Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11270

van Marie Arena (PS) d.d. 26 maart 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

de massale goudfraude in de Democratische Republiek Congo

Democratische Republiek Congo
goud
zwarte handel
ertsexploitatie

Chronologie

26/3/2014Verzending vraag
30/4/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4668

Vraag nr. 5-11270 d.d. 26 maart 2014 : (Vraag gesteld in het Frans)

De ontginning van natuurlijke rijkdommen in het oosten van Congo is een netelige kwestie. De productie en commercialisering ervan komen jammer genoeg vaak ten goede aan gewapende groepen, of aan het reguliere leger, die aanwezig zijn in deze streek, die rijk is aan mineralen.

De ter discussie staande productieomstandigheden van tin, wolfraam en tantalium in de DRC werden al dikwijls aangeklaagd.

Specifiek in verband met goud heeft een groep experts van de VN inzake de DRC onlangs onderstreept dat, hoewel de belangrijkste betrokken mijnen zich in conflictvrije zones bevinden, de productie die daaruit afkomstig is vermengd wordt met de productie uit conflictgebieden (Bukavu, Butembo, Bunia, Ariwara, Kisangani. Met andere woorden de belangrijkste handelssteden van het oosten van de DRC.)

De VN-specialisten hekelen het gebrek aan transparantie in de goudhandel, waardoor het moeilijk is er duidelijk de herkomst, en, ruimer, de “'propere” herkomst (zie resolutie 5-1520/5 van 18 december 2012, unaniem aangenomen), van te bepalen

Volgens datzelfde rapport schat men dat 98% van het goud dat in de DRC wordt geproduceerd frauduleus wordt uitgevoerd (zonder taksen) en dat bijna al het goud dat in Uganda wordt bewerkt, het belangrijkste doorvoerland voor dat edel metaal, illegaal wordt uitgevoerd vanuit het vroegere Zaïre. Bijgevolg mislopen de betrokken staten enorm veel opbrengsten en impliciet wordt een systeem dat de gewapende groepen financiert, getolereerd.

Die handel blijft voortduren, ondanks de aanbevelingen van de OESO en de ICGLR.

Op 18 december 2012 werd een resolutie over de ontginning van de natuurlijke rijkdommen in de DRC aangenomen. Daarin wordt de regering onder andere gevraagd:

- na te gaan hoe, in het kader van het beleid inzake « consumentenbescherming », consumenten en distributeurs ingelicht kunnen worden over de « propere » herkomst van de mineralen die verwerkt worden in producten die in België en/of Europa worden verkocht;

- er op Europees niveau voor te pleiten dat er een mechanisme wordt ingesteld dat het gebruik van geïdentificeerde rijkdommen stimuleert, opdat op Europees grondgebied alleen producten kunnen worden verhandeld waarvan bewezen is dat ze geen enkel ongeïdentificeerd bestanddeel bevatten. Er moet een systeem komen dat aanzet tot het gebruik van « propere » mineralen;

- programma's te ontwikkelen ter verhoging van de capaciteit, die zijn toegespitst op de ambachtelijke mijnsector. In het raam van zijn volgend ontwikkelingssamenwerkingsprogramma, dat in 2013 aanvangt, moet België benaderingswijzen ontwikkelen die de ambachtelijke mijnbouw ondersteunen. Het onderwijs en de management-en administratieve vaardigheden van de plaatselijke actoren moeten worden versterkt om hun onafhankelijkheid te stimuleren;

- de Congolese autoriteiten aan te moedigen om de mijnbouwcontracten transparanter te maken.

- de Congolese autoriteiten ertoe aan te zetten de militairen uit de mijnen terug te trekken en hen van de mineraalhandel weg te houden.

Mijnheer de minister, kunt u ons informeren over de concrete acties die in die richting werden ondernomen?

Antwoord ontvangen op 30 april 2014 :

1) Uw eerste vraag gaat over de bescherming en informatie van de consument. Hiervoor verwijs ik u dan ook naar mijn collega van Economie.

2) Op Europees niveau werden al initiatieven genomen en de Commissie maakte op 5 maart een wetsvoorstel bekend voor conflictmineralen. Wanneer die EU-wetgeving wordt aangenomen, zou ze vanzelfsprekend moeten worden omgezet door alle lidstaten en hen verplichten hun eigen wet- en regelgeving aan te passen zodat er zekerheid is over de herkomst van mineralen. Toch dient men waakzaam te blijven en mogen geen maatregelen worden gesteund die een volstrekt embargo zouden inhouden. Op het terrein heeft de aanname van de Amerikaanse Dodd-Frank-wet al rampzalige gevolgen gehad voor kleine artisanale producenten.

3) Voor vragen in verband met de omzetting van het samenwerkingsprogramma verwijs ik u naar mijn collega van Ontwikkelingssamenwerking.

4) Via het budget voor Vredesopbouw steunt mijn departement het Carter Center dat de mijncontracten en de bedragen ervan publiceert. Daarnaast is onze ambassade in Kinshasa erg actief in discussies om de toetreding van de DRC tot het EITIE-initiatief te versnellen, maar er is nog heel wat weerstand aan Congolese kant. Toch moet hier worden benadrukt dat de DRC grote vorderingen heeft gemaakt op het gebied van de publicatie van mijncontracten, wat ook werd erkend door de Wereldbank. Maar er zijn nog delicate aangelegenheden in verband met Gécamines.

5) Ik hecht veel belang aan het demobilisatieproces (DDR) dat voormalige militieleden opnieuw wil integreren in het normale dagelijkse leven zodat ze hun toevlucht niet meer moeten nemen tot geweld om een inkomen te verwerven, voornamelijk uit de mijnen. Op vraag van MONUSCO, werken wij samen met andere partners uit de internationale gemeenschap aan de uitwerking van voorstellen inzake DDR voor de Congolese regering.

Voor wat het Congolese leger zelf betreft, zal de hervorming ervan een werk van lange adem zijn, maar het erg belangrijke werk van de Europese missie EUSEC om de betalingen in het FARDC te verbeteren, heeft beslist geholpen om plundertochten door onderbetaalde militairen te verminderen. Corruptie blijft echter een ernstig probleem.

Tot slot zal het in kaart brengen van de mijnsites (meer bepaald van de goudproducenten) door IPIS met een financiering die gedeeltelijk afkomstig is van ons budget voor Vredesopbouw waardevolle informatie verschaffen die ons moet helpen om het probleem van de controle van de mijnsites nauwkeuriger en efficiënter aan te pakken.