Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11253

van Willy Demeyer (PS) d.d. 18 maart 2014

aan de minister van Justitie

Gerechtelijke arrondissementen - Hervorming- Hoge Raad voor de Justitie - Raad van State - Parket van de procureur des Konings - Arbeidsauditoraat - Overgangsmaatregelen

Hoge Raad voor de Justitie
openbaar ministerie
arbeidsrechtspraak
magistraat
judiciële hervorming
jurisdictiebevoegdheid

Chronologie

18/3/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-11253 d.d. 18 maart 2014 : (Vraag gesteld in het Frans)

Zoals bekend, zullen de gerechtelijke arrondissementen op 1 april hervormd worden en het lijkt nu al vast te staan dat vanaf die datum de nieuwe korpschefs niet door de Hoge Raad voor de Justitie zullen worden voorgedragen, zodat de wet van 1 december aangevuld werd met een reparatiewet die met name in bepaalde overgangsmaatregelen voorziet.

Die overgangsmaatregelen hebben vooral tot doel te bepalen wie op 2 april het ambt van korpschef moet uitoefenen en hoe.

Er moet ook rekening worden gehouden met de verkiezingen van 25 mei en de waarschijnlijkheid van een regering van lopende zaken.

Volgens de vaststaande rechtspraak van de Raad van State zou een regering in lopende zaken een magistraat-korpschef kunnen aanstellen als deze door de Hoge Raad voor de Justitie werd voorgedragen.

Ook al lijkt de bevoegdheid van een regering van lopende zaken volgens de rechtspraak van de Raad van State vast te staan, dan nog is op dat ogenblik de politieke wil nodig om over te gaan tot de bedoelde benoemingen, wat onvermijdelijk afhangt van de verkiezingsuitslag van 25 mei.

De situatie is evenwel verschillend voor het Parket van de procureur des Konings.

De kaderwet bepaalt dat wanneer de procureur des Konings aangewezen wordt voor een provinciaal arrondissement, hij een lijst met twee namen per lokale afdeling moet voorleggen aan de beoordeling van de minister. De minister van Justitie moet dan een besluit nemen op basis van die twee namen.

Er is dus eigenlijk geen sprake van een voordracht door de Hoge Raad voor de Justitie, maar door de procureur des Konings zelf. De vraag of een regering van lopende zaken zou kunnen overgaan tot dergelijke benoemingen blijft dus bestaan.

Voor het arbeidsauditoraat zijn het, volgens mijn informatie, de dienstdoende korpschefs die de taak van arbeidsauditeur van de lokale afdelingen zullen uitoefenen.

De situatie zou dus verschillend zijn voor het parket van de procureur des Konings (provinciaal gerechtelijk arrondissement) en het arbeidsauditoraat (arrondissement van het rechtsgebied).

Mevrouw de minister, bestaat, gelet op de overgangsmaatregelen die moeten worden genomen, niet het risico dat de werking van het parket van de procureur des Konings verlamd wordt? Werd rekening gehouden met dat risico?