Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11340

van André du Bus de Warnaffe (cdH) d.d. 4 april 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

de efficiëntie en veiligheid van geneesmiddelen volgens Test-Aankoop

geneesmiddel
inspectie van geneesmiddelen

Chronologie

4/4/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Voorlopig antwoord (pdf)

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4816

Vraag nr. 5-11340 d.d. 4 april 2014 : (Vraag gesteld in het Frans)

Vanuit de vaststelling dat de Belgen veel geneesmiddelen gebruiken zonder over de vereiste informatie te beschikken om de voor- en nadelen ervan correct te kunnen inschatten, en dat ze er verkeerdelijk van uitgaan dat bij de apotheek verkochte geneesmiddelen volstrekt doeltreffend en veilig zijn, hebben de experts van Test-Aankoop in samenwerking met het Franse tijdschrift 'Préscrire' zowat 4 000 remedies nauwkeurig onderzocht.

Volgens Test-Aankoop zijn de resultaten verontrustend: slechts van 57% van de geneesmiddelen werd de doeltreffendheid duidelijk aangetoond. 27% van de geneesmiddelen hebben slechts een beperkt nut. Bovendien trekken de experts de doeltreffendheid van 12% in twijfel, omdat doeltreffendheid, noch veiligheid ervan ooit werden aangetoond of omdat ze zelfs op de helling werden gezet. 3% moet worden afgeraden en het label "van betwistbaar nut” of voor sommigen zelfs het label “af te raden” krijgen

Terloops hekelt Test-Aankoop onomwonden de artsen: “Waarom blijven artsen stoffen voorschrijven die zo uitgesproken door de experts worden betwist?”. Het tijdschrift neemt het risico de vertrouwensrelatie tussen arts/apotheker en patiënt te beschadigen. Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten “dat niet altijd zeer snel reageert als zich een probleem voordoet”, blijft evenmin gespaard. De farmalobby is overigens een vaste waarde in dit soort van polemieken. In fine kunnen we ervan uitgaan dat uw geneesmiddelenbeleid onbewust op de korrel wordt genomen, en dat een beter management besparingen zou kunnen opleveren.

Met een evaluatiemodule voor de op de markt beschikbare geneesmiddelen waarmee alleen de abonnees van Test-Aankoop de ‘echte waarde’ van een geneesmiddel kunnen toetsen, meent Test-Aankoop de legitieme verwachtingen van de consument inzake voorlichting in te lossen.

Mevrouw de minister,

Schaart u zich geheel of ten dele achter de becijferde besluiten en de kritieken van Test-Aankoop?

Bent u van oordeel dat:

1) het initiatief van Test-Aankoop de kwaliteit van de relatie tussen arts/apotheker en patiënt schaadt en dat het de procedures voor de vermarkting en terugbetaling van geneesmiddelen op de helling zet?

2) onvoldoende grondig toezicht wordt uitgeoefend op de farmaceutische bedrijven en op de artsen?

3) Test-Aankoop zijn rol van voorlichter van de consument speelt door de door de wetgever ingestelde procedures, meer bepaald het koninklijk besluit van 21 december 2001, te kortsluiten.

Meent u anderzijds dat:

1) artsen onvoldoende de gelegenheid krijgen het geneesmiddel dat ze wel eens moeten voorschrijven, te leren kennen? Wanneer zullen we beschikken over het koninklijk besluit betreffende de taksen op de reclame en de sponsoring?

2) voldoende middelen worden vrijgemaakt voor:

- de opdrachten van het Agentschap voor Geneesmiddelen, en vooral van de geneesmiddelenbewaking;

- de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen (CTG), meer bepaald voor de opleiding van experts die te maken krijgen met nieuwe behandelingen zoals de geneesmiddelen voor geavanceerde therapie?

Denkt u ten slotte niet dat onze procedures

- regelmatig op hun doeltreffendheid moeten worden geëvalueerd;

- moeten worden aangepast aan de ontwikkeling van nieuwe producten;

- moeten worden vergeleken met de procedures in andere Europese lidstaten met het oog op een eventuele Europese harmonisatie ervan?