Paleis voor Schone Kunsten in Brussel - Werknemers - Tweetaligheid - Maatregelen
taalgebruik
tweetaligheid
Hoofdstedelijk Gewest Brussels
schone kunsten
federale wetenschappelijke en culturele instellingen
10/2/2011 | Verzending vraag |
5/7/2011 | Antwoord |
Niettegenstaande de hoge juridische status van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken (ze zijn van openbare orde) en het Paleis der Schone Kunsten een onderdeel van de federale overheid is, blijkt deze overheid niet bij machte om haar eigen wetten te laten naleven. Vele Brusselse culturele instellingen rekruteren heel wat niet werknemers die geen Nederlands praten. Bij de loketfuncties worden vaak Nederlandsonkundigen ingezet. Vlamingen krijgen in hun hoofdstad vaak geen correcte behandeling. Ook bij de verschillende federale culturele instellingen legt men zich blijkbaar neer bij deze situatie en werkt men op deze wijze in de illegaliteit.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:
1) Hoeveel Nederlandskundige en Nederlandsonkundige werknemers werken er bij het Paleis der Schone Kunsten in Brussel? Hoe evolueerden deze aantallen en hun verhouding sinds 2001?
2) Beaamt de geachte eerste minister dat zich qua kennis van het Nederlands een ernstig probleem stelt bij het personeel, inzonderheid het loketpersoneel, van deze instelling? Zo neen, met welke argumenten ontkent hij dit? Zo ja, hoe evalueert en duidt hij dit probleem en de evolutie ervan in het voorbije decennium?
3) Hoe ligt de taalverhouding bij de loketfuncties van deze instelling? Hoe is het mogelijk dat werknemers die geen Nederlands praten toch loketfuncties uitoefenen? Wat doet de overheid om deze wettelijke verplichting en elementaire vorm van beleefdheid te waarborgen? Geeft deze federale instelling premies aan twee- en meertalige werknemers? Hoe definieert men in deze context de twee- en meertaligheid? Hoeveel bedragen deze premies? Wie controleert de kennis van de tweetaligheid? Welke inspanningen leverden de geachte eerste minister en de regering om ervoor te zorgen dat het personeel - bij uitstek het loketpersoneel - van het Paleis der Schone Kunsten de taal van de meerderheid van de inwoners van dit land machtig is? Worden er taalcursussen georganiseerd? Zijn taalexamens verplichtend voordat men overgaat tot definitieve aanwervingen? Wat onderneemt hij op korte termijn om aan deze onaanvaardbare situaties een einde te stellen?
De vraag van het geachte lid wordt toegezonden aan de Staatssecretaris voor de Federale Culturele Instellingen daar ze tot zijn bevoegdheden behoort.