Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1223

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 8 februari 2011

aan de minister van Justitie

Hervorming van de adoptie - Samenwerkingsakkoord

adoptie
gewesten en gemeenschappen van België
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)

Chronologie

8/2/2011Verzending vraag
12/5/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1223 d.d. 8 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 12 december 2005 sloten de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie een samenwerkingsakkoord inzake de tenuitvoerlegging van de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie.

Kan de geachte minister mij een stand van zaken over de uitvoering van dit samenwerkingsakkoord verstrekken, met hierbij onder andere de volgende gegevens:

1) Hoe wordt dit samenwerkingsakkoord aangestuurd, wie zorgt voor de regie? Hoe evalueert de geachte minister de kwaliteit van de synergie? Behoudt dit akkoord de noodzakelijke relevantie?

2) Welke kosten zijn er aan dit samenwerkingsverband verbonden: personeel, administratieve en technische werkingskosten, investeringen, eventuele subsidies, enz.? Hoe evolueerden deze kosten jaarlijks sinds 2006? Hoe evalueert en duidt hij deze ontwikkelingen?

3) Tot welke concrete maatregelen, plannen, systemen, enz., leidde dit samenwerkingsakkoord? Kan hij deze detailleren en evalueren?

4) Vervullen de betrokken partners op een gelijkwaardige wijze hun opdrachten binnen dit samenwerkingsverband, of stelt hij verschillen vast? Zo ja, welke en met welke redenen?

5) Hoe wordt de afbakening van bevoegdheden gerespecteerd in deze samenwerking? Beweegt de federale overheid zich niet oneigenlijk binnen de actieradius van de gewesten?

Antwoord ontvangen op 12 mei 2011 :

Wat betreft de samenwerking met de gemeenschappen kan ik het geachte lid als volgt antwoorden.

  1. Het samenwerkingsakkoord van 12 december 2005 bepaalt niet de wijze waarop de regie en de aansturing van de samenwerking wordt uitgevoerd. Omdat krachtens artikel 12, § 3, van het akkoord de Commissie van overleg en opvolging wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de minister van Justitie, die tevens een secretariaat daarvoor ter beschikking stelt, berust de praktische uitwerking voor de inrichting van de vergadering gewoonlijk bij mijn diensten.

  2. De vertegenwoordigers van de gemeenschappen en van mijn diensten komen regelmatig met elkaar in contact voor de uitwisseling van informatie en documentatie, bij de behandeling van diverse dossiers waarbij zich soms concrete problemen kunnen stellen die verder binnen de Commissie worden besproken en in gemeen overleg een oplossing verkrijgen. Deze samenwerking verloopt vlot en er zijn mij geen elementen van ontevredenheid bekend. Gelet op de eigen bevoegdheden van de gemeenschappen en de federale overheid behoudt een samenwerkingsakkoord dat de informatieuitwisseling, de internationale coördinatie en het overleg bevordert, zeker en vast de nodige relevantie. De kosten van de Commissie van overleg en opvolging worden in mijn departement gedragen door de gewone begroting; de werking van de Commissie wordt verzekerd zonder bijkomend personeel, werkingskosten, investeringen, enz… Wat betreft de andere kosten vermeld in het akkoord, doelt het geachte lid waarschijnlijk op de kosten van maatschappelijk onderzoek (Hoofdstuk II van het akkoord). Deze kosten worden ten laste genomen door de Federale Staat volgens de berekening voorzien in artikel 6 §3.

  3. Door het samenwerkingsakkoord wisselen de gemeenschappen en de federale overheid informatie en documentatie uit die leiden tot een beter inzicht in de adoptie op zowel het federale niveau als dat van de gemeenschappen. Ik kan bevestigen dat op dit ogenblik de verstandhouding van mijn diensten met de centrale autoriteiten van de gemeenschappen vlot verloopt door regelmatig en constructief overleg. Dit overleg heeft onder meer geleid tot een amendement bij de wet houdende diverse bepalingen inzake Justitie dat door mijn diensten werd voorbereid. Deze nieuwe wetgeving creëert een procedure tot verlenging van de geschiktheid om te adopteren.

  4. In de mate dat elke partner van het akkoord handelt binnen zijn eigen bevoegdheden, beoordeel ik als federale minister niet de handelingen van de gemeenschappen, noch de wijze waarop ze deze uitvoeren. In het kader van de samenwerking heb ik geen ongelijkwaardigheid of verschillen vastgesteld in de wijze waarop binnen de samenwerking wordt gehandeld door de verschillende partners.

  5. Vanzelfsprekend eerbiedigen de partners aan het akkoord elkaars bevoegdheden. Daar waar er raakvlakken of onduidelijkheden zijn, vindt daarover overleg plaats. Omtrent de juiste omvang en aflijning van de bevoegdheden van de federale centrale autoriteit heeft de rechtbank de zienswijze van mijn diensten gevolgd.

  6. Ik ben zo vrij het geachte lid erop te wijzen dat de gewesten niet bevoegd zijn in een aangelegenheid zoals adoptie. Verder kan ik bevestigen dat elke partner aan het akkoord zijn eigen bevoegdheden heeft die kaderen in de ratio legis en structuur van de staatshervorming, zodat er geen reden is dat de federale centrale autoriteit zich op oneigenlijke wijze zou inlaten met bevoegdheden die toekomen aan de gemeenschappen.