Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1711

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 10 maart 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Litouwen - Groeiende homofobie - Internationale contacten - Maatregelen

Litouwen
discriminatie op grond van seksuele geaardheid
seksuele minderheid
genderidentiteit

Chronologie

10/3/2011Verzending vraag
26/4/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1711 d.d. 10 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dit voorjaar buigt de Seimas, het Litouwse parlement, zich voor de tweede keer over het meest recente homofobe wetsvoorstel, eentje in een ondertussen lange rij. Deze wet wil de financiering van de promotie van homoseksuele relaties in publieke plaatsen beboeten met een geldstraf tussen tweeduizend en tienduizend litas (tussen 580 en 2 900 euro). Een stemming in november 2010 kwam slechts twee stemmen te kort om het ontwerp te aanvaarden. Mensenrechtenorganisatie Amnesty International (AI) protesteerde tegen dit zuiver discriminerende en onwettige voorstel en het Europees Parlement riep via een resolutie op om het ontwerp te schrappen. Sinds de Conservatieven in oktober 2008 in Litouwen de grootste partij vormen, pleegt men geregeld inbreuken op de bestaande anti-discriminatiewetgeving. In juli 2010 keurde het parlement, tegen een veto van president Grybauskaite in, een wet goed die informatie over homoseksualiteit op scholen verbiedt.

De rechtsbescherming van holebi's in Litouwen behoort tot de slechtste in Europa. Toen de Baltische staat nog deel uitmaakte van de Sovjet-Unie, was homoseksualiteit er zelfs strafbaar. Pas sinds 1993 zijn homoseksuele relaties er wettelijk toegestaan. Maar holebikoppels kunnen zich tot op de dag van vandaag niet wettig registreren als partners, laat staan dat ze kunnen trouwen. Ze mogen niet adopteren en lesbische koppels hebben geen toegang tot een ivf-behandeling.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Is de minister van mening dat het een lidstaat van de Europese Unie past dergelijke wetgeving in te voeren? Met welke argumenten onderbouwt hij zijn antwoord? Is hij van mening dat zulk land, dat in 2011 voorzitter van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) is, ernstig werk kan maken van de derde dimensie van deze organisatie, namelijk het toezicht op het rigoureus naleven van mensenrechten, democratie en het beschermen van minderheden?

2. Zal hij de Litouwse regering wijzen op de bezorgdheid die in België leeft aangaande de herhaaldelijke officiële maar negatieve signalen naar holebi's in Litouwen? Op welke wijze en met welke middelen zal hij deze ongerustheid kenbaar maken bij de Litouwse autoriteiten?

3. Wat is de bredere inzet van de Belgische regering ten opzichte van de Europese Commissie en de Raad van Europa en daarnaast ten opzichte van de Litouwse collega's om homohaat tegen te gaan en gelijke behandeling te bevorderen? Zoekt de Belgische regering hiertoe op actieve wijze gelijkgestemde lidstaten op? Welke concrete initiatieven nam het Belgische voorzitterschap in 2010 om de discriminatie van holebi's tegen te gaan binnen de Europese Unie en binnen de lidstaten die bekend staan er een vrij negatieve of terughoudende attitude ten aanzien van holebi's op na te houden?

Antwoord ontvangen op 26 april 2011 :

1. Ons land verzet zich sterk tegen elke vorm van discriminatie, daarin begrepen discriminatie op basis van seksuele geaardheid of genderidentiteit. Ons land verwerpt homofobie sterk en ik geloof dat, moest deze wet worden aanvaard, ze in zou gaan tegen het verbod van het non-discriminatieprincipe van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Met betrekking tot het Voorzitterschap van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in 2011 zou ik willen onderlijnen dat het hier gaat om een parlementair initiatief (wetsvoorstel) en dat meerdere leden van de Litouwse regering evenals de Litouwse presidente zelf zich tegen het voorstel hebben uitgesproken. De Litouwse minister van Justitie heeft bovendien verklaard dat het wetsvoorstel ingaat tegen de grondwetsbepalingen, Europese Richtlijnen en internationale verdragen, en dat hij dientengevolge aan de regering zal voorstellen om een negatief advies tegen het voorstel te formuleren. Onze ambassade te Vilnius blijft deze zaak van zeer nabij opvolgen en houdt mij op de hoogte van deze kwestie.

2. Zoals ik recent heb aangegeven in een antwoord op twee parlementaire vragen van mevrouw Zoé Genot en de heer Bruno Tuybens, hebben de Belgische ambassadeur in Vilnius en andere Europese ambassadeurs deze vragen omtrent het wetsvoorstel voorgelegd aan de Litouwse presidente. Zij heeft een duidelijk afkeuren tegenover het wetsvoorstel laten blijken en betreurt dat zulk een wetsvoorstel haar land een slecht imago geeft. Europese unie (EU)-Commissaris V. Reding heeft aangekondigd dat ze, afgezien van een discussie in het Europees Parlement, de intentie heeft het wetsvoorstel te analyseren waarbij niet uitgesloten wordt dat het ingaat tegen de Richtlijn inzake audiovisuele diensten en tegen het non-discriminatieprincipe. De Commissaris beoogt evenzeer de boetes voorzien in het wetsvoorstel die tot doel hebben het “propageren van homoseksuele relaties” te straffen, met boetes gaande van 580 tot 2 900 euro.

Op de 16de sessie van de VN-Mensenrechtenraad die doorging in maart 2011 is onze permanente vertegenwoordiging er samen met de andere EU-collega’s in geslaagd om ook Litouwen te laten aansluiten bij de lijst van landen die een gemeenschappelijke verklaring hebben afgelegd. Deze verklaring, die gesteund wordt door 85 landen waaronder alle EU-lidstaten, vraagt de decriminalisering van LGBT’s.

3. België steunt de inspanningen om de rechten van homoseksuele, biseksuele en transseksuele personen (LGBT) te beschermen zowel op het Europese als het internationaal niveau. Reeds gedurende meerdere jaren volgen wij aandachtig de werkzaamheden aangaande het nieuwe voorstel voor een Goederen- en Dienstenrichtlijn van de Raad van de Europese Unie. In december 2008 hebben wij de Verklaring van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties gesteund over de bestrijding van discriminatie gebaseerd op seksuele geaardheid en genderidentiteit en in maart 2010 hebben wij ook actief deelgenomen aan het uitwerken en aannemen van een aanbeveling van de Raad van Europa ter zake. Gedurende ons EU-Voorzitterschap tijdens het tweede semester van 2010 hebben we gezorgd voor het verspreiden en promoten van een “LGBT-toolkit”, dat tot doel heeft de internationale actoren, de civiele maatschappij en de diplomatieke posten van de lidstaten van de EU een instrument ter beschikking te stellen waarmee ze deze kwestie gemakkelijker kunnen aansnijden.