Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1751

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 16 maart 2011

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen

Vierde mobiele licentie - Veiling - Gehoopte resultaten - Voordelen voor de consument

Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie
handelsvergunning
telecommunicatie
mobiele telefoon
veiling
mobiele communicatie

Chronologie

16/3/2011Verzending vraag
21/4/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1751 d.d. 16 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Belgische telecomtoezichthouder, Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) veilt op 6 juni 2011 de vierde 3G-licentie. Momenteel beschikken alleen Belgacom, Mobistar en KPN-dochter Base over een 3G-licentie. Die werd al in 2001 toegewezen. Ook toen werd een vierde licentie aangeboden, maar niet verkocht. Luc Hindryckx, de voorzitter van de Raad van het BIPT, verwacht van de komst van een vierde mobiele operator "een nieuwe dynamiek op de markt ".

In België betaalt de consument momenteel de hoogste tarieven voor mobiel internet in Europa.

Mocht de veiling van deze licentie opnieuw geen vierde gegadigde opleveren, dan besluit het BIPT mogelijk tot een nieuwe veiling, waaraan ook de drie in België al actieve operatoren kunnen deelnemen. Dit scenario lijkt plausibel, want met de terugtrekking van Telenet lijkt het sommige observatoren, gezien het huidige klimaat, weinig waarschijnlijk dat er andere gegadigden opdagen om een rol te spelen op de moeilijke Belgische telecommunicatiemarkt.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Is het de overtuiging van de minister dat er voldoende gegadigden zullen opdagen om op deze vierde licentie een bod uit te brengen? Wat ondernam hij om deze vierde licentie te promoten bij potentiële licentiehouders? Kan hij zijn inspanningen illustreren?

2) Indien de veiling opnieuw geen vierde gegadigde oplevert, zal men deze dan openstellen voor biedingen van de drie gevestigde operatoren, zoals Luc Hindryckx beweert? Hoe valt dit te rijmen met de bedoeling een nieuwe dynamiek op de markt brengen?

3) Bestaat er een minimumbod? Hoeveel denkt hij dat deze veiling zal opleveren?

4) Werden er in de licentievoorwaarden criteria opgenomen met betrekking tot de mogelijkheid van potentiële licentiehouders om daadwerkelijk voor stevige concurrentie te zorgen in de Belgische telecommunicatiemarkt? Werden er in de licentievoorwaarden criteria opgenomen met betrekking tot de houding van potentiële licentiehouders inzake arbeidsrechten en duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen?

5) Wanneer kan men verwachten dat deze vierde licentiehouder operationeel zal zijn? Vanaf welk moment verwacht hij dat de consument hier de eerste voordelen van plukt?

Antwoord ontvangen op 21 april 2011 :

Ik heb de eer in antwoord op de door het geacht lid gestelde vraag het volgende mee te delen.

1) De uitnodiging tot de kandidaten werd door het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) aangekondigd en tevens in het Staatsblad gepubliceerd. Het BIPT communiceerde dit in een persmedeling. Ook werd door het BIPT een succesvolle industry event georganiseerd om de potentiële kandidaten te gronde te informeren. Een website www.auction2011.be bevat informatiememoranda over de 3G- en 4G-veilingen, alsook vragen en antwoorden van de betrokken partijen.

Bovendien heb ik als mininster actief deelgenomen aan het « World Economic Forum » in Davos (januari 2011) en aan het Mobile World Congress (Barcelona, februari 2011) met als doel buitenlandse investeerders aan te trekken. Talrijke bilaterale gesprekken hebben plaatsgevonden maar het behoort natuurlijk tot de betrokken partijen om hierover te communiceren indien ze dat wensen.

2) Naast de veiling van de vierde 3G-vergunning worden nog andere regelgevende maatregelen genomen teneinde de marktdynamiek te verbeteren, zoals de veiling van de 4G-vergunningen op 2,6 GHz, de gespreide betaling van de vergunningsheffing, de reductie van de terminatietarieven of de implementatie van het nieuwe Europese regelgevend kader.

