Schriftelijke vraag nr. 5-1661

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 4 maart 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

WikiLeaks - Impact - Beveiliging van het diplomatieke verkeer via elektronische weg

elektronische post
internet
gegevensbescherming
staatsgeheim
vertrouwelijkheid
ambassade
diplomatieke betrekking

Chronologie

Vraag nr. 5-1661 d.d. 4 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De storm rond WikiLeaks lijkt grotendeels voorbij, ondanks de uitspraken van onder andere Julian Assange dat er nog belangwekkende informatie zal volgen. Ongeacht het lot van deze leider en nog eventueel volgende berichten, kan er wellicht al met enige afstand over de impact van deze " lekken " worden gereflecteerd.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) In welke mate heeft de informatie van WikiLeaks waarin ons land werd vermeld, ook daadwerkelijk een impact gehad op de buitenlandse of andere relaties van België? Beoordeelt de geachte minister de effecten van deze gelekte informatie als eerder negatief, eerder positief of eerder onverschillig voor de kracht en het imago van ons land in haar buitenlandse betrekkingen?

2) Heeft hij naar aanleiding van de WikiLeaks-informatie expliciete maatregelen getroffen of contacten gelegd? Zo ja, welke, met wie, met welke beoogde effecten en met welke resultaten?

3) Kan hij ons nu verzekeren dat onder andere het diplomatieke verkeer via elektronische weg nu waterdicht is beschermd? Of moet hij toegeven dat deze vorm van communicatie altijd een grote en niet te beheersen kwetsbaarheid inhoudt? Heeft hij hieromtrent bijzondere richtlijnen de Belgische diplomaten en het andere buitenlandpersoneel opgelegd? Zo ja, kan hij deze toelichten? Zo niet, waarom achtte hij dit niet noodzakelijk?

Antwoord ontvangen op 5 mei 2011 :

1. De gelekte diplomatieke berichten hebben voornamelijk belangrijke gevolgen voor de werking van de Amerikaanse diplomatie, en veel minder voor de Belgische. Voor België is het effect van de gelekte informatie gering.

2. Ik heb naar aanleiding van de WikiLeaks-informatie noch expliciete maatregelen getroffen noch contacten gelegd.

3. Het elektronisch diplomatiek verkeer kan niet waterdicht beschermd worden. Ik wijs er trouwens op dat lekken vooral te wijten zijn aan een zwakke beveiliging van de toegang tot het systeem van onbevoegde personen of personen waaraan een veiligheidsattest lichtzinnig werd verleend. De wijze waarop deze informatie uitlekte is maar één van de vele bestaande en bekende risico’s. Maatregelen om deze risico’s te beperken moeten gezien worden in een groter geheel van tegenmaatregelen. Richtlijnen inzake veiligheid worden aan het personeel van de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken verstrekt en het personeel wordt regelmatig herinnerd aan de noodzaak deze regels op te volgen.