Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1293

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 10 februari 2011

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) - Depolitisering

Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie
depolitisering

Chronologie

10/2/2011Verzending vraag
18/5/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1293 d.d. 10 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 8 februari 2011 publiceerde de krant De Morgen een bijdrage van de minister van Ondernemen en Vereenvoudigen. Hierin pleit hij onder meer voor voorzichtigheid bij de invoering van regels en drempels voor het internet. In de bijdrage eert de minister zichzelf en stelt hij met trots: "Precies daarom heb ik de voorbije jaren het BIPT (Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, de telecomregulator) en de mededingingsautoriteiten bewust gedepolitiseerd en beduidend versterkt." Uiteraard verdient elke depolitisering van de ambtenarij veel lof.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen.

1) Bevestigt de minister zijn uitspraak dat het BIPT tot voor kort was gepolitiseerd? Wat bedoelt hij concreet met "gepolitiseerd"? Welke bewijzen heeft hij hiervoor?

2) Hoe pakte hij de depolitisering heel concreet aan? Werden mensen ontslagen wegens hun gepolitiseerde status? Zo ja, verliep dit ontslag rechtsgeldig? Zo niet, wat gebeurde dan met de zogenaamde gepolitiseerde personeelsleden?

3) Hoe definieert hij een "niet gepolitiseerd" personeelslid? Volstaat het om te slagen in bekwaamheidsproeven of wordt de politieke doopceel van de betrokkenen gelicht? Hoe definieert hij een "neutraal" personeelslid? Mag een personeelslid van het BIPT en bij uitbreiding een ambtenaar een politieke militant zijn? Verdwijnt de politisering indien men de selectieproeven en -procedures met succes doorloopt?

4) Breidt de minister zijn negatieve mening over gepolitiseerde systemen uit naar andere diensten binnen zijn bevoegdheid? Plant hij nog andere depolitiseringingrepen? Zo ja, welke, waar en wanneer? Zo niet, kan hij ons verzekeren dat al zijn andere diensten niet onder politisering lijden?

Antwoord ontvangen op 18 mei 2011 :

1) De politieke verdeeldheid binnen het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) heeft veel weerklank gevonden in de pers. De European Competitive Telecommunications Agency (ECTA) had het juist : België heeft vier plaatsen gewonnen in het internationaal klassement voor 2010, wat veelal te danken is aan de kwaliteit van de aanwerving van de nieuwe Raad van het BIPT. Het telecompakket van december 2009 versterkt nog de onafhankelijkheid van de nationale regulatoren ten opzichte van de regeringen.

2) Zoals u weet, bestaat de Raad van het BIPT uit vier leden die worden benoemd voor zes jaar. Het mandaat van de vorige Raad liep in 2009 af. Ik heb een selectiecomité ingesteld met vijf befaamde en onafhankelijke Belgische en Europese specialisten. De kandidaten hebben een strategische nota over de toekomst van de post- en telecommunicatiesector moeten opstellen en werden gehoord. Ze hebben daarna een managementproef bij Selor afgelegd.

De vorige voorzitter van het BIPT is met pensioen gegaan. Één lid werd herbenoemd in de nieuwe Raad en de andere leden zijn nog steeds ambtenaren bij het BIPT.

3) Ik kan enkel vaststellen dat de nieuwe Raad van het BIPT in enkele maanden nieuwe en bijzonder sterke maatregelen heeft genomen, zoals de verlaging van de zogenaamde MTR-tarieven (mobiele terminatietarieven) die hierdoor de laagste in Europa worden. Ook de openstelling van het VDSL2-netwerk van Belgacom of andere ingebrekestellingen en sancties horen hierbij. Niets belet de leden van de Raad om aan politiek te doen tijdens hun vrije tijd. Wat belangrijk is, is dat we beschikken over een sterke, bekwame en onafhankelijke regulator.

4) Ik maak een duidelijk onderscheid tussen een administratie die als opdracht heeft om beleidsinitiatieven te ondersteunen en onafhankelijke regulatoren die in alle onafhankelijkheid moeten letten op de goede werking van opengestelde markten.