Dit geheel van maatregelen zou een dynamische en een competitieve markt moeten teweegbrengen die uiteindelijk de consument ten goede zal komen.

Anderzijds is het noodzakelijk om het beschikbare spectrum te benutten zodanig dat, in afwezigheid van een eventuele vierde gegadigde, het spectrum toegewezen kan worden. Hiertoe moeten de bestaande de operatoren een vraag richten tot het BIPT die over de gegrondheid zal oordelen.

3) De enige heffing (voordien enig concessierecht genoemd) die wordt aangeboden tijdens de veiling, dient te worden betaald conform de bepalingen van artikel 30 van de wet betreffende de elektronische communicatie. Voor de 2,1 GHz-band bedraagt de enige heffing 20 833 euro per toegewezen MHz en per maand als de operator meer dan 5 MHz duplex spectrum in deze band verwerft, of 32 000 euro per toegewezen MHz en per maand in het andere geval. De vierde operator heeft ook de mogelijkheid om spectrum te verwerven op 900 MHz en 1 800 MHz. Voor de 900MHz- en 1 800MHz-banden bedraagt dit 51 644 euro per maand voor 1 MHz in de 900MHz-band inclusief 2 MHz in de 1 800MHz-band. Het totale minimumbod voor het 3G-spectrum variëert dus tussen (bij benadering) 35, 48 en 71 miljoen euro al naar gelang er respectievelijk 2 maal 5 MHz, 2 maal 10 MHz of 2 maal 15 MHz bij de veiling verworven wordt.

4) De regering heeft ervoor gezorgd om de nieuwkomer niet positief te discrimineren ten opzichte van bestaande operatoren die veel investeren in ons land.

De regelgevende voorwaarden werden echter op een flexibele wijze herzien (onder andere geannualiseerde betaling van de unieke heffing, mogelijkheid om 2G-spectrum te verwerven), zodanig dat een eventuele vierde operator aan geen excessieve intredeverplichtingen onderworpen is.

Eventuele maatregelen met betrekking tot de houding van potentiële licentiehouders inzake arbeidsrechten en duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen mogen, teneinde geen discriminatie in te voeren met de andere operatoren, niet specifiek zijn voor een vierde operator.

Bovendien voorziet het Europese regelgevend kader (Machtigingsrichtlijn) dat enkel een aantal opgesomde voorwaarden kunnen worden opgelegd aan gebruiksrechten voor radiofrequenties. Deze hebben betrekking op zaken als efficiënt spectrumgebruik en voorkomen van storing. Het is dus niet mogelijk om voorwaarden op te leggen inzake arbeidsrechten of verantwoord ondernemen, zelfs als er zou bepaald worden dat dergelijke maatregelen wenselijk zijn.

5) Houders van gebruiksrechten moeten binnen 18 maanden na kennisgeving van de toekenning van de gebruiksrechten van start gaan met het aanbieden van diensten. Vergunninghouders moeten ook de volgende resultaatsverbintenissen inzake ontplooiing naleven (artikel 3, paragraaf 1, van het 3G-koninklijk besluit) :

Aantal volledige jaren na kennisgeving van de gebruiksrechten

Dekking van de bevolking

3

30 %

4

40 %

5

50 %

De houders van gebruiksrechten wordt ook tot streefdoel gesteld 85 % van de bevolking te dekken tegen het einde van het zesde jaar na kennisgeving van de toekenning van de gebruiksrechten. Dit streefdoel van 85% kan door het BIPT herzien worden rekening houdende met onder andere de volgende, niet-exclusieve factoren :

de dekkingsgraad na het vijfde jaar ;

de technische ontwikkelingen ;

de behoeften van de consument ;

de evoluties in de markt ;

de beschikbaarheid van de apparatuur ;

de economische haalbaarheid van de dekkingsgraad voor de operatoren ; en

het algemene belang.

Het BIPT zal nagaan of de dekkingsverplichtingen in acht worden genomen.