Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1393

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 18 februari 2011

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

Federale overheidsdiensten - Deelname aan de "dikke truiendag"

ministerie
energiebesparing
bewustmaking van de burgers
vermindering van gasemissie
Protocol van Kyoto

Chronologie

18/2/2011Verzending vraag
17/5/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1393 d.d. 18 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op woensdag 16 februari 2011 kende de campagne " dikke-truiendag " een zevende editie in Vlaanderen. Ook in Wallonië en Brussel nemen steeds meer scholen en bedrijven deel aan de " Journée gros pull ". Deze campagne beoogt sensibilisering voor het belangrijke aandachtspunt van de CO2-uitstoot en de opwarming van de aarde. Daarbij introduceert men heel eenvoudige en beperkte ingrepen die toch een ingrijpend effect kunnen sorteren en zelfs op structurele wijze bijdragen aan de strijd tegen het broeikaseffect en de klimaatsverandering.

Een erg succesvolle strategie binnen de " dikke-truiendag " bestaat erin om gedurende één dag de verwarming ook één graadje minder in te stellen. Deze eenvoudige en beperkte ingreep zorgt voor 7 % minder brandstofverbruik vermindert de CO2-uitstoot ook met 7 %. Het dragen van een iets dikkere trui lost dit comfortprobleempje gemakkelijk op. Uiteraard beoogt de " dikke-truiendag " ook een meer structurele verandering … verbetering. Daartoe kan deze ene dag bijdragen als moment van discussie, reflectie en misschien startpunt van meer duurzame ingrepen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Onderschrijft de geachte minister de sensibiliserende en ook reële positieve effecten van de organisatie van een " dikke-truiendag "?

2) Is zij bereid om in alle diensten van de federale overheid (beleidscellen, programmatorische federale overheidsdiensten - POD en federale overheidsdiensten - FOD, enz.) vanaf 2011 ook een " dikke-truiendag " of " Journée gros pull " te organiseren en de leidende ambtenaren en andere verantwoordelijken daartoe de formele opdracht te geven?

3) Is zij bereid om naar aanleiding van de organisatie van de " dikke-truiendag " een opdracht te geven om ook meer duurzame voorstellen in dit verband te onderzoeken en hieromtrent concrete voorstellen te formuleren?

Antwoord ontvangen op 17 mei 2011 :

Ik kan het geachte lid de volgende antwoorden meedelen.

1. - 2. Het promoten van energiebesparingen is in eerste instantie een bevoegdheid van de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Duurzame Ontwikkeling. De Federale Overheidsdienst (FOD) P&O neemt wel deel aan de verschillende netwerken die door de POD Duurzame Ontwikkeling worden geleid. De “Dikketruiendag” kwam daar al ter sprake. Rekening houdend met het symbolische karakter er-van, vind ik dat het initiatief moet worden toegepast als de technische omstandigheden zich daartoe lenen.

In het kader van de procedure voor de EMAS-certificering staat bij de FOD P&O de verwarming voortdurend een graad lager. Bovendien zou voor die maatregel de ingevoerde monitoring moeten worden gewijzigd, en die wijziging zou meer kosten dan de verwachte energiewinst.

3. Zoals ik eerder al zei, valt die materie niet onder mijn bevoegdheid. Ik benadruk echter dat de betrokkenheid van de FOD P&O bij het beleid inzake duurzame ontwikkeling groeit. Die betrokkenheid kwam in 2010 in een versnelling: wedersamenstelling en heractivering van de cel Duurzame Ontwikkeling, goedkeuring van een actieplan en lancering van de procedure voor de EMAS-certificering (EMAS: - European management and Audit Scheme), die eind 2011 zal worden afgerond. De vertegenwoordiger van de FOD P&O zetelt in de de Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling. Hij werd aangewezen als vice-voorzitter van dat interfederale overlegorgaan. Ik ben van mening dat via dergelijke overlegorganen en via de netwerken initiatieven zoals de Dikketruiendag op de meest efficiënte manier kunnen worden gepromoot.