Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1408

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 22 februari 2011

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Internetfraude - Aantallen - Bestrijding en vervolging - Internationale strategie

internet
computercriminaliteit
officiële statistiek

Chronologie

22/2/2011Verzending vraag
21/3/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1407

Vraag nr. 5-1408 d.d. 22 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het VRT-programma Basta illustreerde recent wat elke internetgebruiker dagelijks ondervindt, namelijk een stroom van pogingen om met heel uiteenlopende verhalen, methodes en strategieën de naïeve internetgebruiker te verleiden tot aankopen, donaties, enz. Deze praktijk blijkt koppig en moeilijk bestrijdbaar. De Federal Computer Crime Unit (FCCU) werkt hier op de frontlijn, maar deze strijd blijft uiteraard beperkt door juridische grenzen. Zo kan deze unit niet pro-actief optreden, maar stelt wel een e-loket voor klachten beschikbaar. Toch blijft de bestrijding van deze vorm van fraude erg moeilijk, vooral omdat de landen waar deze fraudeurs opereren, hieraan geen prioriteit hechten.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) In welke mate vindt u de bestrijding van internetfraude prioritair voor Justitie en politie?

2) Kan u mij een actueel en cijfermatig overzicht geven over de omvang van deze problematiek? Hoeveel gevallen van internetfraude werden er sinds 2007 jaarlijks vastgesteld? Hoe evalueert en duidt u deze cijfers?

3) Beoordeelt u de instrumenten en methodes waarover Justitie en politie beschikken ter bestrijding van deze vorm van fraude als voldoende accuraat, efficiënt en slagkrachtig? Zo niet, waar liggen de belangrijkste tekorten en hoe kan hieraan worden verholpen?

4) Worden deze vormen van fraude op niveau van de Europese Unie besproken? Groeit er een internationale strategie waarin nationale overheden gezamenlijk deze bedreiging met meer succes kunnen aanpakken?

Antwoord ontvangen op 21 maart 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

Ik verwijs naar het antwoord van mijn collega van Justitie, aan wie deze vraag eveneens werd gesteld.