Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1530

van Liesbeth Homans (N-VA) d.d. 25 februari 2011

aan de minister van Klimaat en Energie

Elektriciteit - Federale bijdrage - Vijftig bedrijven met de hoogste bijdrage

elektrische energie
CREG
verbruiksbelasting

Chronologie

25/2/2011Verzending vraag
28/3/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1530 d.d. 25 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Zoals de geachte minister weet, heft de federale overheid sinds enige tijd een federale taks op elektriciteitsconsumptie. Door de mogelijke vrijstellingen, degressiviteit en plafonnering is de inning echter weinig transparant. Ook op de website van de bevoegde Federale Overheidsdienst en de Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas (CREG) is er geen coherente samenvatting van de gegevens ter zake terug te vinden. In het belang van een transparant en competitief energiebeleid zijn deze cijfers echter van cruciaal belang.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Kan de geachte minister mij de vijftig bedrijven met de hoogste federale bijdrage geven? Indien het om administratieve of privacyredenen niet mogelijk is om de bedrijven bij naam te noemen, kan hij de naam van de gemeente geven waarin deze bedrijven gelokaliseerd zijn?

2) Kan hij mij zeggen hoeveel de totaal geïnde federale bijdrage per jaar en per gewest bedroeg voor de jaren 2008, 2009 en 2010?

Antwoord ontvangen op 28 maart 2011 :

Noch de federale administratie Energie noch de CREG (Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas) beschikken over informatie betreffende de individuele federale bijdragen die worden betaald door de ondernemingen, aangezien de federale bijdrage die geheven wordt door transmissienetbeheerder, samengevoegd wordt en er één enkel bedrag gestort wordt aan de CREG (met informatie betreffende de verdeling onder de zes fondsen).

Zoals het geachte lid weet, wordt de federale bijdrage geheven door middel van een “cascadesysteem” sinds 2009. Het is de transmissienetbeheerder (Elia) die aan de CREG de bijdrage stort die hij gefactureerd heeft aan zijn rechtstreekse klanten en aan de distributienetbeheerders, welke ze factureren aan de leveranciers, die ze op hun beurt factureren aan de eindverbruikers, desgevallend door verminderingen toe te staan (vrijstelling en degressiviteit).Het is zeker dat het om die ondernemingen gaat die grote elektriciteitsafnemers zijn en rechtstreeks onder hoogspanning verbonden zijn met het transmissienet, die de grootste bijdragen betalen (staalnijverheid, metaalnijverheid, cementfabrieken, chemische nijverheid, enz ).

De federale bijdrage is geglobaliseerd op het niveau van België De CREG beschikt niet over elementen om de bedragen te onderscheiden die per gewest geheven worden. Hier zijn de bedragen die door de CREG van de leveranciers en/of transmissienetbeheerders werden ontvangen, alsook van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën, die de om reden van de degressiviteit niet-ontvangen bedragen dekken:

Men merkt een lichte terugloop van de bijdrage tussen 2008 en 2009 en nadien een beduidende stijging in 2010. Dit is te verklaren door het feit dat de unitaire federale bijdrage in 2010 gestegen is met 56 % in verhouding tot 2009, om reden van de vrijstelling van de twee componenten “broeikasgassen” en “denuclearisering».

Bovendien verscheen er een zesde component in 2009 (fonds “verwarmingspremie”), maar de stijging van de bedragen die in het totaal werden ontvangen in 2009, werd gemilderd om reden van de economische crisis en de daaruit volgende vermindering van het verbruik.

De impact is zeer zichtbaar op de degressiviteit die in constante daling is, terwijl dat de unitaire waarde van de federale bijdrage voortdurend toeneemt.

In 2010 steeg het elektriciteitsverbruik opnieuw en bijgevolg ook het bedrag van de federale bijdrage die de CREG heeft ontvangen.

Tenslotte is de bijdrage bestemd voor de zes fondsen die beheerd worden door de CREG maar voor de twee voormelde fondsen worden de terugbetalingen aan de elektriciteitsondernemingen rechtstreeks met behulp van de in dit fonds beschikbare middelen uitgevoerd. In 2010, heeft de CREG zo 18 797 840 euro en 37 266 184 euro in rekening gebracht, sommen die respectievelijk overeenstemmen met de vrijstellingen “broeikasgassen” en “denuclearisering” die rechtstreeks door de twee fondsen worden terugbetaald aan de leveranciers.