Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1157

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 2 februari 2011

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Federale politie - Agenten en burgerpersoneel - Aantallen - Statuut

politie
gemeentepolitie
personeelsstatuut
burgerpersoneel

Chronologie

2/2/2011Verzending vraag
21/3/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1157 d.d. 2 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bij de politiediensten werken agenten en burgerpersoneel. Vaak doen ze identiek hetzelfde werk. Desondanks zijn er grote verschillen in het statuut van die personeelsleden, en dit zowel op financieel vlak als inzake andere rechten en mogelijkheden.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen.

1. Hoeveel personeelsleden bij de Federale politie vallen onder het statuut van agenten en onder het statuut van burgerpersoneel, en dit in absolute en relatieve waarden? Hoe evolueerde die verhouding sinds 2006 en hoe evalueert de minister die ontwikkelingen?

2. Hoeveel personeelsleden bij de lokale politie vallen onder het statuut van agenten en onder het statuut van burgerpersoneel, en dit in absolute en relatieve waarden? Hoe evolueerde die verhouding sinds 2006 en hoe evalueert de minister die ontwikkelingen?

3. Welke zijn de belangrijkste verschillen tussen het statuut voor de agenten en het burgerpersoneel bij de politie? Zijn die verschillen anders bij de Federale als bij de lokale politie? Zo ja, welke zijn die verschillen?

4. Hoe wordt verantwoord dat identiek werk wordt verricht door personeelsleden met een totaal verschillend statuut, zodat er een ongelijke verloning voor gelijk werk ontstaat?

5. Kan men nog gemakkelijk hoogstaand en stevig geschoold burgerpersoneel aantrekken bij de politiediensten of vormen de lonen hier een obstakel? Zijn de relatief lage lonen voor het burgerpersoneel een verklaring voor het feit dat zoveel van hen dit compenseren met extra werkzaamheden buiten de politiediensten?

6. Waarom bestaat dit verschil in statuut nog steeds?

Antwoord ontvangen op 21 maart 2011 :

Het geachte lid vindt hieronder een antwoord op zijn vragen.

1. Bij de federale politie zijn actueel 14 721 personeelsleden werkzaam, waarvan 10 932 van het operationeel kader en 3 789 van het administratief en logistiek kader (CALOG). In 2006 waren dat, op een totaal van 14 447 personeelsleden, 11 143 van het operationeel kader en 3 304 van het CALOG. Een en ander is het gunstige gevolg van de zogenaamde calogiseringsoperatie die ertoe strekte om politieambtenaren weg te halen uit administratieve of logistieke functies, om hen dan in te zetten voor operationele. De vacante functies werden dan ingevuld door CALOG-personeelsleden.

2. Bij de lokale politie is een gelijkaardige tendens merkbaar, om administratieve en logistieke taken door CALOG-personeel te laten uitvoeren en zo de capaciteit van het operationeel personeel optimaal te benutten voor politietaken. Daartoe aangespoord door de ministeriële omzendbrief CP2, die een norm van minimum 16 % CALOG-personeel op de volledige personeelsformatie voorziet, heeft de lokale politie haar aantal CALOG-personeelsleden opgedreven van 4 433 in 2006 tot 5 641 in 2011. Het aantal personeelsleden van het operationeel kader is in die periode ook gestegen, van 27 543 tot 28 167.

3. De voornaamste verschillen tussen het statuut van het operationeel kader en dat van het CALOG zijn te situeren in het geldelijk en het pensioenstatuut. Dat van het CALOG leunt veel sterker aan bij en is soms zelfs identiek aan het statuut van het personeel van de federale overheidsdiensten. Het statuut is overigens identiek in de federale en de lokale politie, zowel voor operationelen als voor CALOG.

4. Zoals uit het bovenstaande kan worden afgeleid, zijn heel veel administratieve en logistieke functies sinds de politiehervorming overgenomen door CALOG-personeel. Dat er hier en daar nog enkele operationelen ook nog dergelijke taken uitvoeren, valt niet uit te sluiten.

5. Vooral sedert de opwaardering van het CALOG-statuut in 2007 en, voor het niveau A, de indeling van de functies in klassen op grond van een weging, is de verloning van het CALOG zeker marktconform en zie ik niet in waarom geen kwalitatief hoogstand burgerpersoneel zou kunnen worden aangetrokken. De politiediensten tellen overigens zeer vele voortreffelijke en hoog gekwalificeerde werkkrachten onder het CALOG. Ik nodig u ook uit om de loonschalen (+ competentieontwikkelingstoelage voor het CALOG) van de verschillende kaders met elkaar te vergelijken; u zal merken dat de verschillen niet zo groot zijn als soms wordt beweerd.

Voor wat de werkzaamheden buiten de politie betreft: voor de lokale politie heb ik geen cijfers, maar voor de federale betreft dit minder dan 5 % van het CALOG-personeel.

6. De resterende verschillen qua statuut hebben functionele redenen. De - overigens zeer uiteenlopende - functies die het operationeel kader uitoefent, zijn alles bij elkaar immers nauwelijks te vergelijken met de administratieve en logistieke functies van het CALOG.