Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1144

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 1 februari 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Voorzitterschap van de Europese Unie (EU) - Strijd tegen de doodstraf - Resultaten

voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie
doodstraf
rechten van de mens
Europese conferentie

Chronologie

1/2/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Vraag nr. 5-1144 d.d. 1 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bij de aanvang van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie (EU) deden de federale regering en in het bijzonder de minister van Buitenlandse Zaken sterke uitspraken over de strijd tegen de doodstraf. Een wereldwijde afschaffing van de doodstraf was voor België en de Europese Unie een absolute prioriteit, zo verklaarde de minister onder meer bij de opening van het tweedaagse EU-niet gouvernementele organisaties (NGO) Forum over mensenrechten in het Brusselse Egmontpaleis. Volgens hem staat die doelstelling centraal in het mensenrechtenbeleid van de Europese Unie. Hij zag in de Europese campagne voor de afschaffing van de doodstraf een taak weggelegd voor Catherine Ashton, de hoge vertegenwoordiger voor het Europees Buitenlands Beleid. De regering sprak soortgelijke taal op de Werelddag tegen de doodstraf op 10 oktober 2010.

Het EU-voorzitterschap ligt ondertussen meer dan een maand achter ons. Daarmee dreigt ook de aandacht voor de afschaffing van de doodstraf weg te ebben. Daarom kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen.

1) Welke resultaten inzake een wereldwijde afschaffing van de doodstraf kunnen de minister en de regering na hun prioritaire aanpak tijdens het EU-voorzitterschap voorleggen? In welke landen werd sinds die aanpak de doodstraf afgeschaft? Welke landen beslisten een moratorium op de doodstraf in te stellen als gevolg van die strategie?

2) Werd de doelstelling expliciet bij andere landen aangekaart? Werden hierover met de Verenigde Staten afspraken gemaakt?

3) Heeft de minister in specifieke dossiers resultaten geboekt? Zo ja, in welke dossiers? In welke dossiers lukte dat niet? Kon hij de uitvoering van een doodstraf voorkomen?

4) Wat wordt nog gedaan met het oog op de afschaffing van de doodstraf? Hebben de federale regering en de EU hierover een actieplan of nog verdere plannen? Hoe evalueert hij het EU-voorzitterschap op dit terrein?