Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1607

van Liesbeth Homans (N-VA) d.d. 2 maart 2011

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Schijnhuwelijken in België - Aantallen - Preventieve en repressieve aanpak - Situatie in Antwerpen

schijnhuwelijk
officiële statistiek

Chronologie

2/3/2011Verzending vraag
5/4/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1607 d.d. 2 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Dienst vreemdelingenzaken (DVZ) heeft vorig jaar 9 151 huwelijken onder de loep genomen, omdat het mogelijk om een schijnhuwelijk ging. Dat is de helft meer dan vijf jaar geleden. Volgens de dienst komt dat omdat meer en meer mensen proberen ons land binnen te komen via een huwelijk. Maar ook omdat ambtenaren van de burgerlijke stand en parketten sneller merken dat er iets niet klopt.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) De strijd tegen schijnhuwelijken wordt op twee terreinen gevoerd. Op het preventieve vlak heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand een aanzienlijke appreciatiebevoegdheid zodat hij het huwelijk kan uitstellen of zelfs weigeren af te sluiten bij vermoedens van een schijnhuwelijk. Kan de geachte minister mij zeggen hoeveel huwelijken er in 2010 werden uitgesteld of geweigerd?

2) Daarnaast laat de repressieve aanpak toe een afgesloten (schijn)huwelijk nietig te verklaren. Bovendien kan de correctionele rechter beide personen die een schijnhuwelijk afsloten, veroordelen tot aanzienlijke gevangenisstraffen of geldboeten. Kan zij mij zeggen hoeveel (schijn)huwelijken er in 2010 nietig verklaard werden? Hoeveel gevangenisstraffen werden er uitgesproken? Hoeveel geldboetes werden er opgelegd?

3) Kan zij mij wat bovenstaande vragen betreft, de cijfers geven voor de stad Antwerpen en afzonderlijk voor de Antwerpse districten (Antwerpen / Berchem / Berendrecht-Zandvliet-Lillo / Borgerhout / Deurne / Ekeren / Hoboken / Merksem / Wilrijk)?

Antwoord ontvangen op 5 april 2011 :

1.-2. De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheid van de minister van Justitie.

3. De aangehaalde problematiek behoort tot de bevoegdheid van de Staatssecretaris bevoegd voor het migratie- en asielbeleid.