Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11286

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 27 maart 2014

aan de minister van Justitie

het onderzoek inzake de Koerdische activisten in Parijs

Koerdische kwestie
doodslag

Chronologie

27/3/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Voorlopig antwoord (pdf)

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4792

Vraag nr. 5-11286 d.d. 27 maart 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Vorig jaar op 9 januari werden in Parijs drie Koerdische vrouwen vermoord. Ze werden met meerdere kogels in het hoofd geëxecuteerd in het Koerdisch Informatiecentrum nabij het Parijse Noordstation. Op dit ogenblik zit één verdachte in de gevangenis op verdenking van moord.

Begin dit jaar dook op het internet informatie op die meer licht werpt op de moorden, het langdurende onderzoek en een link met België. Het gaat om een opgenomen telefoongesprek met de vermeende dader, en werd op YouTube geplaatst door een lid van de Turkse staatsveiligheid, MIT. Daarnaast dook er een document op dat mogelijk betrekking heeft op de betaling van de huurmoordenaar.

De vermeende dader zegt in het telefoongesprek dat hij zijn wapen probeert te bemachtigen via contacten in Brussel, waarna de MIT-agenten vragen of hij daar geld voor nodig heeft.

Mijn vragen aan de minister zijn:

1) Werden de Belgische autoriteiten, waaronder uw departement, om samenwerking gevraagd omtrent het onderzoek naar deze moord? Zo ja, werden er al onderzoeksdaden getroffen?

2) Zijn de Belgische autoriteiten, waaronder uw departement, op de hoogte gebracht van het feit dat het moordwapen uit België afkomstig is?

3) Sommige Koerdische politici leven hier of komen regelmatig naar België. Aan de hand van de gepubliceerde documenten komen we te weten dat ook politici of mensenrechtenactivisten op de lijst van de moordenaars stonden. Worden die documenten eveneens onderzocht?