Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11335

van Louis Ide (N-VA) d.d. 4 april 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

het misbruiken van de sociale derdebetalersregeling

bestedingen voor gezondheid
remgeld
fraude
dokter
officiële statistiek

Chronologie

4/4/2014Verzending vraag
16/4/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4777

Vraag nr. 5-11335 d.d. 4 april 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Één van de maatregelen die u genomen hebt om de toegankelijkheid tot de gezondheidszorg te vrijwaren is de invoering van het statuut van de sociale derdebetaler. Hierdoor kunnen artsen een welbepaald deel van hun patiëntenpopulatie enkel het persoonlijk aandeel aanrekenen. Het deel van verzekeringstegemoetkoming wordt dan rechtstreeks door het ziekenfonds van de betrokken rechthebbende aan de arts betaald.

Het systeem is niet alleen een zware administratieve belasting voor de betrokken arts, maar het maakt het ook makkelijker om misbruik te maken van deze maatregel door het onterecht aanrekenen van prestaties.

Net als voor alle andere vormen van fraude en misbruik vind ik dat de overheid ook hier streng moet tegen optreden. Daarom kreeg ik graag een antwoord op volgende vragen:

1) Hoeveel dossiers over misbruik van de maatregel sociaal derdebetaler werden er door de controlediensten van het RIZIV geopend in 2010, 2011 en 2012?

2) Hoeveel van deze dossiers werden geopend op basis van eigen onderzoek door de controlediensten en dit voor 2010, 2011 en 2012 afzonderlijk?

3) In hoeveel van de in 2010, 2011 en 2012 geopende dossiers werd al een uitspraak gedaan? In hoeveel van deze uitspraken werd de beklaagde veroordeeld?

4) Wat was het bedrag van de onterecht aangerekende prestaties in de sociale derdebetaler in 2010, 2011 en 2012?

5) Hoeveel van de onterecht aangerekende bedragen werden voor 2010, 2011 en 2012 al teruggevorderd?

Antwoord ontvangen op 16 april 2014 :

1) Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV) is er zich wel degelijk van bewust dat de invoering van het statuut van de sociale derdebetaler aanleiding zou kunnen geven tot misbruik en dus het onterecht aanrekenen van prestaties.

De Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle (DGEC) heeft tijdens de onderzoeken kunnen vaststellen dat in een aantal gevallen, binnen de context van de inbreuken van het type “realiteit en conformiteit”, één specifiek aspect dat verband houdt met de sociale derdebetaler naar voor kwam, namelijk het onterechte gebruik van de vermelding “financiële noodsituatie”.

Dit onterechte gebruik kan een element zijn waarmee de organen van het contentieus rekening houden wanneer zij hun beslissingen treffen.

2), 3), 4), 5) De DGEC onderzoekt of de zorgverleners zich houden aan de reglementering, met andere woorden of de toepassingsvoorwaarden voor de derdebetalersregeling werden gerespecteerd. Eventuele inbreuken op die reglementering zijn dus inbegrepen in de inbreuken van het type “conformiteit en realiteit”. De controledienst spitst zijn onderzoek dus niet specifiek toe op de derdebetalersregeling. De inbreuken op de derdebetalersregeling werden tot hier toe niet als dusdanig geregistreerd. Dat verklaart ook waarom de Dienst geen specifieke gegevens daaromtrent kan leveren.

Rekening houdend met de aanwijzingen van onregelmatigheden bij de toepassing van de criteria van de sociale derdebetaler, neemt de Dienst zich voor deze problematiek in de nabije toekomst te onderzoeken in het kader van de politiek van het “geïntegreerde aanpak”, teneinde dit samen met de verzekeringsinstellingen op een gecoördineerde en geïntegreerde manier uit te voeren. Er moet immers ook rekening mee gehouden worden dat op dit ogenblik het Koninklijk besluit op de derdebetalersregeling in al zijn aspecten wordt herzien.