Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1625

van Lieve Maes (N-VA) d.d. 4 maart 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Congo - Belgische ambassade - Nieuwe personeelsleden in het kader van de genderproblematiek en seksueel geweld

gendermainstreaming
Democratische Republiek Congo
ambassade
personeel in diplomatieke dienst
gelijke behandeling van man en vrouw
seksueel geweld

Chronologie

4/3/2011Verzending vraag
18/4/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1625 d.d. 4 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tijdens de hoorzittingen over de evaluatie van het Belgisch Nationaal Actieplan in het kader van resolutie 1325 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties vernam ik dat er op de ambassade in Congo twee personen zijn toegevoegd aan het ambassadepersoneel om zich met genderproblematiek bezig te houden en dat een persoon focust op seksueel geweld.

Graag had ik hierover het volgende vernomen van de geachte minister:

1) Sinds wanneer zijn die twee personen in dienst en wat houdt hun takenpakket juist in?

2) Wat zijn de tot dusver bereikte resultaten?

3) Zijn er nog Belgische ambassades waar personeel is toegevoegd met een specifieke taak?

4) Zo ja, waar en voor welke taken? Zo nee, waarom dan specifiek in Congo?

5) Heeft hij plannen om deze aanpak uit te breiden in de toekomst?

Antwoord ontvangen op 18 april 2011 :

1. De vraag van Mevrouw Maes verwijst naar een hoorzitting in de Senaat over Resolutie 1325. Gedurende deze audiëntie is vermeld geweest dat twee medewerkers van de Belgische Ambassade in Democratische republiek Congo (DRC) de kwesties gender en seksueel geweld opvolgen.

2. Ik kan verduidelijken dat deze medewerkers niet onlangs werden aangenomen en ook niet alleen maar daarvoor. Zij behoren tot het personeelskader van de ambassade in Kinshasa. Kwesties van gender en seksueel geweld maken integraal deel uit van de thema’s die opgevolgd worden door onze ambassade in Kinshasa.

3., 4. en 5. Er zijn geen ambassades waar personeel specifiek wordt aangeworven om gender op te volgen. Gender wordt “gestroomlijnd” en dient door alle ambassades te worden opgevolgd. Het is wel zo dat specifieke instructies worden gestuurd naar posten waar er meer gebeurt of zou moeten gebeuren rond gender en/of seksueel geweld, zoals DRC, en de zetels van de Verenigde Naties (VN) in New York en Genève.

In New York was er tot voor kort één medewerker nagenoeg full-time bezig met de genderproblematiek, in het kader van het Europees Voorzitterschap aldaar.

Na afloop van het Europees Voorzitterschap blijven al onze ambassades en permanente vertegenwoordigingen actief vrouwenrechten, gender en geweld tegen vrouwen opvolgen, zoals vastgelegd in het Nationaal Actieplan 1325 “Vrouwen, Vrede en Veiligheid”.