Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11366

van Veerle Stassijns (N-VA) d.d. 4 april 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

de antibiotica

antibioticum

Chronologie

4/4/2014Verzending vraag
22/4/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4972

Vraag nr. 5-11366 d.d. 4 april 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dit land bekleedt de weinig benijdenswaardige zesde plaats in de ranglijst van Europese landen - ook buiten de EU - waar het meeste antibiotica worden verbruikt. Dat wijst volgens professor Herman Goossens van de UA op een onverantwoordelijk gebruik van antibiotica. Volgens de professor moeten er afdwingbare doelen komen om de overconsumptie in te dijken. De Zweden deden dit reeds in 2011 en zitten nu dicht bij hun doelstelling van 250 dosissen per duizend patiënten per dag. Dit terwijl wij hier aan 800 dosissen zitten. Het gaat dan nog om de duurdere versies er van die meer bijwerkingen met zich meebrengen. De eenvoudige werken al lang niet meer.

Betreffende het overmatige gebruik van antibiotica heb ik volgende vragen voor u:

1) Waarom werden tot op heden nog geen afdwingbare doelen gesteld die de overconsumptie van antibiotica hadden kunnen indijken?

2) Zult u alsnog initiatieven nemen om het overmatige antibioticagebruik hier tegen te gaan? Zo ja, welke?

Antwoord ontvangen op 22 april 2014 :

In België wordt het nationaal antibioticabeleid gecoördineerd door de Belgian Antibiotic Policy Coordination Committee (BAPCOC) (www.health.belgium.be/antibiotics). Zonder in teveel detail te treden, wil ik enkele van de belangrijkste projecten en initiatieven van BAPCOC opsommen:

Op vraag van de werkgroep MDRO (multidrug resistant organisms) van de Hoge GezondheidsRaad heeft de Belgian Antimicrobial Policy Coordinating Committee (BAPCOC) in samenwerking met de Belgische Vereniging voor Infectiologie en klinische microbiologie) aanbevelingen opgesteld in verband met antibioticum gebruik bij Carbapenemase producerende enterobacteriën. Deze adviezen werden overgemaakt aan de ziekenhuizen en ambulante sector. De oproep tot verantwoord gebruik van antibiotica in de ziekenhuizen werd bij die gelegenheid nogmaals herhaald.

In alle acute ziekenhuizen en in grote chronische ziekenhuizen met minstens 150 bedden zijn sinds 2007 antibioticatherapiebeleidsgroepen (ABTBG) opgericht. Met het team voor ziekenhuishygiëne en deze antibiotherapiebeleidsgroep beschikt elk acuut ziekenhuis in België over de nodige structuren en expertise om deze problematiek kordaat aan te pakken in de eigen instelling. De ABTBG’s moeten jaarlijks een activiteitenrapport opmaken zodat hun werking kan geëvalueerd worden aan de hand van kwaliteitsindicatoren. Bovendien analyseren bijna alle acute ziekenhuizen zeer regelmatig hun antibioticaverbruik en hun resistentiecijfers. Sinds 2009 loopt er onder coördinatie van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) een “Waakprogramma voor het systemisch en gastro-intestinaal gebruik van anti-infectieuze geneesmiddelen” in de Belgische acute ziekenhuizen. Het zijn de ABTBG’s die deze data aanleveren aan het WIV.

Ter ondersteuning van dit initiatief wordt tweejaarlijks een interuniversitaire opleiding tot ‘afgevaardigde van het antibiotherapiebeheer’ georganiseerd. Alternerend wordt een nationale studiedag georganiseerd ter ondersteuning van de ABTBG’s.

Eind 2013 werden de ABTBG’s van de acute ziekenhuizen uitgenodigd om een interne medische audit uit te voeren met betrekking tot peroperatieve antibioticaprofylaxis. Het was de bedoeling om de ABTBG’s aan te zetten tot het regelmatiger uitvoeren van audits en hen te stimuleren om kwaliteitsverbeteringen in verband met antibioticumgebruik te realiseren in hun ziekenhuizen. Maar liefst 78 acute ziekenhuizen (74.3 %) hebben vrijwillig deelgenomen. Momenteel is een nieuw strategisch plan in opmaak (2014-2018) waar de ziekenhuizen zullen verplicht worden om deel te nemen aan audits. Voorgestelde thema’s voor 2014-2018 zijn onder andere het toezicht op correct AB profylaxe en op specifieke moleculen waar België slecht scoort.

Tevens stimuleert BAPCOC ook de deelname aan (internationale) studies betreffende oa antibioticumconsumptie. Een mooi voorbeeld hiervan is de eerste Europese puntprevalentiestudie van het ECDC, de Point Prevalence Survey on Health Care Associated Infections and Antibiotic Use (PPS HCAI and AB use), in het najaar van 2011 waaraan 54 Belgische acute ziekenhuizen (51.4 %) vrijwillig hebben deelgenomen. België is één van de Europese landen met het hoogst deelnamecijfer.

Deze initiatieven van BAPCOC werpen ook de nodige vruchten af: in de ziekenhuizen zien we sinds 2004 een aanhoudende en spectaculaire daling van de incidentie van methicilline resistente Staphylococcus aureus en van het resistentiepercentage bij Streptococcus pneumoniae. Bovendien zien we dat het resistentiepercentage bij pneumokokken voor penicilline in de periode van 2000 tot 2009 sterk gedaald is van 18 % naar 7 %.

Tot op heden werden nog geen targets gebruikt om het antibioticabeleid aan te sturen in België. Het gebruik van targets blijft vooralsnog beperkt tot enkele landen. Het is ook geen gemakkelijke oefening om targets vast te leggen omdat er vaak geen wetenschappelijke basis is om een specifieke streefwaarde te kiezen. Toch doet BAPCOC nu ook deze denkoefening in haar verschillende werkgroepen in het kader van de opmaak van haar beleidsplan voor de volgende legislatuur. Ik wil ook nog twee belangrijke observaties meegeven op basis van de ervaringen in andere landen. De targets kunnen enkel behaald worden als er concrete acties aan gekoppeld zijn. Bovenop de hogervermelde acties zal BAPCOC aanvullende initiatieven voorstellen in haar beleidsplan.