Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1224

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 8 februari 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Oriënteringscomité - Vertegenwoordigers van de gewestelijke vervoersmaatschappijen - Samenwerkingsakkoord

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
gewesten en gemeenschappen van België
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)

Chronologie

8/2/2011Verzending vraag
1/8/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1224 d.d. 8 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 22 maart 2002 sloten de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een samenwerkingsakkoord met betrekking tot de benoeming- en afzettingsmodaliteiten van de vertegenwoordigers, leden van de gewestelijke vervoersmaatschappijen die zetelen in het Oriënteringscomité van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS).

Kan de geachte minister mij een stand van zaken over de uitvoering van dit samenwerkingsakkoord verstrekken, met hierbij onder andere de volgende gegevens:

1) Hoe wordt dit samenwerkingsakkoord aangestuurd, wie zorgt voor de regie? Hoe evalueert de geachte minister de kwaliteit van de synergie? Behoudt dit akkoord de noodzakelijke relevantie?

2) Welke kosten zijn er aan dit samenwerkingsverband verbonden: personeel, administratieve en technische werkingskosten, investeringen, eventuele subsidies, enz.? Hoe evolueerden deze kosten jaarlijks sinds 2006? Hoe evalueert en duidt hij deze ontwikkelingen?

3) Tot welke concrete maatregelen, plannen, systemen, enz., leidde dit samenwerkingsakkoord? Kan hij deze detailleren en evalueren?

4) Vervullen de betrokken partners op een gelijkwaardige wijze hun opdrachten binnen dit samenwerkingsverband, of stelt hij verschillen vast? Zo ja, welke en met welke redenen?

5) Hoe wordt de afbakening van bevoegdheden gerespecteerd in deze samenwerking? Beweegt de federale overheid zich niet oneigenlijk binnen de actieradius van de gewesten?

Antwoord ontvangen op 1 augustus 2011 :

Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat het onderwerp van de vraag onder de bevoegdheid valt van de Staatssecretaris voor Mobiliteit.