelen door de Algemene Inspectie. Mocht uit die onderzoeken blijken dat er voldoende aanwijzingen zijn, dan zal ik de tuchtprocedure starten. Dat veronderstelt duidelijke feiten die men als een tuchtvergrijp kan kwalificeren en die aan een persoon toegeschreven kunnen worden. Ik stip aan dat het Comité P in zijn eerste besluiten stelde dat er “geen enkele onregelmatigheid” was, noch “een schending van de deontologische code”.
Een schorsing bij ordemaatregel gaat gepaard met een inhouding van 25 % van het loon, maar dat is op grond van de actuele gegevens thans niet aan de orde. Betrokkenen zijn bovendien in ziekteverlof.
Het ontslag als commissaris-generaal impliceert het verlies van de mandaattoelage en van het functievoertuig.
De tuchtregeling en de civielrechtelijke benadering zijn twee verschillende procedures die weliswaar gecumuleerd kunnen worden. Maar ik wacht uiteraard eerst de resultaten af van voormelde onderzoeken.